
 
        
         
		1819.  deringen  daarin  gebragt  bepanlden  zieh  hoofdzakelijk  tot  den  Ma-  
 leischen  tekst,  die  met  den  Hollandschen  in  betere  overeenstemming  
 gebragt  werd,  inzonderheid  wat  betreflt  art.  27  betrekkelijk  de  
 troonsopvolging,  waar  de  Maleische  tek st,  gelijk  wij  zagen,  aan  
 de  verheffing  van  den  nieuwen  Sultan  eene  zwarigheid  zou  hebben  
 in  den  weg  gelegd,  die  beide  partijen  in  de  erkentenis  van  den  
 Hollandschen  tekst  als  den  authentieken  gereedelijk  deed  overeen-  
 stemmen.  Alleen  werd  nog,  volgens  het  uitdrukkelijk  verlangen  
 der  hooge  regering,  aan  art.  13  de  bepaling  toegevoegd  dat  alle  
 verminkende  straffen  (ofschoon  door  het  Mohammedaansch  regt  in  
 sommige  gevallen  voorgeschreven)  in  het  rijk   van  Pontianak  zouden  
 zijn  afgeschaft.  Dit  vernieuwde  contract  werd  den  1 6 den  Augustus  
 1 8 1 9   gesloten  en  geteekend  i). 
 Een  der  puuten  die  de  aandacht  van  den  Commissaris  gedu-  
 rende  zijn  verblijf  te  Pontianak  bezig  h ie ld en ,  was  het  onderzoek  
 naar  de  regten  van  den  Sultan  op  eenige  naburige  staten.  Men  had  
 tot  dusverre  van  onze  zijde  in  de  meening  verkeerd  dat  Pontianak  
 eenige  regten  van  Suprematie  had  op  Sangouw,  Landak,  Tajan  en  
 zelfs  op  Matan,  en  Sultan  Kasim  had  zieh  wel  gewacht  van  onze  
 ambtenaren  beter  daaromtrent  in  te  lichten.  Vandaar  de  onder-  
 steuning  reeds  berhaaldelijk  aan  Pontianak  tot  handhaving  zijner  
 regten  op  Tajan  v e rb en d ,  vandaar  ook  de  beschikkingen  omtrent  
 Landak  door  den  Commissaris  Nahuys  en  de  ingewikkelde  vermelding  
 zijner  diamantmijnen  in  het  contract  met  Pontianak.  Men  was  thans  
 eerst  wat  beter  bekend  geworden  met  den  aard  der  betrekkingen  
 tusschen  de  voormalige  0.  I.  Compagnie  en  Sultan  Abdoe’r-rahman,  
 en  de  heer  Roesler  had  ook,  ’t zij  te  Pontianak  of nog  te  Batavia,  ken-  
 nis  eilangd  van  de  in  1779  en  17 8 7   met  Pontianak  en  Mampawa  
 gesloten  contracten.  Het  moest  den  heer  Roesler  duidelijk  zijn  dat  
 de  kennis  dier  betrekkingen  en  contracten  alleen  de  aanspraken  op  
 Sangouw,  maar  geenszins  die  op  de  overige  genoemde  staten  bc-  
 gunstigde.  Sultan  Othman,  te, vreemd  aan  alle  heerschzucht  om 
 het  vernieuwde  contract  met  Pontianak  ontbreekt  mij  een  af-  
 schrift;  doch  er  is  geene  reden  om  te  denken  dat  ten  aanzien  van  dit  stuk  
 an  eis  zou  gehandeld  zijn,  dan  ten  aanzien  der  contracten  met  Mampawa  
 en  fsambas.  Dat  het  contract  in  substantie  hetzelfde  bleef  en  zelfs  het  ge-  
 al  en  de  orde  der  artikelen  niet  werden  veranderd,  blijkt  mij  uit  verschil-  
 lencle  aanhalingen,  o.  a.  uit  hetgeen  daaromtrent  voorkomt  Verwikk.,  bl. 
