
1 9 <$ Be g i n s e l e n
«Forces
egales.
«Mèri-oitpr
ƒ Ai maniées.
Meriaier.
I Décliner.
m Proportion..
».Vibrations.
r 1 worhrenzvn, de ééne wathooger als dè andere
rfneteeven fterk v a » » ^ fpil, op een zeekere affötnd van
gelégd zynde, eneJk opzyne.ge M de Mlddag-lyn E F
élkanderen alle beid ^ne nade ééne zyde van deeze lyn
{Mendien) af-zullen-wyken, Want, dewyledezeil-fteenige
toe, en de andere, na de ^ S f e n gewéld uit de naaide AB uit-
ftófFe, die met een groote k‘ tS t ” ef halver weege die ftóffe komt-
„ te-ontmoeten , wélke mét dezelve
fo kracht en gewéld uit de naaide La D
ait-trékt; als meede, doordien e de
zeil-fteenige ftóffe, die rondfom den
Aardkloot draait, veelte zwak en te
krachteloos is, om d de doening ot
roeringe der zeil-fteenige ftóffe, die
uit-deeze twee Kompas-naalden vloeit,
t’éénemaal te kunnen beletten óf aflei-
den j zo moeten ooit dierhalVen de twee
punten deezer naalden wél noodzaakefyk
van élkanderen af-wyken, en zich
heel net ééven verre van e de Middagi
PFafheaeeven. het ééne aan de ééne, en het andere aan.de andere
lyn E F at-begee.ui, , deeze zélve twee ' naalden zo
zyde: en, by-gevo ge, i , EF af-wyken, als ze ftérker/ aan
veel te vérder van de Middagen L meeder koo.
de Zeil-fteen zyn geftieeken o t , , - ^ djdlI>ky-élkandere koo-
men-te-naaderen, totter y > reegejrécht booven de ftaart
men, dat bet g S a n zullen deeze zélve
VS de "4 l d altoos in die zélve h ftand'onveranderlyk moe-
. twee naalden z.cli »‘too ■ de pezicht-emder men
ten houden, na wat voor een pur van o b Kompasdie.
ook “ o, » zei de zw.fa e
naalden met eevei. ^ A t de £ Middag-lyn E E moeten / af-wy-
naaide “ S , , 5 d Ï W - >»
ken, als m de
draagt.
- B 1 wit reede-, zo-wamieer men op een bot, en
op“ Ten zjßienden
lï™ ifïïx t c ; ™ t “ ÏÏS” “i s
en-al-êêr zeweeder een Zeil-fteen zo
mal “ « g 1^ ’ °h” ' pU^t, óf aan de ftaart, van cleKompas-naafdc ÏESSSSffi? datP0 de As van de Zeil-fteen met wcliets of wat
der NATUUR-KUDE. k f
van de As der naaide en zoude4af-wyken,. en, by-gevolge, dat de
Zeil-fteen niet wél éénige meerdere óf mindere b heene en-weer-d. tions.
iingen aan deeze naaide en zoude moeten doen maaken, na dat men tobliquit^.
hém mét eene meedere óf mindere c fchuinfheid aan deeze naaide
komt-te-vertoonen. Het is ook door ééven deeze zelve reede, dat
d het onruft van een uur-wérk zich veel fnélder komt-te-beweegen, ' B t o r
zo-Wanneer men daar mét een Zeil-fteen heel dicht by komt; a ls^
meede, dat het, ontrént een oógenblik daar-na, wel verre daar van
daan dat het zich op deeze zélve wyze zoude bly ven beweegen, t eene-
maal komt ftil-te-ftaan, en in ruft-te-blyven.^ . ,
Ten zeventienden-, Waarom twee" naaiden,
C D en FG ,.o p de pool óf het As-punt van
eenZéil-fteen, gelyk-alsAOBE.gezétzynde;■
elkandere koomen wég-te-dryven. Want
hunne twee punten, C en F , zyn daar door
twee gelyke As-punten (pales femblables) gewor- ,
den, dieélkandere van-zich-af-dryven.
Ten achttienden; Hit wat reede twee tolletjes,
d& éëfiè ander de andere aan een Z'eil-fteen opgehangen
weezende, 1 door de kracht van deeze
ftéeri kunnen kóomen-te-draaijcn, de eene e vlak e ^ Coinre"
teegen de andere aan. ; reus.
Ten neegentienden ; Waarom een Kompasnaald
op zóm mi ge plaatsen des Aardkloots ge-
heel-en-al onverfchillende kan weezen, om zich
na éénige byzonderë zyde van/de gezicht-cinder■
rap-te-draviien, wat voor een zyde het ook zoude moogen zyn; het
eeene men gewoon is£ bctfpöor byfierxe noemen Akant b de zeil-fteenige fo|,c
ftóffe kan wél zoodaanig van deeze oordenKan w e i z o ü u a a u i g v a i i u v . ^ ™ » 7a*f -0gc-d--r-a-a-i t weezen', dooi* JjLJ
Materia
oeenigté van yfer-mynen, die daar ontrent kunnen zyn, zo wel ter
-r-als ter flïnker-hand, dat 'er geen zerl-fteemge
ftóffe altoos meer »D«c
:tica.
eenem---- ö -- i . i i -in
réchter-Detour-
over-en-fchiet, die door,deeze oorden of plaatsen heene-gaat; - ot altyd
ne'e.
tenminften, zo uif&rmaaten weinig, dat ze onffloogelyk nietHtrachts ^Force„
genoeg en heeft, om d e e z e Kompasnaald'te kunnen' beftferen, of, ■
be'm na éénioe byz,ondere z.yde van 1 de gezcht-einder heene-te-trekjten 1 Hor.fon
r en twintigfien ; Op wat wyze een gemeene fteen, .daar een ituk
yfer bi'nnen-tn-is-beflootenen die op deeze'wyze geduurende den
ivd van veele achtér-een vólgende Eeuwen, in de vrye lucht b oot
blyft ftaan, eindelyk een waarachtige Zeil-fteen kanwerden; gelyk-
- zulks .. aan de ic fteen " —— :van ._de i._'-_.._..tooi
rn_ _de_r ftad Chartresis voor-gevallen,
daar het yfere kruis van deeze toorn éénige eeuwen lang op heeft geals
daar het yfere kruis van deeze toi
ruft en i n V.aft ts-gehécht -ge weeft.
Ten een-en-tvAinigf en; Waarom een Zeil-fteen, wanneer hy-een
A h 5 RSA