
 
        
         
		1837.  ken  werd  hun  ontzegd,  en  in  Augustus  1837  nam  de  Gouverneur-  
 Generaal  een  besluit,  waarbij  aan  vreemde  zendelingen  alleen  de  
 vestiging  op  Borneo  vergund  werd,  en  dat  nog  wel  onder  voor-  
 waarde  dat  zij  te  voren  een  j a a r ,  onder  het  oog  van  het  Gouvern 
 em en t,  te  Batavia  zouden  doorbrengen,  beloven  zouden  niets  te  
 onderwijzen  in  strijd  met  de  lijdelijke  gehoorzaamheid  door  het  
 Gouvernement  van  zijne  onderdanen  gevorderd,  en  blijven  zouden  
 onder  het  toezigt  der  plaatselijke  au to rite iten ,  die  van  hunne  
 verrigtingen  aan  de  regering  verslag  zouden  doen  1).  Inmiddels  
 was  het  onderzoek  van  Borneo  voortgezet  door  den  zendeling  Dickinson  
 ,  die  in  Januarij  Singapoera  met  het  schip  Himmaleh  ver-  
 laten  had  om  door  den  Archipel  te  kruissen.  Broeder  Arms  keer-  
 de  in  December  naar  zijn  vaderland  terug  2). 
 1838.  In  het  volgend  jaar  werd  de  missie  te  Singapoera  versterkt  
 door  de  overkomst  van  de  broeders  Frederick  Thomson  en  William  
 Pohlman  van  Nieuw-York.  Doty  had  zieh  mede  van  Batavia  der-  
 waarts  begeven  ,  en  re isd e ,  vergezeld  van  P o h lm an ,  naar  Sambas,  
 om  daar  de  toebereidselen  te  treffen  voor  een  duurzaam  verblijf.  Zij  
 k e e rd en ,  na  vier  weken  met  het  bezoeken  van  verschiffende  Malei-  
 sche,  Boeginesche,  Chinesclie  en  Dajaksche  vesligingen  te  hebben  
 doorgebragt,  in  het  begin  van  November  terug.  Tegen  het  einde  
 des  jaars  verzamelden  zieh  de  verschiffende  zendelingen  der  Her-  
 vormde  Hollandsche  kerk  te  Singapoera  om  zieh  tot  het  vertrek  
 naar  Borneo  gereed  te  maken  3). 
 1839.  E r  verliep  echter  nog  geruimen  tijd  eer  zij  werkelijk  vertrok-  
 ken.  Doty  kwam  het  eerst,  in  Junij  des  volgenden  jaars,  te  Sambas; 
   hij  werd  gevolgd  door  Youngblood,  die  in  September  Pontia-  
 nak  bereikte,  en  tegen  het  einde  des  jaars  door  Nevius  en  zijne  
 schoonzuster  Miss  Gondit.  Ennis  vergezelde  de  broeders  niet:  zijne  
 vrouw  keerde  reeds  dit  jaar  en  hij  zelf  in  het  volgende  naar Amerik 
 a  terug.  Thomson  en  Pohlman  bragten  te  Batavia  hun  proef-  
 jaar  door,  waar  de  eerste  het  ongeluk  had  zijne  gade  te  verliezen. 
 Inmiddels  was  de  Board  of  Commissioners,  door  tusschenkomst  
 van  den  heer  Robert  B a ird ,  met  het  Nederlandsch  Gouvernement  
 in  onderhandeling  getreden  over  de  beperkingen waaraan de  zende- 
 *)  Tracy, p. 340,  Verslag van  het  beheer  en  den  Staat der  kolonien 
 over  1849  (Staats-courant,  Bijlagen,  bl.  14:0),  Foreign  Missions,  p. 1,  3. 
 2)  Tracy, p. 340,  341. 
 s)  Tracy, p. 3 6 4 ,  Foreign Missions,  p.  3. 
 lingen  onderworpen  waren.  Het  bleek  den  heer  Baird  dat  de  Gou-  1839. 
 verneur-Generaal  geenszins  eigendunkelijk  gehandeld,  maar  stipte-  
 lijk  de  bevelen  van  het  opperbestuur  in  het  moederland  gevolgd  
 h ad ,  en  hij  ontving  de  verzekering  dat  die  beperkingen  geenszins  
 het  uilvloeisel  waren  van  vijandige  gezindheden,  maar  sproten  u it  
 politieke  oorzaken,  moeijelijk  te  waarderen  door  h en ,  die  met  de  
 verhouding  der Europeanen  tot  Indie  niet  naauwkeurig  bekend  waren. 
   Met  deze  verklaring moest de  heer  Baird  zieh  tevreden  stellen  *). 
 In  1 8 3 9   kon  nog  weinig  degelijks  worden  uitgevoerd;  doch  in  1840.  
 het  volgende  jaar  hadden  de  zendelingen  te  Pontianak  eene  school  
 van  2 0   of  3 0   Chinesche  k in d e ren ,  terwijl zuster Youngblood eemge  
 Maleische  meisjes  onderwees.  Van  Pontianak  u it  deden  de  broeders  
 dit  jaar  tweemaal  een  togt  naar  de  binnenlanden,  om  nader  bekend  
 te  worden  met  de  Dajaks,  aan  wier  verbetering  en  bekeering  zij  
 voornemens  waren  zieh  vooral  te  wijden.  In   de  residentie  Sambas  
 wenschten  zij  zieh  te  Montrado  te  vestigen,  maar  konden  daartoe  
 geen  verlof  ontvangen,  zoodat  het  nog  onzeker  bleef,  waar  zij hier 
 hunne  woonplaats  zouden  kiezen  2). 
 In  het  volgend  jaar  werd  de  zending  te  Singapoera  opgebroken.  1841.  
 Men  had  die  plaats,  vooral  ten  gevolge  der  beperkingen  waaraan  
 de  zendelingen  door  he t  Nederlandsch  Gouvernement  onderworpen  
 werden,  veel  minder  geschikt  gevonden  voor  gemeenschap  met  de  
 overige  eilanden  van  den  Indischen  Archipel,  dan  men  zieh  aan-  
 vankelijk  had  voorgesteld  3).  Op  Borneo  besloot  men  dit  jaar  zieh  
 geheel  in  de  residentie  Pontianak  te  concentreren.  Broeder  Doty  
 kwam  van  Sambas  derwaarts  en  Pohlman  en  Thomson van Batavia,  
 waar  laatstgenoemde,  tegen  het  einde  des  vorigen  jaars,  met  mejuf-  
 frouw  Combe,  eene  Zwitsersche  dame,  als  onderwijzeres  derwaarts  
 gekomen,  was  hertrouwd.  In  het  begin  van  1841  kwamen  broeder  
 van  Doren  en  zijne  vrouw  en  broeder  Stryker  van  Boston  naar  
 Batavia,  om,  na  doorgebragt  proefjaar,  de  zending  op Borneo  tegaan  
 versterken; maar het klimaat der keerkringslanden bleek zoo ongeschikt  
 voor  de  gezondheid  der  beide  eerstgenoemden,  dat  z ij,  op  raad  van  
 hunnen  geneesheer,  zieh  haastten  naar  het vaderland terug  te  keeren. 
 Het  volgend  jaar  was  niet  minder noodlottig.  Het gestel van zuster  1342,  
 Nevius  had  zoozeer  onder  het  klimaat  van  Borneo  geleden,  dat 
 *)  Tracy, p.  383,  Foreign  Missions,  p.  3, 4. 
 s)  Tracy, p.  414,  Foreign  Missions,  p.  4. 
 8)  Tracy, p. 435.