
 
        
         
		VIERDE  HOOFDSTUK.  .  . .........................................................bl.  300. 
 Geringe  bekendheid  van  de  godsdienstbegrippen  der  Dajaks.  —  De  Djewata’s.  —  Dajakscbe  
 droom  en  offerfeest  volgens  een  verhaal  van  den  heer  G.  Müller,  ¡jj  De  godsdienst  der  Dajaks  
 eene  vergoding  van  de  krachten  der  natuur.  —  Voornaamste  godheden  der  Dajaks  van  het  
 Kapoeas-gebied.  —  Hantoes.  —  Kosmogonie.  —  Ampatongs.  —  Beteekenis  aan  droomen  gehecht. 
   —  Voorteekenen  uit  de  vlugt  en  het  gefloit  van  vogelen.  —  Tali  penerit.  —  Bijgeloof  
 ten  aanzien  van  sommige  dieren  en  planten.  —  Pamali.  —  Godsgerigten.  —-  Begrippen  aan-  
 gaande  eön  toekomend  leven.  —  Voortgang  van  den  Islam  onder  de  Dajaks. 
 VIJEDE  HOOFDSTUK  .    ...........................................  bl. 323. 
 Verdrukking  der  Dajaks  door  de  Maleijers. — Inrigting der Maleische  staten.  —-  De  adel.  —  
 De  vorst  en  zijne  staatsdienaars.  —  Staaltjes  van  willekeur  en  knevelarij  —  Karakter  der  Ma-  
 leijers  op  Borneo’s  Westkust.  —  Eigen  hoofden  en  raadsvergaderingen der Dajaks.  —  Adats.  IBf  
 Verhouding  der  Dajaks  tot  de  kMaleische  vorsten.  —-  Slavenjagten.  —  Heerendiensten  en  op-  
 brengsten  der  Dajaks  aan  de  vorsten  en  rijksgrooten.  —  Aard  der  verschillende  belastingen  en  
 heifingen. 
 ZESDE  HOOFDSTUK  bl.  342. 
 Expeditie  onder  den  Gezaghebber  Hartmann  naar  Sintang.  —  Opheffing  der  tollen  te  San-  
 gouw  en  Tajan. —  Een  post  te  Sangouw  gevestigd.  —  Vertrek  naar  Sintang.  —  Instellingen  
 van dat rijk. — Regeling van het bestuur te  Sintang.  Togt  naar  Djongkong  en  ontdekking van  
 het  Maleische  meir.  —  Vestiging  van  een  post  te  Sintang  en  terugrcis  naar  Pontianak.  ;J1|  
 Tweede  reis  van  den  heer  Hartmann  naar  de  bovenlanden.  —  Bezoek  te  Merengkiang.  —  
 Strooptogt  van  den  Pangeran  Ratoe  van  Sangouw  op  het  gebied  van  Sadong.  —  Verrigtingen  
 van  den  Gezaghebber  te  Sangouw.  —-  Klagten  van  den  Pangeran  van  Sekadouw  over  de  wer-  
 king  van  het  contract.  —  Hagchelijke  toestand  van  het  garnizoen  te  Sintang.  —  Onrust  door  
 Pangeran  Aria  verwekt.  —  De  heer  Hartmann  bezoekt  de  Melawi  en  Batang-Kajan.—   Zijue  
 verrigtingen  te  Silat,  Soeheid,  Salimbouw  en  Oelah-Lampong.  —  Zijne  gedachten  over  het  nut  
 der  uitbreiding  van  ons  gezag  tot  de  bovenlanden. 
 ZEVENDE  HOOFDSTUK.  .  .  .  ;  ;  ;  ;  ;  .  ;  .  bl.  362. 
 De  heer  G.  Müller  maakt  zieh  gereed  tot  zijn  togt naar het  land  der  Kajans.,Woonplaat-  
 sen,  stammen  en  opperhoofden  der  Kajans.  —  De  Kajans  in  de  binnenlanden  van  Redjang.  —  
 Müller  neemt  de  kusten  op  tot  aan  de  monding  der  Redjang-rivier.  —  Het  eiland  Serasan.  —  
 Ontmoeting  voor  den  mond  der  Redjang.  Müller  ziet  zieh  genoodzaakt  onverrigter  zake naar  
 Sambas  terug  te  keeren.  —  Hij  neemt  de  kusten  van  Sambas  tot  Pontianak  op.  —  Zijne  eerste  
 reis  längs  de  Kapoeas.  —  Zijn  verblijf  onder  de  Kajans.  —  Zeden  en  gewoonten  der  Kajans:  
 tatoeeren,  oor-  en  andere  lijfsieraden,  wapenen,  ijzersmelterijen,  muzijk-instr umenten,  woningen,  
 levenswijze,  plegtige  vriendschaps-verbonden,  huwelijken,  behandeling  der  lijken,  godsdienstbegrippen. 
