
Neemt het dan aan , mét dezélre gencegentheid, waar
meede ik dit Wérk aan U: E: opdraage , en geeft my vérder
geleegentheid, om te toonen, dat ik; ben,
M Y N H E E R
Uw’ E: dienftwillige Dienaar
en Vriend» .
A: B L O C K .
In Amfteldam den 18 ran Wintermaand,
des Jaats if^S.
B L A D -
b l a d-w y z e r
d e r
H O O F D - D E E L E N ,
p r o e v e
D E R
D E U R Z I C H T - K ü NDE.
I. H O O F D-D E E L.
ta n de Natuur en Oorsprong der Straalen van het licht.
Er He Lid. Dat de Wysgee-
«K ren in’ t gemeen hier in
«§ zeer van élkande.ren ver-
V ||{p|u fchillen, óf'er inde Na-
tuur eenig Ydel is óf
Tweede Lid. Dat het ten uitterfte
moeijelyk valt, om te begrypen,
dat’er Ooit eenige de geringde be-
weeginge zoude kunnen gelchie-
den: zonder het ftéllen van ee-
nig Ydel, by-aldien de ftotte in
der daad en waarheid zodaarigvan
aart is ,. als de Wysgêêren die in het
gemeen gewoon zyn te bevatten. »
DtrdeLid. Dat het, aan de andere
kant, nóchveei moeijelyker valt,
om te begrypen; dat’er eenig Ydel
in de Natuur zoude weezen. 3
tierde Lid. Men kan dierhalven vei-,
liglyk gelooven, dat’er in het groc-
te Heel-Al een on-eindig getal is
van kleene veezelkens, uittermaa-
ten veel van élkanderen verfchil-.
lende, in gedaante , giootheid, en
beweeginge. ,5
tyfdcLid. Dat’er een zeekere vloeijt-
ge zélfftandigheid is, daar deeze
lichaamen, óf ondeelbaare veezel-
tjes, aap alle kanten rondfommc
van omringt zyn, in dewélke zy ook
geftaadig en altoos koomen te dry-
ven, zonder élkanderen échter ooit
aan te raaken. 4-
Zés de Lid. Dat deeze zélfftandigheid,
beneevens de lichaamen die daar in
■ zyn gewikkelt, de twee éénige
Hoofd-ftuffen zyn, daar het groote
Heel-Al wél-eervan is tezaamen-
geftélt. +
Zeevcndt Lid. Dat van deeze vloei-
baare zélfftandigheid, wélke men
wél mét reede de Eerfte Hoofd-
ftoffé zoude zoude kunnen noemen,
deZon, vafte Starren, enftraalen
des lichts zyn gefórmeert. 4,
II. H O O F D -D E E L .
Vdn de Dttiftere en DeuYzjchtige Li-
chaamen.
Eer/le Lid. Dat de kleenelichaampjes.
der tweede Hoofd-ftoftè , geduu-
riglyk, zonder eenige de minfte ge-
reegelde órde, en gelyk als in^ een
waarachtige Bayerd, dryven inde-
eerfte Hoofd-ftófte , naamelyk ,
de kleene by en neevens de groote ,
de teerling-vórmige neevens de ronde
kloote.n, enz. 5-:
%vseifs