 82:,  2 8 3 ,  waaruit  ik  ook  de  dagteekening  der  vernieuwde  overeenkomst  
 ntb  leeren  kennen. 
 twijfelachtige  eu  vooral  moeijelijk  te  handhaven  aanspraken  te  doen  1819.  
 gelden,  erkende  zelf  de  nietigheid  der  vermeende  regten  van  Pon-  
 tianak  op  Tajan  ,  uit  traagheid  misschien  meer  nog  dan  uit  belan-  
 geloosheid.  Daarbij  bleek  het  dat  Sangouw  zieh  sedert  lang  reeds  
 aan  den  invloed  van  Pontianak  onttrokken  had  e n ,  even  als  Landak  
 en  Matan,  zoo  al  eenige,  althans  een  zeer  geringen  graad  van  
 ondergeschiktheid  aan  den  vorst  van  Pontianak  bewees.  De  Commissaris  
 was  dus  van  oordeel  dat  waarschijnlijk  door  onze  ambtenaren  
 meerdere  regten  aan  den  Sultan  van  dat  rijk  waren  toegekend,  
 dan  hij  werkelijk  bezat,  en  dat  al  de  genoemde  staten  weliigt  ge-  
 regtigd  zouden  zijn  om  als  geheel  onafhankelijk  beschouwd  te  worden. 
   Dit  oordeel,  later  omhelsd  en  tot  meer  rijpheid  gebragt  door  
 den  Commissaris  Tobias,  werd  de  grond  van  het  stelsel  door  dezen  
 in  1822  en  1823  ten  aanzien  dier  staten  gevolgd.  Op  het  thans  
 vernieuwde  contract  bleef  het  echter  zonder  invloed,  ’t  zij  omdat  
 de  Commissaris  aan  zijne  instruclie  gebonden  was,  ’tz ij  omdat  het  
 gemis  eener  omschrijving  van  het  aan  Pontianak  behoorende  grond-  
 gebied  in  die  overeenkomst  eene  wijziging  minder  noodzakelijk  
 maakte  J). 
 De  post  te  Mampawa  werd  door  den  heer  Roesler,  overeenkom-  
 stig  de  voorstellen  van  den  heer  N ahuys,  op  eenvoudiger  voet  gebragt  
 en  met  een  assistent-resident,  den  heer  Vos,  aan  het  boofd,  
 aan  de  bevelen  van  den  gezaghebber  te  Pontianak  ondergeschikt  
 gemaakt,  die  nu  den  titel  van  »resident  van  Pontianak  en  Mampawa” 
   aannam.  Het  contract  met  den  Panembahan  werd  ook  hier  
 vernieuwd,  zoowel  om  de  afwijkingen  van  de  Maleische  vertaling  te  
 v erbeteren,  als  om  bij  art.  9  de  afschaffing  aller  verminkende  
 straffen  in  te  lasschen.  De  vernieuwde  overeenkomst  kwam  den  
 6 den  September  1819  tot  stand  2).  Mel  het  gezag  te  Landak  bleef,  
 na  de  verplaatsing  van  den  heer  Vos,  de  luitenant  Blanken  bekleed,  
 die  er  zieh  aan  zeer  ergerlijke  handelingen  schuldig  maakte,  
 welke  het  Gouvernement  in  de  binnenlanden  in  kwaden  naam  
 bragten  en  hem  zelven  na  eenigen  tijd  zijne  demissie  op  den  hals  
 haalden  3). 
 Vervolgens  bragt  de  Commissaris  ook  een  vlugtig  bezoek  te 
 f)  Muntinghe,  bl.  172,  182,  183,  vergeleken  met  Tobias  HS.,  bl.  56. 
 s)  Al  het  hier  gezegde  blijkt  uit  het  hoofd,  den  inhoud  en  de  onder-  
 teekening  van  het  verbeterd  contract  met  Mampawa  (HS.),  vergeleken  met  
 hetgeen  boven,  bl.  57  en  7 0 ,  is  aaDgevoerd. 
 8)  Gronovius  HS.,  bl.  1.