
W a t vérder de geene aangaat, die na -America toe willen zeilen,
deeze trachten terftond het Zuiden te k rygen,. als w él verzeekert zyn-
<le, dat z e , wanneer ze zo vérre gevordert zullen weezen, a een
«Ventfaro- ^ in d zullen ontmoeten, die hén na het WejlentocztA bréntib
e' gen. Door ééven deeze zélve reede moeten ook die ge ene , wélke
uit America na Europa toe willen zeilen, Zö dra als het hen mooge-
lyk is, de breedte van 30 graaden trachten te krygen, alwaar zc een
Zuid-Wéfte wind zullen beginnen te k ryg en, die hén voorts na het Ooft en
-toe zal bréngen.
t
H e t v y e t i e n d e h o o f d -d e e l .
t M>rc In- jftehélfende de Hiftorie der Winden van b de Indiaanfche Zee*
dicum' hneevens eene Verklaaringe der aanmérkens-w aardig Be
Veranderingen die ontrent dezelve voor-valkn.
Ee rlte L 1 d .
Da? er in de Indiaanfche Zee sommige gereguleerde, en sommige c rondfom-
ePetiodi- loopende winden plaats hebben.
qüds. ‘
In de Indiaanfche Zee zyn de Winden ten deelegereguleert, gelyk-
als in de Atlaantifche Z e e , en ten deele rondfomloopende j dat is,
zodaanig, dat ze de eene helft van het jaar uit den eenen hoek waai-
je n , en ae andere hélft vant’Jaaruit een vlak daar-teegen-over-ftaande
hoek; maar échter op zodaanig eene w y z e , dat deeze verwiflelingen
op onderlcheidene tyden koomen voor-te-yallen, na de verfcheidene
dsima d geleegenheeden deezer Z e en , ten opzichte der Landen, en van
tiotis. ’ de Zon. He t is échter ten uitterfte moeijelyk, om f de paaien der
, Bornes. indiaanfcheZeen , die de gereguleerde en ƒ rondfomloopende Winden
yperiodi- onderworpen z yn , heel net te.bepaaleni doch ik zal echter hier ter
<fucs‘ plaatze alléén hérhaalen, het geene de Heer Halley daar van z é g d , in
2 Suppata- zyne g Hiftoriefche uitreckcmnge der W-inden.
tion Hiftoriqaedcs
Tw e ed e L I D.
Venrs,
Eerfte h Waarneeminge, aangaande deeze Winden.
iRemar- H y i m é rkt dan voor eerft aan; dat’er in t ’algemeen.tuflchen de z o e n 30
nuca. c randen Z u id e r b re ed te , een gereguleerde Zuid-Oofte-wind allenthalven
* • he er fch t,
heerfcht, wélke wind ook dezélve is , die in de Atlantifche Zee ontrent
®p <1 eene gelyke breedte waait. ■ ~ «Parcille
Latitude.
Dérde L i d .
Tweed? b Waarneeminge. y Obfèrvatioja.
Ten tweeden-, Dat deeze zélve W in d , van de Maand Jmius a f,
tót de Maand Hovember to e , zich uitftrekt, tót op twee graaden van
den c Eevenaar: maar dat men, ..van de Maand November a f, tót de c M r-
Maand Jmius toe, d eenrécht-daar-teegen-ftrydigeNoord-Weftewmd ,/vcntcon-
gewaar wérd, tuflehen de Zuider breedte van 3 en zo graaden, dicht traire.
by het Noorder punt van het Eiland Madagaskar-, alsmeede, tuflehen
de a en 1 1 graaden van die zélve Zuider breedte, dicht by de Eilanden
Java en Simatra.
Vierde L i R
jDé'fde e Waarneeminge, _ * Obfcrva
tion.
Ten derden 5 Dat’er, van de d é r d e ^W Zuiderbreedte af, in d eg c -
heele Indiaanfche en Arabtfche Zee, als ook in de Gólf van Bengale,
tót op de K uft van Africa toe, doorgaands een Noord-O ofte wind heerfcht,
die van de Maand O Sober a f tót dé Maand van April toe hélder doorwaait:
en een .Zuid-Wé(le wind, die van de Maand April laf tót de
Maand van Oftober toé door-waait-
Vyfde L 1 d .
Vierde Waarneeminge
Ten vierden-,Dzt men, van de Maand April af,tót de Maand vatt OBober
to e , van de Zuid-kant van den ƒ Eevenaar a f, tuflehen Africa en het f Equator;
Eiland Madagaskar ^ Noord*waards aan 5 tot den Eevenaar toe 9 een
f geftaadige, doorgaande Zuid-Zuid-Wéfte ïvrW gewaar w é rd , die f Ventcoii-
zo veel te méér na het Wéflen (le Coucham) toe gewoon is te héllen, tlnuc *
als hy vérder om de Noord komt; tot zo veiie zelfs, dat hy einde-
lyk t’éénemaal Wéft~Zuid-Weft werd. De Heer Halley zegd verder,
dat hy tót nóch toe niet -wél en heeft kunnen ontdékken, wat het
voor Winden z yn , die ontrént deeze boovengenaamde Kullen gewoon
■ zyn te waaijen, van de Maand O Sober af, tót de Maand van April
to eS doordien de Stuurluiden, die uit Ooft-Indie weeder na Europa hpv0Utc>
toe vaaren, hun h ftreek altyd gewoon zyn te neemen ten Zuiden van
G g "tf