r j4 P R Ö E 'V E der
v Foyer. Ttèlc, gelyk ulshet 4 Brandpunt van het Oog-glas is tót hetBrandpunt
i Tangens, van het voorwérp-glas, dat ook alzo de-é Raak-lyn 'vian de hélft der
c.^nSle c Gezicht-hoek op de Vérre-kyker, is., tót de Raak-lyn van de hélft
Muitiph- der Gezicht-hoek, d vermeerdert zynde niét de Vérre-kyker. Vérders
ce'. ■ is het openbaar, dat een V érre-kyker zo dikmaals de voorwerpen vermeerdert
en doet naaderen , als het Brandpunt van het Oog-glas is be-
greepen inhct'Brandpunt van het voorwérp-glas; dat; is,, dat deszélfs
s Multipli- e vermeenigvuldiging kart uitgedrukt wérden, door het ƒ zoveeldeder
qati°n, „ deelinge vanhet voorwérp-glas door het oog-glas. En, by gevolge,
aTfio"' dat het geenims'en is door de vermeenigvuldiging der Gezicht-hoek,
' dat men de vermeenigvuldiging van een Vérre-kyker, beneevens het
Objefts. aan-naaderen der ^Voorwérpen, uit .moet drukken.
Nóch vólgd jhier.'mt} dat [twee onderfcheidene Vérre-kykers onder
‘Quociens. njaikanderen inreedezyn, als deezezélve » zoveeldens.
.^Obliquesf.
Sp'hrxra,"
Foyers,
« Vifion.
«Plans,
p Globes,
$ï>iapbragr
Foyer,,
commun-
J PafTage.
j.Obliques.
Twintigfte L i d .
J3at men 'de voorwérpen veel verwarder ontrénP de randenïnoet zién, als on-,
trént het middenvan de-Vérre-kyker ï en uitwatreede.
Men kan hier uit oók heel gemakkelyk begrypen, uit Wat rëede de
v.oorwérpen , die men ontréntde buitenfte'ra'nden der Vérre-kykers ont-
dékt, èn waar van het'beeld gefórmèerr wérd door ftraalen die al te
^fchuinszyn, noodzaakèlyk zeer 'verwart gezien moeten Wérden, by-,
aldien men dé Üog-glaazen Van een al tegrööten gedeelte'van een /Kloot
neemt, als meede, Waarom ze aan óns Zo veel te verwarder moeten voor-
koomen, als dit gedeelte van een'Kloot grooter is ; want de m Brandpunten
, zo wél van het Voor- Wérp-akOög-glas, die, om de n Z;ening
onderfcheiden tëmaaken, malkandefe raaken moeiten als twee o platte
vlaktens,, en raaken élkandere niet anders, als, gelyk twee /? Kloo-
•ten, waarvan de eene'tót zyn halye-middellyn heeft, ;dcafftanddie der
is, vanhet gemeene Brandpunt'af, tót aan het Voor wérp-glas toe, en
de andere., deafftand diederis., van dit'Brandpuntaf,tót aan het Oogglas
toe.
Een-en-twintigfte L i d .
■ Waarom men noodzaakeljk^een q middeljchót-ntoet maakgn, ontrent het gemeene
Brandpunt van het Voorwérp-eri het Opg-ghu.
Het.is dan ook, by gevólge, van de uittérfte noodzaakelykheid , dat
men ontrent hét r gemeene ^Brandpunt een ■ middellchót tnaaito, om de
ƒ doorgang van Zulke ftraalen daar door té ft uiten, die' al té -f: fóbuins<Zyn,
en die anderfins de voorwérpen, daar ze van daan koomen, mét'néel
veelverwarringe zoude koomen te veftoonen. Mén fean ook , booven
ftien,
1 D E U R Z I G H T - K U N D E . 155
dien, de twee glaazeji m#^epeneen.igfins!doen naaderen , zodaj-,
^ eeivk alsmén hieryiet, datdètwee AenB, m?lkandere
fnyden. Maar, men moet ook met eenc daar goede
zórgc voor draagen,, dat men deezetweeglaazen heteene
het andere niet al te veel en doe naaderen, opdat dci voor- f' oblcets
W-érnen, diein het midden vandc. Vérre-kyker koomen, zich met heel
verwardelyk aan ons Gezicht, en zouden koomen tevertoonen, terwy le
dat die voorwérpen, ach met dé.uit-,
terfte néuigheid'en ondërfcheidehtlykheid afbeelden , gelyk. als men
zulks alles door de érvaarentheid zelve bevint zodaamgte weezen.
Twée-ën-twiiitigfte L i d .
Wat'er z.al moeten gebeuren, z.ó waaneer’het Oog-glas altedichtaan hetVoor-
wérp-glas is-, als meede, wat’er voorzalmoetenvallen, wanneer het Oogglas
al te vérre.vanhpt Voorwérp-glas-is afgeleegen.
Ik geloove niet dat het nuzoheelmoeijelyk omte begrypen zal zyn,
uit wat reede men zomtyds ,een Star eemgfins hlaauw-achtig komt te
befchouwen, wanne.er.de twee glaazqn van een Verre-kyker op een zeer
kere afftand al. te dicht by malkandercn zyn : want alsdan koomen er
zeer vecleroode ftra.alen te ontfnappe.n en te verdwynen, zonder dat’er,
om zo te.lpreeken , één éenige blaauwe ftraal kan weg-geraaken-, als
meede, waarom men in teegendeel zulk een Star eemgfins rood-achtig
komt te zien, wanneer de twee glaazen van een Vérre-kyker op een
zeekere atftand al te, vérre, van malkanderen zyn afgefcheiden: wantin
zulk een geval koo.men’er zep.r veele blaauwe ftraalen weg te fnappen,
WËmm j S w één éénige roode ftraft. kan wég-geraaken.
La at A Be en zeekere Star zyn, wélkers beeld G H zich in het ebrand- c£eycr*
punt van het voorwérp-glas C D dtomt te vertoonen, wanneer men nu
het Oog-glas tót aan E F toe voort-fchuift, zo zullen de roodeftraalen,
«Cén a t ) . aan het Oog-glas E F koomen te ont fnappen, zonder dat de
blaauwe en violétte ftraalen Cv en ^D, zullen konnen wég-geraaken.
V z En,