
B L A D - W Y Z ER.
Xachtigfte Lid. Dat de Staart-ftarren
zich meeft altyd des Winters , en
heel zélden des Zoomers, zien haten,
en uit wat reede zulkszose-
ichiet. 4Ig
Ecn-cn-mchtigftc L ij. Dat een zeekere
foort van Steenen, van een wonder-
baare grootheid, wélke men wél
zomtyds uit den Heemel heeft zien
- r 5ufn ’ n^rê ensanders van daanen
hebben kunnen koomen, als alléén
van de Zon. 1I9
Tv>ee-en-tacbtig/lc Lid. Op wat wyze
een vafte Star te voorfchyn kan
koomen, en, eenigen tyd daar na,
weeder verdwynen. 1M
Vric-en- tacbtigjte Lid. Op wat wyze
een.vafte Star op.zeekere gereegelde
tyden te voorfchyn kan koomen., en
Weeder t'eenemaal verdwynen. u o
Prier-:n-mcbtigjle Ud. Dat de Ondervindingen
en Waarneemingen, die
men door het middel der Vergrootglazen
kan maaken, waarlyk on-
__ eindig zyn.
Vyf-en-tichtigfle Lid. Dat men een oneindig
getal van bloedelooze dier-
-tjesinhet ftilftaande waater gewaar
wérd, .en hoe ze daar in koomen.
i i l
Zes-en.-iachtigjte Lid, Proeve.dcrboo*
ven-geméltegi(Gnge.
Zseven-m-uchugfle Lid. Dat het zélve
waater, het geene eenigen tyd te
vooren t'eenemaal mét bloedelooze
diertjes is vervult geweeft , wél
zomtyds weeder geheel .en al klaar
en deurzichtig wérd , zonder dat
. men’er het minfte bloedelooze diertje
mêêr in gewaar kan wérden ea
uitwatreedezulksgefchiet.
vdchi-tH-uchtigfh Lid. Dat het zaad
van meeft alle viervoetige dieren
t eenemaal vervult is mét een oneindig
getal van beele kleine diertjes,
wélke ten naaften by de gedaante
hébben van gebooren—wér—
■ dende Kik-vorflchen; en dat het
zaad der voogden insgelyks mét
kleene diertjes vervult is, die de
gedaante van Wurmpies ó f Aaltjes
hebben. z
LSeegin-en-lachtig/le Lid. Giflinge^en
gevolgen, die ik getrokken'hébbe
uit deeze Ondervindinge, aangaande
de voort-teelinge. 2.14
Neegmugfic Lid. Wat het ei van een
vi ouwe is , als meede , op wat
wyze een kind in 't gemeen ter
waereld komt* J&g|
Em-cn-ncegent.gfle L ij. Dat men dit
ontwerp , aangaande de voort-
teelinge, nóch wél veel vérder
zoude kunnen voort-zétten en
op wat wyze zulks zoude kunnen
gefchieden, l t _
Twee-en-HcegentigJie Lid. Wat ik hier
ter plaatfe door de naam van het
zaad wil verftaan hébben. 117
Drie-en-ncegentigfte Lid. Onderfcbei-
dene Waarneemingen , aangaande
het zaad der dieren. t
Vitr-cn-Htegeniigjle Lid. Dat men ook
insgelyks eeven het zélve van het
voort-koomen der Planten zéggen
kan, en dat de dieren en de planten
heel veel gelykenis mét malkander«,
hébben,
PROEVE
Fol: t
p r o e v e
D E R
DEURZICHT- KUNDE.
Ew y le de Straalen van het licht devoornaamftevoor-
wérpen der a Deurzicht-kunde zy n , zo zal ik, in deeze
kleene b Verhandelinge, myn eerfte begin neemen met
het onderzoek van der zelver oorfprong en natuure j en
daar na zal ik my trachten beezig te houden aan het
nafpeuren van de natuure der lichamen, zo w e l der e
duiftere , als der d deurzichtige. Ik zal dan reede
trachten te geeven, waarom de ftraalen des lichts zich koomen uit te
ftrékken e in een rechte lyn, terwylze door een deurzichtig lichaam
van het zelve geflacht- heene fchynen ; vérders zal ik a anwyzen, uit
wat reede die zelve ftraalen, wanneerze door deurzichtige lichamen doorgaan
a Dioptri-
que.
b. Traâa*
tus.
c Opaques.
i Diaphanes.
e En ligne
droite.
, die van een onderlcheide geflacht z y n , zich van haar gewoone
w é g a f buigen, terwyl ze ten uitterften naauwkeuriglyk ƒ dereegelder
hoekmaaten koomen op te vó lg en : daar na zal ik toonen, waarom deeze
ftraalen g wederom fluiten, wanneer ze eenige harde lichamen koomen
te ontmoeten, mitsgaders, uit wat reede, terwyle die zelve ftraalen w e derom
fluiten, de h wêêrftuit-hoeken met de raak-hoeken gelyk zyn.
ƒ La regie
des Sinus,
g Réfléchir.
iLes angles
d’incidence
& de reflexion.
» Optique.
N a dit alles zal ik gaan verklaaren, wat menby een punt te verftaan
h eeft, ontrent zaaken i de Gezicht-kunde raakende. Hier op zal volgen
een korte en beknópte befchryvinge van het O o g , als m eede, op
w at w y ze het Gezicht toegaat. En eindelyk zal ik een lichte en ge-
makkelyke maniere aan gaan w yzen, om allerleije IbortenvanGlaazen
en Vérrekykers w é l te flypen , mitsgaaders , op wat wyze men zich
mét de meefte nuttigheid daar van kan en moet bedienen. O p alle deeze
zaaken zullen, tot eenflótdeezer Verhandelinge, v ó lg en , verfchei-
dene k. Waarneemingen, die door het behulp deezer glaazen zyn gedaan,
wélke moegelyk bevonden zullen werden zeer veel gewichts toe te breng
e n , tót het oplóflen van veele verwonderenswaardige gewróchten der
natuure.
k Obfèrva-
lions.
A II. HOOFD