
t i ó b e g i n s e l e n
Lucht, die booven dat gedeelte der Zee is daar we zp aanftonds van
hébben gefprooken , genoodzaakt wérd, om zich mét ééven zo
Efford grooten a kracht na die Landftreek toe te beweegen, als de algemeene
\ Seus coii- Oofie wind kracht aanwénd, om die zélve Lucht in een b tccgcnftry-
nairc. dige zin te doen voortgaan; het-wélke dan ook te weege bréngt,
c indiffe- dat de Lucht daar ter plaatfe c onverfchillig moet weezen, om zich
rent‘ na de ééne óf na de andere kant te wénden. Deeze reede nu is, on-
i obferva- zes érachtens, genoegzaam, om aan deeze eerfte d Waarnceminge
tion. te voldoen, en die op-te-lóflen.
Twaalfde L i o.
Uitlégginge van de tweede Waarneeminge.
Wat nu die geene aangaat, wélke na de Caribifehe Eilanden, óf de
Am ille s, toe zéilen ; men behoeft zich in geenen deele daar over te
verwonderen, wanneer men bevint, dat ze, zo-wanueer ze de Kuiten
van Americabegmntn te naaderen, gewaar wérden, dat de Noord-
Oofie wind, die onophoudelyk tuffchen de twee Kêêr-kringen. (Tropici)
waait, hoe langerhoemeer dei O oStelijkbegint te wérden; als meede,
-[-Generale, dat ft de algemeene Oofie wind alléngskens begint te verminderen
en af-te-neemen, na dat men meerder na het Wéften toe
eOblèrva- j.omt te naaderen, gelyk-als zulks in de tweede e Waarneeminge is
C10H' ter-needer-geftélt. Want men mag wél vryelyk gelooven, datdee-
ze zélve veranderinge van de Noord-Oofie- ineen Oofie wind daar alléén
van-daan-komt, dat,. na maate dat de Noorde wind daar de Noord-Oofie
ƒ Sompofé wind uit/is te-zaamen-gezét, de Eevenaars-lyn {Linea,Adqiiwottidis)
begint te naaderen, ook ééven zo de Zuide wind, daar de Zuid-Oofte
wtnd insgelyks- meede uit is te-zaamen-gezét, hém méér en méér
teegenftaand begint te doen, en, dat hy eindelyk door dit middel
te-weege-bréngt, dat de Noord-Oofie wind alléngskens zo uittermaaten
ongevoelig wérd, dat’er genoegzaam niets méér als de zuivere Oofie
wend over-en-blyft, die zich gewaar doet wérden. Deeze zélve Üe/rc
wind nu moet ook noodzaakelyk heel veel van zyn eerfte kracht verliezen
, na maate dat men meerder na het Wéften toe komt te naaderen;
doordien de hooge Bérgcn van America, die zich teegen de
g RcSec’air. de loop (cours) deszélfs aankanten, deeze zélve wind daar door ook
noodznaken omzicht om-te-moeten-buigen; door welke wcêrom-ftui-
tinge (refiexio) ze hém ook deeze zélve Wéfte wind doen veroorzaaken,
i Tropici. da° nu regcjs a[van js gehandelt, die buiten de twee h Kêêr-kringen
heerfcht. (Bede de 7,8 , en $ .Jl Leeden in het maft-voorgaande Hoofddoel
van d(. Windes.) ■
Dei-
..der N A T U U R-K UNDE, t ty
Dértjende L i d.
H Oploftinge van de de'rde Waarneeminge. * Erpücjtion*
By-aldien de Lucht tuffchen de Kêêr-kringen (Tropici) over-al nét
Ééven zéér b verdunt wierd, zo zou’er eene goede fchynbaarheid van h pxarcgcr
waarheid weezen, dat de gereguleerde winden zich overal ook nét
ééven vérre van den Eevenaar (<s£quator) zouden uitftrékken: Maar,
doordien de Lucht heel veel meerder booven het Land als booven de
Zee verdunt wérd, en nóch daar-en-booven mérkelyk méér booven
de Landftrecken die fandachtig zyn, als booven de Landen die zulks
niet en zyn, zo moet dit ook noodzaakelyk eene mérkelyke veranderinge
onrrént dé uitgeftréktheid der gereguleerde winden veroor- '
zaaken; dat is, dat deeze winden zich wél noodzaakelyk vérder na
de kant van America toe moeten uitftrékken, als ze zulks wel na de
kant van Africa, koomen te doen.; na de gelykmaatigheid (Proportio)
dat’er in Africa Landftrecken zyn, die bekwaamer zyn om de luchtte
verdunnen, als ’er wél in America wérden gevonden. Want het is
e baarblykelyk, dat de lucht, die verdunt wérd booven de landen die c Evident
buiten d de Kêêr-kringen zyn, winden moet veroorzaaken, die vlak d Tropici'.
teegen de gereguleerde winden aan-loopen; dewyle deeze gereguleerde
winden veroorzaakt wérden, door een lucht, die door zyn
eige gewicht .voc-rt-geflee.pt wérd na de Eevenaars-lyn toe, (Linea
t^Eijuinottidis) en dat de andere winden voort koomen, uit een lucht,
die door zyn gewicht na de As*punten (Poli) toe wérd gedreeven. Dit
alles nu wérd volkoomentlyk door de onwraakbaareErvaarentheid zélve
bevéftigd, die ons zonneklaar doet zien en bevinden, dat men, vólgens
de dérde e Waarneeminge, deeze vafte Winden na de kant van «obferva-
Africa niet eerder gewaar en wérd, als, op ƒ de breedte van 30,51, «°n.
óf |2 graaien-, het geene men insgelyks ook zo ziet gebeuren na de / Latitudo.
Zuid-kant van den g Eevenaar toe; want h de fcheidspaalen der ge- £
reguleerde Winden zyn, ontrént de Cabo de bonna Efiperan^a, wél on- 1 Limit«0/’
trént 5 óf 4 graaien naader aan de Eevenaars-lyn 5 ( Linea tALjuim-
(Itialif) als ze wél na d@ kant van Breftl zyn 5 gelyk-als hier booven
in het dfde Lid nu reeds al gezégd is, ( bede hier op de by-gevoegds
Kaart oppag, i to .)
Veertiende L i d .
Frkjaaringe van de vierde i Waarneeminge. ] Obfcmu
tion,
tiet geene ten uitterften aanmérkens-waardig is, aangaande de ge-
reguleerde Winden, beftaac daar in, dat deeze Winden, van de
F f i Noor*