
 
        
         
		1841.  uithoofde  onzer  verhouding  tot  de  overige  vorsten  wenschelijk  was;  
 Hij  bood  dus,  bij  schrijven  van  2 9   Mei,  een  concept  van  zoodanig  
 contract  aan  de  hooge  regering  a a n ,  onder  opmerking  dat  bet  belang  
 van  het  Gouvernement  vorderde,  Koeboe  als  sleutel  tot  de  Ka-  
 poeas-landen  aan  te  houden  e n ,  schoon  op  den  minst  kostbaren  
 voet,  te  blijven  beheeren,  daar  het  te  vreezen  was  dat  anders  
 dit  gewest  door  de  aanverwanten  van  den  overleden  vorst  verlaten,  
 aan  regeringloosheid  overgegeven  en  een  schuilplaats  van  zeeroovers  
 en  weggeloopen  misdadigers  worden  zou. 
 Dit  contract  werd  bij  besluit  van  1  Oct.  1841  goedgekeurd.  Het  
 bevestigde  den  afstand  van  be t  landscbap  aan  het  Gouvernement,  
 liet  den  nieuwen  Heer  van  Koeboe  in  het  genot  van  een  jaarlijksch  
 inkomen  van  / 9 0 0 ,   onder  voorwaarde  dat  hij  daaruit  tevens,  voor  
 zooveel  noodig,  de  wettige  afstammelingen  zijns  vaders  zou  onder-  
 bouden,  en  onderwierp  de  keus  van  zijn  opvolger  aan  de  goedkeu-  
 rin g   van  het  Gouvernement.  Bij  besluit  van  7  October  werd,  op  
 een  verzoek  van  Sjerief  Hamid  van  Pontianak,  toegestaan  dat  de  
 waardigheid  van  Heer  van  Koeboe  erfelijk  zou  zijn  in  de  familie  
 van  dien  vorst  1). 
 Zoo  te  Pontianak  als  te  Sambas  hield  de  heer  Donker  zieh  ook  
 ijverig  bezig  met  een  onderzoek  naar  de  verhouding  der  Chinezen  
 tot  bet  Gouvernement,  waarbij  bij  met  de  hoofden  der  verschil-  
 lende  kongsies  in  aanraking  kwam.  Allen  klaagden,  als  van  ouds,  
 over  de  hun  opgelegde  belastingen,  en  het  bleek  den  Gommissaris  
 dat  zij  daaraan  ook  slecbts  zeer  gebrekkig  voldaan  badden.  Mandor  
 had  een  achterstand  van  f  1 6 .0 0 0 ,  Montrado  of  Tai-kong  van  
 f 4 2 .4 2 6 ,  de  kongsie  van  L a r a h ,  oorspronkelijk  een  deel  van  Tai-  
 kong,  doch  thans  administratief  daarvan  gescheiden  2),  van / 1 6 0 0 ,   
 en  Sepang  of  Sin-ta-kioe  van  f%799.  In  weerwil  dezer  tekortko-  
 ming  verstoutte  zieh  Montrado  eene  vermindering  der  verschuldigde  
 recognitie,  ten  bedrage  van  f&OOO,  te  vragen,  terwijl  al  de  kongsies  
 den  Gommissaris  verzochten  dat  hij  bij  het  Gouvernement  op  
 eene  reductie  der  belasting  op  de  naar  hun  vaderland  terugkeerende  
 Chinezen  zou  aandringen.  Verbaasd  over  zooveel vermetelheid;  wees  
 de Gommissaris  deze  aanzoeken  van  de  hand.  Hij  vond  echter  geen  
 bezwaar  hun  een  ander  verzoek  toe  te  staan.  De  assistent-resident 
 *)  Aanteekeningen  van  den  heer  v.  d.  Velde  (HS.).  
 s)  Zie  D.  I ,  bl.  304. 
 Bloem  had  vroeger  aan  de  kongsie  van Montrado  eene Nederlandsche  1841.  
 vlag  vereerd;  thans  vroegen al de  kongsies  in  het  gebied van  Sambas  
 om  de  eer  van  de  Nederlandsche  vlag  van  hunne  ¿tablissementen  
 en  vaartuigen  te  laten  wapperen,  ten  bewijze  dat  zij Nederlandsche  
 onderdanen  waren.  Inderdaad  hebben  de  Chinezen  in  dien  naam  
 nimmer  eenig  bezwaar  gevonden,  maar  het  vervolg  zal  ons  leeren  
 dat  z ij,  in  weerwil  der  hun  verleende  g u n st,  steeds  even  afkeerig  
 waren  de  daaraan  verbonden  verpligtingen  te  vervullen  1). 
 De  heer  Donker  verliet  Borneo  in  het  begin  van  September,  het  
 bestuur  te  Sambas  voorloopig  in  handen  latende  van  den  kommies  
 Ploegman,  met  last  om  zieh  met  de  huishoudelijke en politieke aan-  
 gelegenheden  der  Chinezen  volstrekt  niet  te  bemoeijen,  maar  alles  
 in statu  quo  te  laten  totdat  het  Gouvernement  deflnitief  in  het  bestuur  
 zou  voorzien  hebben  2).  Nog  voor  het  einde  des  jaars  werd  
 de  heer  D.  L.  Baumgardt  tot  assistent-resident  van  Sambas  be-  
 noemd,  terwijl  te  gelijker  tijd  de  assistent-resident  van  Pontianak  
 door  den  beer  C.  F.  Boudriot  werd  vervangen  3). 
 »De  verregaande  aanmatigingen  der  Chinesche  kongsies,”  dus  
 schreef  de  heer  Donker  in  zijn  rap p o rt,  »  gaan  alle  beschrijving te  
 boven.”  Dit  was  trouwens  het  natuurlijk  gevolg  van  het  ste lse l,  
 sedert  1832  te  hunnen  aanzien  gevolgd.  Zoo  vaak  er  een  Commissaris  
 ter  kust  kwam  en  eenige vertooning maakte,  deden zij  schoone  
 beloften,  doch  na  zijn  vertrek  stoorden  zij  zieh  in  het  geheel  niet  
 aan  de  door  hen  geteekende  en  gezegelde  contracten.  Van  alle gründ 
 en ,  die  hun  voor  den  mijnarbeid  geschikt  voorkwamen,  maakten  
 zij  zieh  meester,  de  Dajaks  tevens  aan  zieh  onderwerpende  en  
 zoo  veel  mogelijk  tot  hunne  pandelingen  makende.  Het  lijdelijk  
 toezien  van  het  Nederlandsch  bestuur  maakte  hen  gedurig  stout-  
 moediger.  De  Dajaks,  wanneer  zij  de  bescherming  onzer  beamblen  
 kwamen  inroepen,  werden  onverhoord  teruggezonden;  en  dewijl  zij  
 zieh  daardoor,  zonder  eenig  n u t,  aan  den  toorn hunner verdrukkers  
 blootstelden,  leerden  zij  allengs  z ie h ,  zonder  den  mond  open  te  
 doen,  aan  hun  treurig  lot  te  onderwerpen.  De  vorsten  en  grooten  
 hadden  in  de  hun  als  apanagie  toegewezen  districten  schier  niets  
 meer  te  zeggen,  en  derfden  het  grootste deel  der  inkomsten  waarin 
 *)  Van  Landen  T.  N.  I .,  bl.  185,  Verwikk.,  bl.  286. 
 ')  Van  Lynden  T.  N.  I .,  bl.  185. 
 s)  Almanak  v.  N.  I.  voor  1842,  bl.  56.