   —  Müllers  terugtogt.  —  Zijne  tweede  reis  längs  de  Kapoeas.  —  Zijn  vertrek  naar  
 Java  en  verblijf  aldaar.  —  Zijne  zending  naar  Koetei.  Hij  dringt  längs  de  Koetei-rivier  in  
 de  binnenlanden  van  Borneo  door.  —  De  Poenans  en  Manketans.  —  Moord  aan  Müller  ge-,  
 pleegd.  —  Verschillende  berigten  en  vermoedens  omtrent  zijn  uiteinde. 
 ACHTSTE  HOOFDSTUK.  .              .  bl,  400. 
 Het  landschap  Larah  aan  het  Nederlandsch  gezag  overgegeven.  — Maatregelen  van  den  resident  
 van  Sambas  tot  opbeuring  en  bescherming  der  Dajaks.  —  Aanleg  van  Gouvernements-  
 koffijtuinen  te  Sibalouw  en  Kendei.  —  Pogingen  tot  invoering  der  peperkultuur.  —  Toestand  
 der  Chinezen  in  Larah  en  Sinkawang.^—  Gisting  onder  de  Chinezen  te  Montrado.  —  Voor-  
 stellen  van  den  resident.  —  Günstige  staat  van  zaken  in  Mandor.  —  Plan  tot  bezetting  van  
 Montrado.  —  Gevechten  met  de  Chinezen  te  Sinkawang.  —  Ontruiming  van  Sinkawang  en  
 Larah  en  vernieling  der  koffijtuinen  te  Sibalouw.  —  Reis  van  den  heer  van Grave naar Batavia  
 om  de  hooge  regering  in  te  lichten.  —  De  Chinezen  van  Mandor  beginnen  aan  den  opstand  
 deel  te  nemen.  —  De  resident  van  Grave  komt  in  een  gevecht  met  de  zeeroovers  om.  ipi  Her-  
 haalde  aanvallen  der  Chinezen  op  Mampawa.  —  Aankomst  van  versterking,  die  dadelijk  weer  
 naar  Java  wordt  afgeroepen.  —  De  betrekkingen  met  de  Chinezen  blijven  in  statu  quo. 
 NEGENDE  HOOFDSTUK..................................................................    bl. 426. 
 Vruchten  der  organisatie  van  1823.  —  Handel  en  scheepvaart.  —  Nijverheid.  —  Justitie  
 eil  —  Inkomsten  van  het  Gouvernement.  —  De  heer  Tobias  dient  een  plan  tot  vermindering  
 der  uitgaven  in.  —  Veranderingen  in  het  personeel  der  beambten  op  Borneo’s  
 Westkust.  —•  De  Gouverneur-Generaal  van  der Capellen  draagt  het  bestuur  over  Ned.-Indie  aan 
 den  Luitenant-Gouverneur  de  Kock  over.  —  Komst  van  den  Commissaris-Generaal  du  Bus  in  
 Indië.  —  Het  kopersysteem.  —  Geest  der  ingevoerde  bezuinigingen.  —  Reorganisatie  van  onze  
 bezittingen  op  Borneo’s  Westkust.  —  Zending  van  den  Commissaris  Diard.  —  Zijne  voorstellen  
 tot  bevrediging  der  Chinezen.  —  De  heer  van  den  Dungen Gronovius  tot  resident  ter  Westkust  
 benoemd.  —  Afschaffing  der  hoofdgelden en invoering van  tollen  op  den  handel  der Chinezen. —  
 Voortgezette  inkrimping  onzer  posten  op  Borneo’s  Westkust.  —  Vruchten  van  het  stelsel  van  
 bezuiniging. 
 ZESDE  BOEK.  H e t   t i j d v a k  d e r  v e r w a a r l o o z i î î g .   1827— 1846.  b l.  443. 
 EERSTE  HOOFDSTUK.........................................................................    „ 445. 
 De  Sultan  van  Matan  schendt  door  een  aanval  op  Groot-Karimata  het  Nederlandsch  grond-  
 gebied.  —  Wederzÿdsche  krijgstoerustingen  en  onderhandelingen.  —  Verovering  der  bentings  
 aan  de  monden  der  rivier  van  Matan.  —  De  Sultan  onderwerpt  zieh.  — Radja  Akil  tot  Sultan  
 van  Sukkadana  of  Nieuw-Brussel  verheven.  —  Günstige  invloed  der  verovering  van  Matan  op  
 de  zeerooverij.  Dood  van  Sultan  Djamaloe’d-dîn.  —  Reis  van  den  resident  Gronovius  naar  
 Sukkadana  en  Kajoeng.  —  Siechte  toestand  van  Sukkadana.  —  Benoeming  van  Panembahans  
 voor  Simpang  en  Matan.  Voorstel  van  den resident  om een  post  te Sukkadana  te  vestigen. —-  
 Geschillen tusschen den resident en Radja Akil. —  Spanning  tusschen  Radja  Akil  en  den  Panem-  
 bahan  van  Matan.  —  Conferentiën  betrekkelijk  de  zaken  van  het  Matansche  rijk  te  Batavia  
 gehouden.  De  organisatie  van  Sukkadana  en  Matan  bij  een  besluit  van  den  Göuvemeur-Ge-  
 neraal  geregeld.  —  Inhoud  van  het  contract  met  den  Sultan  van  Sukkadana  aangegaan. 
