
«Rayons
ineidens
paralleles
ài'Axc.
b Angle d
refraction
c Angle
d'incidence.
à Foyer
abfolu.
t Terme.
f l’Axe.
£Dcmidiametres.
b Parallèles
à P Axe.
«Plan-
con vexe.
Rayon
d’incidcncê.
/l’Axe.
tn Parallele.
o Plan-
convexe,
0 Rayons
incidens.
ken, alle de gebrookene flraalen
zoude kunnen vinden, van alle de
/» Raak-ftraalen, die eevenwydig
aan de as waaren.
Hier vólgd uit; dat, zo wanneer
de Raak-hoek heel klein is,
deeze hoek het | deel uitmaakc
van de gebropke hoek, en dat,
c bygevolge, d ebWanftraal-hoek
• het ander t deel van deeze ge-
brooke hoek uitmaakt, en de helft
van de c Raak-hoek.
Nóch vólgd hieruit; dat B C
is tót C D , gelyk als H G is tót
H D , en H E tót H C ; datHE
is tót H G , gelyk als H C is tót
H D ; dat E C is tót E H , gelyk
als B D is tót B C , enz. W ant
de drie Driehoeken , B C D B ,
D H G D , e n E C H E , zynalle
gelyk.
Ook vólgd hier u it, ‘ dat het
punt G , dat men hier ter plaatfe
het d vol ft rékte brandpunt wél
mag noemen, het e Paal - teeken is, onder 'het wélke, ten opzichte
van het Middelpunt, geen gebrooke flraal dq ƒ as o^it en zal kunnen
fnyden: want C B min G B , plus E C : dat i j , C D I E C zyn ge-
lykaanEGj en, by gevolge, is het volftréktej brandpunt G alty t dric^
halve-middellynen van het Middelpunt E afgelgcgen.
Hier vólgd meede uit i by-aldien twee flraalfcn , die b eevenwydi»
aan de as zyn , op een | plat-verheeve glas koomen te vallen, waar
van de platte zyde na het voorwerp is toegekeert, dat dan de gebrooke
ftraal, die van k de Raak-flraal af komt die het naafle by deas is, deeze
zélve as veel vérder van het Middelpunt E af zalfnydén, als een gebroo-
ke ftraal doen zoude, die van een Raak-ftraal af komt die wél hetvér-
lle van de l as is afgeleegcn, en, by gevolge, dat alle de gebrookene ftraa-
len malkanderen zullen moeten fnyden, voor-en-al-êêr ze tót aan de as
toe kunnen geraaken,
Nóch vólgd hier uit; by-aldien vier flraalen, die eevenwydig aan
de as zyn, op een n plat-verheeve glas koomen te valien, waar van de
platte zyde na het voorwérp toe is gekeert, dat alsdan de twee gebrookene
flraalen, die van de twee « Raak-ftraalen af koomen, welke het
üaafte aan de as syn, deezezélveas zullertfhyden, in tweepunten, die
veel
«veel dichterby S S S t ó S f E
len wél doen zouden, fchoondat de twee eerfteraak-
• «-Vi
b % a^ ® f e ï l e2 [f!SwRnneer!dê c Raak-hoek groot is 41
Verders v o lg d P ie r^ “ brooke ftraai aisdan de as zal fnyden in het
den en148. minuten,^ datd deelen zal afgeleegen Weezen-, datis,
punt M , dat de Vsny-lyn van deeze foekhébben zalboohet
geheelc ^ Jflifoèkmaat vim 1 oooóo veneen/geheelehoekmaatvmio », öj^nideberofctké;l tEzy;CndMe ,E d)a ta dlwe ahaarlv deer
df eM ESC grwUs 41 'grnaden en 48! minuien, én al waar E M tót
hoek M E R g S J g * df ordiende5 yfehoek E C M C gelykisaande
nDri^eho lek’ i f R A ïo moet ook de hoek E CM récht Weezen , en, A C B A M m l n de hoek M E C weezen, waar
geweeft te. zyn van xooooo
vól bd hier uit*' dat het punt Mfièt i paal-teèken is, bóo1-
Ew 2 lke g ten opzichte van het ^.Middelpunt E , geengebróoke
geraaken, enz. m r&ern ’i Een « plat-verheeve glas ge-
1 geeven zynde, waarvandeobóiligheidnahet voorwérp
toegekeert is, zo zullen de Straalen, diep eevenwydig
aan de as zyn, zich in het q volftrekte
brandpunt weeder te zaamen veréemgen, dat van
het glas is afgeleegen de lengte van een r Middel-
}yn van het glas,- min f van deszdfs dikte.
Laat E het Middelpunt weezen der ƒ bolligheid
Van het t plat - verheeve glas C DB} laat D het
* Tóp-punt zyn j D P de dikte, F het volftrekte
brandpunt van de bolligheid GDB*, zo wanneer
hét alléén is 5 laat R H de Straal weezen , die
door de w platte vlakte C P R gebrooken iS, en
laat dierhalven H het M volftrékt brandpunt zyn»
zo zégge ik, dat HP zo veel doet als een geheele
» MiddeHy», min-f der dikte DP.
J z Betooginge. R F is tót RH,- gelyk als 3 is tot
i j nu, dewyie R F gevoeliglyk gelyk is aan EF,
en dat R H aan P H gely k is 5 zóisPFooktotPH,
Fa
Convexité.
b Rayons'
incidens.
c Angle
d'ineiden-
çe.
d Exces.
«Secans.
/'Sinus
total. j
gSecäös. '
b Sinus
total.
«Terme» -
Centre* '
I l’Axe.
tn Propofi
tion.
n Plan-
convexe.
0 Convexité.
p Parallèle»
à l’Axe.
q Foyer
ablolu.
rDiametre}
ƒ Conyexi*1
té.
rplan-
convexe.
u Sommet*
vj Surface
plate.
x Foyer
abfolu.
^Diamètre*
X, Demon*
1 ftfatioa*