
 
        
         
		1838.  bij  besluit  van  14  Januarij  1 8 3 8 ,  was  toegeslaan,  werden,  bij  re-  
 solutie  van  den  2 3 sten  F eb ru a rij,  de  voorwaarden  nader  geregeld.  
 Hij  zou  de  gronden  voor  het  établissement  benoodigd,  van  het  Gouvernement  
 in  bruikleen  ontvangen,  terwijl  hem,  met  inbegrip  der  
 reeds  gedane  betalingen,  een  voorschot  van  /2 7 .5 0 0   verleend  werd,  
 waarvoor  hem  een  krediet  bij  ’s lands  kas  te  Pontianak  werd  ge-  
 opend.  Bovendien  ontving  hij  een  tweede  voorschot  van  / ’16.000,  
 tot  den  aankoop  van  werktuigen  en  benoodigdheden,  u it  ’s lands  kas  
 te Batavia,  om,  te  gelijk  met  het  reeds  vermelde,  binnen  vijf  jaren,  
 in  te  gaan  met  den  dag  waarop  de  stichting  van  het  établissement  
 zou  verjaren,  te  worden  teruggegeven.  Ook  werd  hem  toegestaan  
 den  heer  J.  A.  Ruhle  als  deelgenoot  in  de  zaak  aan  te  nemen,  
 terwijl  de  assistent-resident  van  Pontianak  werd  aangeschreven  om  
 de  onderneming  zooveel  mogelijk  te  bevorderen  en  voor  de  belangen  
 der  betrokken  personen  te  waken. 
 De  heer  Ruhle  werd  n u ,   bij  notariële  acte  van  den  6 Jen  April,  
 als  deelgenoot  en  administrateur  der  onderneming  aangenomen,  
 onder  voorwaarde  dat  hij  voor  \ ,  o f ,  zoo  de  Pangeran  Bandhara  
 daarin  bewilligde,  voor  J ,   deel  zou  hebben  in  alle  baten  en  lasten  
 van  het  établissement;  dat  hij  als  administrateur,  gedurende den  tijd  
 van  vier  jaren,  een  maandelijksch  tractement  van  ^ 2 0 0  genieten zou,  
 hem  door  den  heer  de  Linge  gewaarborgd;  dat  daarentegen  de  heer  
 de  Linge  eene  rente  van  §  percent  ’s maands  zou  genieten  op  de  
 voorschotten  die  zijn  krediet  aan  de  onderneming  bezorgd  had ;  en  
 dat  de  zaak  zou  gedreven  worden  onder  de  firma  de  Linge,  Ruhle  
 en  C°.  Met  de  aangekochte  werktuigen  vertrok  de  heer  Ruhle  kort  
 daarop  naar  Borneo,  en  kwam  in  Mei  behouden  te  Pontianak  aan.  
 Den  24 sten  dier  maand  sloot  de  heer  Humrne,  als  gemagtigde  van  
 den  heer  de  Linge,  met  den  Pangeran  Bandhara  de  overeenkomst  
 waarbij  deze  de  opneming  van  den  heer  Ruhle  in  de  firma  be-  
 krachtigde,  op  dien  voet  dat  het  aandeel  van  elk  der  drie  contrac-  
 tanten  gelijkelijk  op  een  derde  gebragt  werd. 
 De  heer  Ruhle  begaf  zieh  daarop  naar  Pengharapan  en  vond  den  
 Staat  der  suikerriet-plantingen  huitengewoon  g ü n stig ,  gelijk  ook  
 al  zijne  brieven  en  memoriën  van  de  schoonste  verwachtingen  
 getuigen.  De  Sultan  was  zoo  met  de  orderneming  ingenomen,  dat  
 hij  zelfs  toestond  de  steenen  van  de  graven  zijner  voorouders  tot  
 het  voltooijen  der  schoorsteenen  te  hezigen,  en  den  1 5 den  Augustus,  
 bij  notariële  acte,  aan  den  heer  de  L in g e ,  zijne  erven  of  regtverkrijgenden, 
   alle  hem  toebehoorende  gronden  afstond,  die  hij  voor  de  1838.  
