
het eerfte Lid deez.es Hoofd-deel}) Dat méér is, men weet nu reeds ook
i» Obferva- al, door a de waarneemingenderStérre-kundige, dat ze zich niet alle
tionsdes in één en dezélve b vlakte rondfom deezeStar en beweegen; maar dat
Aftrono- c kringen der zélve élkandere veel êêrkoomen te fnyden; alsmee-
t Pijn, de, dat alle deeze kringen d de Zonne-wég weeder koomen te fny-
Orbc's. den, in zeekere punten, die men deurfny-punten, of knoopen der
rfEccliptica. Dwaal-ftarren {points d’interfeBion, ounoeuds des P I atletes) gewoon is te
noemen.
t Planctcs Men mag ook wél gelooven en ftéllen, dat zulks nérgens anders van
daan en komt, als alléén, doordien deftraalenderZonncde e Dwaal-
ftarren in den beginne geenfins bepaalt en hébben, om zich inéén en
ƒ Plan. dezélve/ vlakte te moeten beweegen. Maar, doordien de ééne Dwaalilarde
andere mét zich heeft voort-gefleept, gelyk-als nu reeds al gezégd
is, (bezie de tweede en derde Leedendeezes Hoofd-deels) ZOZyn Zealle
daar door genoodzaakt geworden, om zich ten naaftenby inéén en dezélve
vlakte mét élkanderente moeten beweegen; als meede, om op
ééven die zélve wyze, en mét een zeekere beweeginge die over-al ge-
gUuitor- noegzaam g eenpaarig óf gelykvórmig is, alle die heemelfche ftóffete
doen beweegeu en voort-gaan, dieze mét zich koomen voort-te-
ileepen.
Twaalfde L i d .
7; Phénomène.
ipelans.
\ Boule.
I Vicefle.
» Oblique
ment.
0 Rapidité,
p Points
d’inter-
fection.
j Æquator.
Dat de reedenen , die men van dit h Verfchynjfel gceven kan, door de on~
wraakbaare érvarentheid zélve t’ éénemaal bevéfHgd werden.’
ja dat méér is, de on-wraakbaare érvarentheid zélve leerd ons, dat
alle de lichaamen, die zich beweegen, op de ééne óf de andere wyze,
de beweeginge, die ze ontfangen hébben, wél fbeken te beftee-
den. By-voorbeeld, neemt een hólle glaaze kloot, gelyk als A O B E
is: vult hém t’éénemaal mét waater , en mét
o eenige.kleene lichaampjes, die nét ééven zo
i zwaarwichtig zyn als het waater is. Laat
deeze i kloot vervólgends mét heel veel l ge-
zwintheid rondfom zyneige m AsAB draaijen;
zo zult gy bevinden, door het middel
deezer kleene lichaampjes die in het waater
dryven, dat dit zélve waater geenfins op één
en dezélve As -en zal draaijen, op wélke gy
b uw’ glaaze kloot doet draaijen; maar dat het
H l
veel éêf op een zeekere andere As zal koomen te-draaijen, wélke de
anderé As méér óf min n fchuins zal fnyden, na dat gy deeze glaaze
kloot mét eene meerdere óf mindere o gezwinde fnelheid doet draaijen;
als meede , dat P de deurfny-punten, welke f de Eevenaars-
kring deezer kloot maaken zal, mét die van het waater dat daar m be-
flooten is, altyd achterwaards-uit-zullen-gaan, en vlak teegen de loop
van dit waate raam. ^ lC'
Dit nu en komt uit geen andere reede zo te gebeuren, als alleen,
doordien dit zélve waater geen ander middel en kan vinden, om alle
die beweeginge wél te befteeden, wélke het door a de omdraaijin-
ee der glaaze kloot komt te bekoomen, daar het in beflooten is , by
fldien het zich maar alléén komt te beweegen, volgens éde ncht-lyn inirection.
deezer omdraaijinge. By gevolge dan, zo neemt dit zelve waater noch dc cettc re-
daar-en-booven een zeekere andere beweeginge aan, door wélke het ™
zich komt.« af-te -bui gen van deeze richt-lyn; en zulks wel zo veelte ner^
meerder, als men deeze glaaze kloot mét eene grootere maatevan gezwinde
fnélheid doet beweegen en omdraaijen.
Het is ook door ééven deeze zélve reede, zo-wanneermen het waater
ineen ronde kuip óf vat, (vaijfeau cylindrique) gelyk-als A C B D is;
in ’t ronde doet om-draaijen, dat men zal bevinden
,dat dit zélve waater zich niet alléén in ’t ronde
en zal beweegen; maar dat het zich ook nóch
daar-en-booven van zyn d waaterpas e af-zal- <7 Niveau,
buigen, meerder óf minder gevoeliglyk , na«Dcclincr.
dat men dit zélve waater mét eene meerdere of t
mindere maate van ƒ gezwinde fnélheid doet om-
draaijen en beweegen; alsmeede,dat g de deurfny- fcaion.
punten,wélke het waater,dat in deeze ronde kuip
rondfom draait mét het waterpas zal maaken,altyd
, achterwaards-uit-zullen-gaan, e n v t ó | e g ^ g b | n d | « g
Men mag heel wél gelooven en ftellen, dat het eeven op deeze zei
ve wyze m l de heemelfche ftóffe toegaat , welke Zich komt te beweegen,
lo o r een zeekere foort van beweeginge, welke We Dwaal-ftai-
b Planètes
/Noeuds
fen daaraan indrukkenen meede-deelen, terwylezedaar dwars door
heeneeaan ■ en by-aldien de i knoopen óf deurfny-punten deezer ou
ftóffe S wélke zich door de beweeginge der, Dwaal-ftarrèn koomen GinterÏ
™ * S S , v o t™ « d . - g » n . 4 c S .U . ™ r
van men het réchte teegendeel ziet gebeuren , ontrent het waater ,
dat in de glaaze kloot AOBEom-draait, en aan dat waater, het
geene in l de rondekuip A C B D om-loopt; (bezjede tweevoonge Ft- cylin.
gmren ) zo is liet inalle deelen ten hoogften waarfchynelyk, datzjdks drique
alléén daar van af-hangt, dat alle-« Dwaalftarren on-ophouoelyk de mPlanct«.
heemelfche ftóffe mét zich koomen voort - te - fleepen, daar ze -dwaïs
door - heene - gaan. • . . . r
Dértiende L i d.
Waarom n de krintten der beneedenjle Dwaal-ftarren elkanderett heel veel «Orbes.
mêêr zichtbaarlyk. koomen te fnyden, als de kringen derboovenfteo Dwaal- .PUö?
(larren zulks wéldoen.
Doordien nu de Dwaal-ftarren rondfom de Zon draaijen, mét eene