 TWEEDE  HOOFDSTUK........................................................................ b l.  466. 
 Dood  van  den  Sultan  van  Mampawa.  —  De  resident  sluit  ten  aanzien  van  Mampawa  een  
 contract  met  den  Sultan  van  Pontianak.  —  Bijzonderheden  aangaande  den  nieuwen  vorst  van  
 Mampawa,  Panembahan  Nata  Krama.  —  Instructie  voor  den  inlandschen  gezaghebber.  —  
 Dood  van^den  vorst  van  Tajan.  —  Contract  met  zijn  opvolger  gesloten.  —  Dood  van  Sultan  
 Tsafioe’d-dîn, van  Sambas.  •—  De  Pangeran Bandhara  volgt  hem  op  onder  den  naam  van  Sultan  
 Othman  Kamaloe’d-dîn. — Nieuw  contract  met  Sambas. — Overgang der  regering  in Koeboe. —  
 Verbod  aan  Javanen  om  zieh  naar  Borneo  te  begeven.  -—  Ver betering  van  het  établissement  te  
 Pontianak.  —  De heer van den  Bosch  wordt  Gouverneur-Generaal.  M*.  Het  stelsel  van  onthou-  
 dingi:  ■—4’Zending  van  den  majoor  Henrici  tot  opneming der  Wester-afdeeling, —  Nieuwe  bepa-  
 lingen  omtrent  den .zouthandel  op  Borneo’s  Westkust.  —  Gelden  toegestaan  voor  voorschotten  
 aan  de  suikerplanters  en  voor  den  inkoop  van  stofgoud. 
 DERDE  HOOFDSTUK............................................................................ b l .  481. 
 Wanbestuur  van  Sultan  Othman  Kamaloe’d-dîn  van  Sambas.  —  Hij  wordt  op  eene  eervolle  
 wijze  van  de  regering  ontslagen.  —  De  Pangeran  Bandhara  wordt  onder  den  naam  van  Omar  
 Akama’d-dîn  tot  Sultan  verheven.  —  Regeling  van  de  regten  en  pligten  der  hoofden  van  Sambas. 
   -—  Duur  van  des  nieuwen  Sultans  regering.  —  Staat  van  zaken  in  het  rijk  van  Broenei.  
 —  Voorstellen  van  den  heer  Gronovius  tot  het  aangaan  van  een  contract  met  Broenei  en  het  
 zenden  van  een  gezantschap  derwaarts. %4-  Mislukte  zending  van  den  Pangeran  Tommenggong  
 van  Sambas  naar  Broenei.  —  Nieuwe  regeling  der  verhouding  van  het  Gouvernement  tot  de  
 bovenlanden  aan  de  Kapoeas.  —-   Treurige  staat  van  Landak.  —  De  heer  Ritter  in  commissie  
 derwaarts  gezonden.  —  De  rust  aldaar  hersteld.  —  Landak  weder  onder  het  Gouvernement  
 gebragt,  het  bestuur  geregeld  en  een  post  aldaar  gevestigd.  I—  Aarzeling  der  hooge  regering,  
 om  deze  maatregelen  goed  te  keuren.  —  Nieuwe  klagten  en  bezwaren  van  den  Sultan  van  
 Sukkadana.  —  Strooptogten  der  Seribas-Dajaks. 
 VIERDE  HOOFDSTUK.......................................................................... b l .   500. 
 Smokkelhandel  in  de  Chinesche  havens.  —  Blokkade  der  kusten. — Vijandelijkheden  der Chinezen. 
   —  Eischen  en  bedreigingen  van  den resident. — De Chinezen neigen tot onderwerping. —  
 De  resident  stelt  de  voorwaarden  aan  de  hooge  regering  ter  goedkeuring  voor. —  Advies  van  
 den  heer  Tobias.  —  Yerergering  van  den  Staat  van  zaken  op Borneo. — De resident vraagt eene  
 gewapende  magt  van  Java.  —  Benoeming  van  den  Commissaris  Prancis.  —  Voorschriften  aan  
 den  Commissaris  betrekkelijk  de  regeling  der  zaken  op  Borneo  gegeven. — Komst van den Commissaris  
 op  Borneo.  —  Zijn  oordeel  over  den  staat  van  zaken  en  plannen  tot  invoering  eener  
 reorganisatie.  —  Advies  der  Generale  Directie  van  Financiën.  —  Verwijdering  van den resident  
 Gronovius.  —  Bevrediging  der  Chinezen. —  Terugreis  van den Commissaris. — Zijn rapport. —.  
 Nieuwe  bepalingen  omtrent  de  belastingen,  den  handel,  het  civiel  bestuur  en  de  militaire bezèt-  
 ting.  —  De  heer  Francis  bezoekt  Borneo  andermaal  als  adjunct-Commissaris-Inspecteur.  ^-  
 Zijne  rede  in  eene  vergadering  van  den  Sultan  en  de  rijksgrooten  van  Sambas.  —  Bevelen  aan  
 den  waarnemenden  resident  Ritter  gegeven.  —  Yertrek  van  den  Commissaris. —   Zijn  mondge-  
 sprek  met  den  Sultan  van  Sukkadana.