
a Adtion.
b Effet.
c Bôuie.
d Tuyaux.
e Pelant.
/Axe.
gVitefle.
h Paralleles.
■2 A xe.
k. Beule.
I Rapidité.
2» Tuyaux.
»Rangs.
o Succe/Iî-
■ vement..
/> à Comte-
fens.
(conjwftio) óf teegen-ftéllinge deszélfs tegen de Zon begint te naaderen,
zo komt de Zon, diekrachtsgenoeg heeft, omdewaaterendes
grooten Oceaans door zyne ftraalen voort-te-zétten en aan-te-dryven,
a de doening en pooging van de Maan, in deezen heel zeer te hulpe j
en, hy doet hier ontrént eene geheel-en-alteegenftiydigeiuitwerkin-
ge , wanneer de Maan in haare vierkantigen {Quadratur es) is.
H e t N e e g e n d e h o o f d - d e e l
Van de Natmnen Eigenfchafipen des Zeil-Jleens,
Eerile L 1 d.
JVat'er al aan een bólle glaaze c Kloot zal gebeuren, die vervult is met
Waater, en beele kleeneó pypjes, van welke de fojfenet eeven zo e zwaarwichtig
is als het waater, yi-wanneer men deeze zélve kloot daar-na op zyn
eige f A s doet om-draaiien.
Neemt een hólle glaaze .kloot, gelyk-als
A ü BE is , vult hémt’éénemaalmet waater,
en mét éénige heelckleene pypjes, van wélke
de itóffe nét ééven zo zwaarwichtig is. als het
waater. Laat deeze kloot veryólgends , mét
zo veel g gezwintheid alshetueénigfins moo-
gelyk is,, rondfom .zyn eige As AB draaijen j
.zo zult gy bevinden, dat alle deeze kleene pypjes
zich métter tyd op zodaanig eene wyze
onderling in órde zullen fchikken, dat ze al-
o
tyd eevenwydig (Paralleles) onderelkandere zullen zyn en blyven,en
ook mét ééne ten naaften - by eevenwydig aan de As van deeze kloot
A B , dat .ze meerder óf minder h eevenwydig aan deeze i As zullen
zyn, na dat men deeze k kloot met eene meerdere óf mindeie l gezwinde
fnélheid doet draaijen; eneindelyk, dat alle deeze m kleene
pypjes zich onderling op zodaanig eene wyze zullen koomentefchik-
ken, dat n de ryen die deeze As fnyden, Cirkels rondfom de twee As-
punten (Poli) AenB zullen befchryven, de o ééne ver volgends ma de
andere voort-gaande, na het vervólg der létteren, a ,b , c ; onderftélt
zjode, dat men de kloot doet draaijen, p récht tcegen deeze letters aan.
Twee-
4 Ranger.'
b Bouïe.'
1 A xe.
d Bour.
«Tuyau.
Tweede L 1 d.
En waarom dit alles zo gebeurt.
Om dan nu reede te kunnen geeven, waarom alle deeze pypjes zich
op zodaanig eene wyze a onderling in órde fchikken, zo laat AOBE
b een kloot weezen, dieopzyneige c As roridfom-draait, op zulk eene
wyze als in het voorgaande eerjh Lid dcezes Hoofd-decls nu reeds al
breeder 8 aangeweezen; en laat C D G F een pypje zyn, dat m het
/ waater dry Fes dat in deeze kloot be-
O flooten is. Doordien nu d het eindje
C D , van het e pypje C D G h , veel
mêêr teegenftand in zyn wég komt te
ontmoeten, terwyle het zich van'de
As A B af poogt ,te verwyderen , als
het eindje F G gewaar wérd , naade-
maal dit éérlte eindje mêêr fgevórdert
is als het laatfte, en dat ook op deeze
wyze de Itóffe , ■ daar. het dwars door
heene-gaat,zich teegen des zélfs zyde
C D komt aan-te-kanten, zonder dat ze
zich. teegen de zyde F G eenigfins aan-,
kant; zo moet het wél noodzaakelyk
g Axe.
b Parallele*
ruent.
i Ranger*
zo weezen, dat dit zélve pypje-, terwyle het zich van de£ As A B af
poogt te verwyderen, zich métter haak b eevenwydig aan deeze As
jkomt te i fchikken en te vlyen , gelyk-als men het bevint te weezen.
m n ewvle nu de vogt, die in de -kloot A O B E is beflooten, op allerhande
manieren die beweeginge wél zoekt te
Wénden, wélke ze door deeze-draaijmge des kloots heeft bekoomen,
zo moet ze ookwél noodzaakelyk, beneevens deeze pymes d.e daar
in verfpreid zyn en koomen te dry ven, m deeze zelve k kloot / om ^Boule.
draaijen , op zulk eene wyze, als wy nu zo aanflonds reeds hebben ircuc -
aangeweezen, en wydloopiger verklaart , .tn het twaalf ie Lid deezes zee
vmden Hoofd-deels.
Défde L 1 d:
Waf er al'aanh'et waatet v o o r - zal-vallen, dat men in meen ronde kuip óf
vat in het -ronde doet draaijen ; ■ en uit wat reede dit alles zo gebeurt. drique.
Het is door ééven deeze zélve reede , dat het W aater, het geene
ineen ronde kuip óf vat is beflooten, dat men, metalle moogclyke KVitcffe_,
h- gezwintheid rondfom-zyn eige aAslaat draaijen, veel hooger zwelt jAïc;