
Zeeven-en-zéftigfte L i p .
«Eianiea 3 Onderzoek der onderftélUnge van Des Cortes, aangaande de b Staart*
«JuSyfteme. ft arren.
t Cometes. L aatons nU} na dat wy alle het booven-verhandelde hébben laaten voor-
cHypotUc- af-gaafij eens weed erom tót de c onderftéllinge van Des Cortes keeren,
ls' aangaande de Staart-Saaren; en laat ons, om deszélfs onmoogelykheid
4 Comcte. en ongerymdheidaantewyzen, die d Staart-ftar eens tóteen voorbeeld
gaan neemen, wélke zich op het einde van het jaar 1680 aaivden Heemel.
heeft vertoond gehad.
Hy was dan den 3den Januarij des Jaars 1 e>8r. in.zyn naafte punt,
(perigettm ) en hy heeft , van die tyd af, tót den dérden óf vierden dag
van Maart toe, wanneer hy t’eenemaal kwam te verdwynen, ontrent
> Circuit, het vierde deel van degeheele e Ommekring des Heemels doorgeloopen,
/philofo- en, bygevolge, vólgens de ftélünge van deeze ƒ Wysgêér, mêêrafsde
P’ vór e §eheele halve-middellyn van onze gantfche^ Draaikring. Wanneer men
g ortex. nu eens onderftélt, dat deeze zélve halve-middellyn 8000 maalgrooter is,
diamT a-s ^ halve-middellyn vande jaarlykfche Ommeloop .des Aardkloot?,
del'orbe zo zoude deeze Staart-ftar ( Comete) in 60 daagen tyos zo doende een
annuèldc/a wég afgelégd hébben , die 8ooo:maal deeze geheele halve-middellyn
tcrte. zoude tebooven gaan, èn, by gevolge, in minder als e lf minuten tyds,
mêcr wégs, als’eris, van deeze onze Aardkloot af, tót aan de Zon toej
het geene waarlyk, indien het zo was, eene fnélheid zoude weezen,
die alle bedénkelyke foort van inbeeldinge heel vérre zoude te booven
gaan.
Naafte punt ) (Peregjum) 'Die wérd, in de Stérre-kuncle, .gezégd dat .punt te
weezen, iiet zy dan van de Zon, óf van eenige andere D waa!-fta:i en | ( Phnettes)
enz. dat uit-middel-puntigii, {Hxeenlrique ) en dat mét ceoe het naafte is aan
onzen Aardkloot,
iComete. .Wanneer men nu vérders de beweeginge van die i Staart-ftar eens
gaat onderzoeken, wélke' zich op het einde van het Jaar J 664 heeft ver-
toondgehad, zo zal men bevinden, dat die zélve Staart-flar.,/vólgens
k Syfteme. deeze zélve onderftéllinge van Des Cartes, ten naaften by,nóeh wél
tweemaal zo-veel wég&in één en dezélvé tyd heeft moeten afléggen, als
/^omctc de Staart-flar van het Jaar ió8o, enz. gedaan heeft, dat eene alleruit-
m kapidc! terfte fnclheid zoude moeten zyn, die nóch daar-en-booven zo veel te
s Philofo- onbegrypelyker zoude weezen, door dien deeze / Staart-flar , teegen
phc. de órde der Heemel-teekenen ziclitbaarlyk voortgaande , booven dit
p Mattere allesnóch zoude te overwinnen gehad hébben, die m over-fnélle bewee-
a Extrcmi- § ing e , w^lke deeze» Wysgêcr.aande o Luchtfche ftóffbtoe-eigent,
L mi die aan het p uitterfte eindje van èeniedere Draai-kring is, zonder eenige
■ a» minfte reede voorgeevende, dat deeze zélve ftóffe zyn a omme-
loop tieevenzo weinigtf dskaft Vöibréngeri, als die ftóffe doet, welke
Staart-ftar aanhet uitterfte einde van onze
(»Revolution.
b Comete.
c Tourbib
Ion.
Draai-kring *al gezien kondewérden, ja zélfs ook, na dat hy meenan-
, Tïfnoi irrincr was overgegaan, die naait by de onze is . dat ïSj
S d a t K l Méér fis ter h a t e le e g e was gekoomen, tuflóbenonsen
eeniee vafte Star, zo zoude men noch, mynesbedunkens, genoodzaakt
vvnfc zéggen, dat hy zich in dien ftand zoude kunnen laaten zien, zon-
d e r é l f lS l i c h t - f t t a a l , om zo te fpreeken, na ons toe te zenden:
' wlnt z o f anneer deeze Staart-ftar ter halver wcegen is, tuffehenon-
ven Aardktot en een vafte .Star in , die het naafte daar by is, zo zalhy
door deeze zélve vafte Star aan de eene kant net zo veel verlicht werden,
als hv dóór de Zon aan de andere kant wérd verlicht, onderftelt zynde,
dat de Zonen deeze vafte Star van één en dezelve aart, eigenfchap, en
grootheid zyn, en hy zal alzo door de Zon niet mêer verlicht kunnen
fvérfetl, aL hy , op deeze onze Aardkloot, van vier vafte Starren
.1 « M U k , d» « . SraaïC-ftar « ,
groot is, ab de gehedeZoo, by-na met méér alsheC ’ f {ff^ooooo^ofte
déeltie vaft het kleene licht is , dat gelyk is aan dat heht, het welke
vier vafte Starren op een héldere nacht na ons zouden toekenden, da
tót aan ons toe zoüde kunnen reiken, doordien deeze zelve d Staart-ftar
dit licht weeder te rugge zoude moeten zénden, na alle de deden van het
7 Hal - ond toc, daar hy zélfs het f Middelpunt van beflaat, en waar
van de l Midddlyn jtffoooó maal grooter zoude moeten weezen, als
de midldlyn der Staart-ftar zélve is, zo kan men uit dit alles, wanneei
men het mét aandacht en érnft wél overweegt, heelgemakkelykbeüut-
t „n (W Hceze h Wyssêêr niet heel wel i gegront is, in alles, dat hy
van ons af. En , dewyle’er by-na geen meer waarfchynelykheid ge
vonden en wérd, in alle het geene hy vérders komt vaft te ftdlen , aangaande
d Comete,
e Hemi-
fphere.
yCé'ntFC,
gDiam’etfé.
h Philofo*
phe.
i Fonde.
Cometesi
/Chevelure.
de l verfchyninge derhair-achtige veezehgheid, enftaart, enz.
der zélve Staart-ftarren, gelyk als men metgermge moeite en aandacln
heel Wél bêgrypen kan, raids dat men maar eenige maatige kenmfle
hébbe, van het geene dat de m Wanftraalinge eigentlyk is of zeggen,
wil,- zo dunkt het my onnoodig te weezen, om deeze hellingen hier
ter plaatfe mét eenige breeder omme-zwaai van woorden verder te wee-»
derléggen.
m Rcfrà-
dion.
C c i Acht-»