
 
        
         
		1822.  een  der  broeders  van  den  Panembahan  met  een  onderstand,  van  
 ^ 2 0   a  ’s maands  kunnen  gevestigd  worden.  Zoodanig  waren 
 de  middelen  die  door  den  beer  Muller  werden  aanbevolen  om  het  
 handelsverkeer  in  deze  streken  te  bevorderen  en  de  veiligheid  onzer  
 onderdanen  te   verzekeren  *). 
 J)   Gr.  Müller,  bl.  2 8 2 ,  316—31 8 ,  351,  368. 
 NEGENDE  HOOFDSTÜK. 
 De  lnitenant-kolonel  de  Staers  marcheert  van  Loemar  naar  Larah.  —  Ver-  
 overing  van  Chinesche  bentings.  —  Larah  door  de  Chinezen  ontrnimd.  —  
 Vruchtelooze  onderhandelingen  met  de  Chinezen.  —  Men  beslnit  tot  een  togt  
 naar  Montrado.  —  Geheime  reis  van  den  Commissaris  naar  Java  om  verster-  
 king  te  lialen.  —  Aanval  der  Chinezen  op  Larah,  door  kapitein  Trip  afgesla-  
 gen.  —  Aankomst  van  versterking.  —  Voorbereiding  van  den  togt  naar  Montrado. 
   —  Togt  over  zee  naar  Sinkawang.  — Vermoeijende  marschen,  —  Vreed-  
 zame  ontvangst  te  Montrado.  —  Gedwongen  uitlevering  van  wapenen.  — Straffen  
 aan  de  Chinezen  opgelegd.  —  De  troepen  verlaten  Montrado.  —  Onderhandelingen  
 met  de  Chinesche  hoofden  te  Sambas.  —•  De  Chinezen  onderwerpen  
 zieh  aan  de  voorwaarden  van het  Gouvernement.  —  Straf  der  belhamels  en  al-  
 gemeene  amnestie  der  overigen,  —:  De  expéditionnaire  troepen  keeren  naar  
 Java  terng, 
 Ons  verhaal  keert  thans  terug  naar  het  rijk  van  Sambas,  waar  1823.  
 wij  den  luitenant-kolonel  de  Stuers  te  Loemar  verlieten,  op  het  
 oogenblik  dat  hij  zieh  gereed  maakte  om  Larah  aan  te  tasten.  Tot  
 regt  verstand  der  volgende  gebeurtenissen  is  het  noodig  hier  aan  
 te   merken  dat  Larah  u it  twee  kampongs  bestond,  op  eenigen  af-  
 stand  van  elkander  gelegen,  e n ,  daar  de  eene  steeds  aan  Tai-kong  
 behoord  h a d ,  de  andere  aan  Sin-ta-kioe  was  ontweldigd,  door  de  
 namen  Larah  Tai-kong  (ook  Bankajang)  en  Larah  Sin-ta-kioe  on-  
 derscheiden.  De  luitenant-kolonel  had  thans  te  Loemar  266  man  
 bijeen,  en  tro f  den  1 9 deu  Januarij  de  noodige  schikkingen  om  den  
 volgenden  dag  te  kunnen  oprukken.  Kapitein  Schneider,  die  zwaar  
 ziek  was,  liet  hij  met  50   meest  invalide  manschappen  in  het  ver-  
 sterkte  kongsie-huis  te  Loemar  achter;  het  overige  verdeelde  hij  in  
 twee  d iv isiën ,  ieder  van  omstreeks  1 0 0   m a n ,  waarvan  de  eerste  
 werd  aangevoerd  door  den  l 8ten  luitenant-adjudant  B o urdon,  de  
 tweede,  u it  Ambonezen  bestaande,  door  den  l sten  luitenant  van  der  
 Palm.  Eenige  artilleristen  met  twee  hand-mortieren  stonden  onder  
 het  bevel  van  den  l ste“  luitenant  Stennekes.  De  kapitein-Chinees  
 Smg-sang  van  Sambas,  die  den  luitenant-kolonel  naar  Loemar  ge