 suiker-kultuur  mögt  willen  ontginnen.  De  heer  de  Linge  bleef  te  
 Batavia  voor  den  bloei  der  onderneming  waken  door  haar  van  het  
 noodige  te  voorzien,  en  zond  onder  andere  in  October,  door  tus-  
 schenkomst  van  den  Sultan  van  Sumanap,  een  aantal  van  8 0  werk-  
 beesten  te  hären  behoeve  naar  Pontianak.  E r   was  ook  voor  eene  
 zoo  jeugdige  onderneming  natuurlijk  nog  behoefte  aan  ge ld,  en  de  
 heer  de  Linge  verwierf  van  den  Directeur-generaal  van  Financien  
 nog  een  krediet  van  f 12.000  koper  op  ’s lands  kas  te  Pontianak,  
 waarvoor drie wissels,  elk  ä  f 4000,  door  de  firma  werden  afgegeven.  
 Ongelukkig  was  deze  ambtenaar  daarbij  eigener  autoriteit  te  werk  
 gegaan,  zonder de goedkeuring van den Gouverneur-Generaal  te  vragen. 
 Onder  deze  omstandigheden,  en  voordat  het  établissement  nog  ge-  
 heel  was  voltooid,  gaf  de  heer  de  Liege  in  November  te Batavia  den  
 geest,  aan  zijne  weduwe  en  kinderen,  die  zieh  in  Europa  bevon-  
 d e n ,  niets  nalatende  dan  de  hoop  op  den  günstigen  uitslag  der  
 onderneming  en  de  ondersteuning  van  een  Gouvernement,  dat  hij  
 met  trouw  en  ijver  gediend  had.  Het  gebrek  aan  metselsteenen,  
 die  te  Pontianak  niet  te  bekomen  waren,  was  de  voorname  oorzaak  
 van  den  tragen  voortgang  der  fabriek.  Men  werkte  echter  sedert  
 24   September  met  een  Chineschen  molen,  e n ,  hoe  gebrekkig  die  
 ook  zijn  mögt,  men  won  daarmede  dagelijks  twee  pikols  suiker,  
 welker  hoedanigheid  minstens  met  die  der  beste  soort  van  Java  
 overeenkwara. 
 Kort  na  het  overlijden  van  den  heer  de  L inge ,  werden  aan  zijne  
 executeuren  de  drie  van  Pontianak  op  hem  getrokken  wissels  ter  
 acceptatie  aangeboden.  Nog  niet  bekend  met den  Staat  des  boedels,  
 verzochten  zij  den  Directeur  van  Financien  om  eenig  uitstel.  Deze,  
 bevreesd  voor  persoonlijke  schade,  dewijl  hij  op  eigen  gezag  had  
 gehandeld,  weigerde  d it,  met  bedreiging  van  geregtelijke  vervolging,  
 anders  dan  tegen  borgstelling.  De  executeuren,  met  warme  belang-  
 stelling  in  de  nagelaten  betrekkingen  van  den  heer  de  Linge  be-  
 zield,  en  voorziende  dat  eene  geregtelijke  vervolging  den  bloei  der  
 onderneming  zeer  benadeelen  en  een  stilstand  te  weeg  brengen  zou,  
 besloten  aan  den  eisch  van  den  Directeur-generaal  té  voldoen,  en  
 stelden  zieh  persoonlijk  borg  voor  de  betaling  der  wissels,  overtuigd  
 dat  zij  door  de  waarde  van  het  établissement  ten  volle  tegen  schade  
 waren  gewaarborgd. 
 Doch dit was niet het eenige ongeluk.  E r was  nog  meer  geld  noodig,