
 
        
         
		1838.  grootheid  van  het  Gouvernement  ontvangen  en  daardoor  meer  en  
 meer tot gehoorzaamheid  aan  zijne  bevelen  gestemd  zouden  worden  1). 
 Ook  dit  voorstel  werd  uiterst  koel  door  den  Gouverneur-Generaal  
 de  Eerens  ontvangen,  wiens  vrees  voor  te  uitgestrekte bemoeijingen  
 der  ambtenaren  op  Borneo  zoo  ver  g in g ,  dat  hij  hun,  zoo  als reeds  
 elders  is  opgemerkt,  omstreeks  dezen  tijd  zelfs  het  bezoeken  der 
 1839.  binnenlanden  verbood  2).  Bij  besluit  van  8  February  18 3 9   werd  
 den  resident  eenvoudig  te  kennen  gegeven,  » dat  zijne  overkomst  
 » naar  Batavia  to t  he t  mededeelen  van  inlichtingen  en  het  doen  van  
 » voorstellen  met  betrekking  tot  den  handel  der  Engelschen  te  Sera*  
 »wak,  niet  als  noodzakelijk  beschouwd werd,  en  die  handel  aan  zijn  
 » loop  moest  blijven  overgelaten  3).” 
 Ongetwijfeld  hadden  echter'  de  vertoogen  van  den heer  Bloem wel  
 eenige  meerdere  aandacht  v e rdiend,  en  hij  had  daaraan  nog  meer  
 kracht  kunnen  b ijzetten,  indien  hij  had  aangewezen  dat  een  ver-  
 drag  met  Broenei,  mits  door  eene  hehoorlijke  hezetting  onder-  
 steund,  dringend  noodzakelijk  geworden  was  to t  beteugeling  van  
 den  zeeroof,  die  weder  in  de  laatste  jaren  op  verontrustende  wijze  
 h e t  hoofd  had  opgestoken,  en  waarvan  sommige  Broeneische  dis-  
 tricten  meer  en  meer  de  hoofdzetel  geworden  waren. 
 Hoe  groot  deze  plaag  weder  geworden  was,  bewijzen  de  maatre-  
 gelen  in  het  jaa r  1838  daartegen  genomen.  Onder  andere  had  
 de  korvet  der  koninklijke  marine  Triton  last  gekregen  om  de  Ne-  
 derlandsche  vlag  in  de  wateren  van  den  Archipel  van  Riouw  en  
 op  de  kusten  van  Borneo  en  Sumatra  te   vertoonen  4).  In  Julij  
 kwam  dit  vaartuig  te  Pontianak  en  zeilde  vandaar,  na  een  kort  
 oponthoud,  naar  Sambas,  waar  de  officieren  aan  den  Sultan  een  
 staatsie-bezoek  b rag ten ,  door  den  vorst  des  namiddags  met  een  
 tegenbezoek  beantwoord  5).  Het  blijkt  mij  niet  dat  de  Triton  hier  
 eenige  ontmoeting  had  met  de  roove rs;  maar  in  het  volgend  jaar  
 werden  door  den  te  Sambas  gestationneerden  schooner  Haai  50  
 praauwen  der  Dajak-Seribas  aangetast  en  met  een  gevoelig  verlies  
 op  de  vlugt  geslagen.  Niet  minder  dapper  kweet  zieh  de  ge*  
 zaghebber  te  Mampawa,  Sjerief  Mohammed.  Niet  zoodra  had  dit 
 ')  Van  Hoevell  L.,  bl.  72—74. 
 s)  Zie  boven,  bl.  475. 
 3j  Van  Hoevell  L.,  bl.  74. 
 *)  Comets  de  Groot,  p.  18,  Temminck,  p.  256. 
 ')  Van  de  Velde,  bl.  64—66. 
 moedige  opperhoofd  vernomen  dat  zieh  negen  praauwen  der  Zee-  1839.  
 Dajaks,  ieder  met  30  of 4 0   koppen  bemand,  op  de  kusten  vertoond  
 hadden,  of  hij  besloot  hen  te  gaan  aantasten,  ofschoon  hij  slechts  
 over  drie  vaartuigen  beschikken  kon.  De  beide  partijen  naderden  
 elkander  zoozeer,  dat  zy  slechts  met  den  klewang  konden  strijden.  
 Sjerief  Mohammed  behield  de  overhand,  nadat  hij  8 0   zijner  tegen-  
 standers  had  gedood,  terwijl  hij  het  verlies  van  slechts  37  der  zijnen 
 had  te  betreuren  1). 
 Inmiddels  waren  de  hoofden  van  Serawak  nog  geenszins  in  de  
 onderdrukking  van  den  opstand  geslaagd,  maar  ook  de  opstandelin*  
 gen maakten geringe  vorderingen  en  zagen  zieh,  zoo  het  schynt,  door  
 gebrek  in  het  naauw  gebragt  2).  Het  gevolg  daarvan  was  dat  in  
 he t  laatst  van  Mei  1 8 5 9   eenige  zendelingen  van  hunnentwege  bij  
 den  assistent-resident  van  Sambas  versehenen,  een  brief  overbren-  
 gende van  hunne  meesters,  waarin  dezen  zieh  ronduit  geneigd  ver*  
 klaarden  om  het  oppergezag  van  het  Nederlandsch  Gouvernement  te  
 erkennen,  en  verzochten  dat  hunne  onderwerping  aangenomen  en  
 de  Nederlandsche  vlag  in   het  midden  hunner  legerplaats  geplant  
 mögt  worden.  De‘heer Bloem  vond  hierin  eene  günstige  gelegen-  
 heid  tot  hernieuwing  zijner  voorstellen,  en  hopende  dat  eindelijk  
 het  Gouvernement voor  zulk  een  verleidelijk  aanbod  zou  zwichten,  
 zond  hij  die  zendelingen  met  hunnen  brief naar Jav a ,  terwijl  hij  te  
 gelijker  tijd  aan  de  regering  eenige  voorstellen  deed  betreffende  de  
 wijze  om  van  hunne  aanbiedingen  de meeste party  te  trekken.  Maar  
 ook  deze  poging  had  geene  betere  uitkomst.  De  afgezanten  werden  
 teruggewezen,  onder  verklaring  dat  de  voorstellen  en  aanbiedingen  
 der  zoodanigen,  die tegen het wettig gezag  van  den  Sultan  van Broenei  
 in opstand  waren,  door het  Nederlandsche  Gouvernement  niet  konden  
 worden  aangenomen,  en  den  assistent-resident  werd,  bij  besluit  van  
 20  September,  te  kennen  gegeven  dat  hij  zieh  enkel  tot  het.  onder-  
 houden  van  vriendschapsbetrekkingen  met  de  onder  Broenei  staande 
 districten  had  te  bepalen  3). 
 Intusschen  was  in  Augustus  te  voren  James  Brooke  met  den  
 schooner  Royalist  te  Serawak  aangekomen  en  door  Pangeran-moeda  
 Hassim  met  open  armen  ontvangen.  Alvorens  hij  in   October  des 
 *)  Cornets  de  Groot,  p.  20,  Temminck,  p.  259,  260. 
 s  Keppel  D.,  I ,   p.  139. 
 8)  Van  Hoevell  L.,  bl.  75,  Rochussen,  bl.  30,  Cornets  de  Groot,  p. 
 20,  Dedel  in  Papers  relative  to  Borneo,  p.  50.