
<f* Sctio-
Üum.
b Propofiti-
on.
c Corps
xefonnant.
d SPhercs.
e Corps
xefonnant.
/O pganes.
g.Spkeres*
F Corps
Tcfonuaur.
ioï BEGINSSELEN
(bezie a het byvoegzjel van het twintig/h b Voorflél) dat een lichaam, het
geen teegen een ander lichaam aan-ftoot, éénige tyd naodig heeft, otn
. zyne beweeginge aan het lichaam over-te-geven daar het teegen-aan-
floot. By gevolge dan, heeft ook c een klinkend lichaam, dat teegen
de kringetjes der lucht aan-ftoot daar het naaft-by is, éénige tyd van
noode j om zyn eige beweeginge aan die d kringetjes der lucht over-
te-zétten, daar het teegen-aan-ftoot ; deeze kringetjes nu hébben ini-
gelyksweeder eenige tyd van doen, om hunne beweegingen op haar
beurt aan andere nabuurige lucht-kringetjes vérder-voort-te-zétten ,
daar ze teegen-aan-ftooten; en zo voort na malkandere. Dit alles,
komt volkoomen wél mét de érva,arentheid zélve over-een. By-aldien
nu e het klinkende lichaam een weinig vérre van ƒ de werktuigen
van het gehoor is af-geleegen, zo is het baarbly kelyk , en men merkt
ook aan, dat ’er een genoegzaam gevoelige tyd toe noodig is-, voor-
en-al-êêr die beweeginge, wélke het klinkende lichaam aan de luchtkringetjes
komt over-te-zéttendiedaar naaft-by zyn, tót aan die kringetjes
toe kan koomen, welke de werktuigen van het gehoor onmid-
delyk koomen te raaken.
Neegen-en-dértigfte L r D.
Waarom het geluid, dat vaneen klinkend lichaam van daan komt, op eetft
bot komt op-te'hmden.
Het zal nuookniet kwaalyk te pas koomen, dat men hier ter plaatze
aanmérke, dat £ de kringetjes der Lucht, die onmiddelyk door éénig
klinkend lichaam wérden aan-geroert, weeder t’éénetnaal in een
volftrékte ruft moeten geraaken en blyven, zo dra als ze weeder teegen
eenige andere lucht-kringetjes hébben aan-geftöoten, die het mafte
by hén zyndat deeze kringetjes weeder is ruft moeten geraaken
en blyven, zodra als ze van gelyken eenige andere lucht-kringetjes
hébben aan-geroert, die het naafte by hén zyn, en zo voort na malkandere
; gelyk^als bljkt uit het tweede gevolg des twintig/fen Voor féls van
het tweede Hoofd-deel. Want zonder dat zoude het geluid, dat door
h een klinkend lichaam wérd veroorzaakt, een zeekere tyd lang moeten
duuren, en niet als maar alléngskens kunnen verminderen óf op-hou-
den; dat reegel-récht teegen de onwraakbaare érvaarentheid zélve aanloopt,
wélke ons doet hooren en gewaar wérden, dat het geluid t’éénemaal
op een bot komt op-te-houden.
Veertigfte L r m
Wat de Echo of Wêêrklankjs.
Zo-wanneer der eenige lucht-kringetjes zyn,, die in hun wégzommige
• 1-irhaamen ontmoeten, wélke hén doen a wêêronv-buigen, op «Refle-
£ S ecne wyze7 dat ze hunne eigene beweegingen aan die krm- dut.
zodaamg OVer-zéttenidie hetnaafte by bén zyn, en deeze weeder
^an dere enfoo vervólgeads, lót aan b de werktuigen van het ge- j 0rglties< aan andere, emoo v Sf m lichaam in der daad en waarheid
te t S i d kwam te veroorzaaken; zo zal men daar door voor de
net ge '£,7<ari Hfilf tweedemaal eeven hety p«lvlev cg egleuliud dw ^eed eür koom^en te ^hoo zréelnv £en
« B E S ; verdubbelt wérd, is men gewoon de
Echo óf Weerklank te noemen.
Een-en-veertigfte L i d .
Uit wat roede het geluid zwakker wérd, na maate dat men vérre van ^ ^
C het klinkende lichaam af is, daar het geluid van-daan-komt. formant.
Ik geloove ook niet dat het ons nu heel moeijelyk méér zal kunnen
vallen? om wél tc kunnen begrypen, uit wat reede het geluid zwak
1 IfSl na maate dat men vérre van het klinkende lichaam af is,
daarlSt gdui^^an-daan-komt. Want het is d baarblykelyk, dat
fdéwérlluigen van het gehoor door eene veel mindere ƒ meenigte
van lucht -kringetjes wérden .aan-geroert, zo-wanneer men heel
vérre van het klinkende lichaam af is, daar het geluid van-daau komt,
als, wanneer men daar heel dicht by is.
Twee-en-veert5gfte L i d .
Waarom sommige klanken grif en dof, en andere weeder fijn en fthérp
zyn»
Zo-wanneer nu de klinkende liehaamen heel langzaam zyn in haar
geluid te verfpreijen, zo zullen ook by gevolge de lucht-kringcqes,
wanneer ze daar van aan-geroert wérden , heel langzaam in hunne be
weeginge moeten weezen ,en daar door eindelykg de werktuigen van het g Organes.
gehoor maar langzaam koomen aan-te-raaken; op zodaamg eene
wvze, dat deeze zélve wérktuigen eene h gevoehnge in ons zuilen b Scnti.
verwékken, die men een gróf óf dof geluid gewoon is te noemen , menc.
het zy dandat deeze | klinkende liehaamen verre van onsaf, ofdicht- ^
^ E n in teegendeel} zo-wanneer de klinkende liehaamen ^heel ge- j. proropts.
zwind en vaardig zyn in haar geluid te verfpreijen; zo zullen oo
bv gevolge / de lucht-kringetjes,wanneer ze daar van werden aan-geroei t , i Sphere*
heeï gezwind en vaardig in hunne beweeginge moeten weezen, enook deU.r
eindelyk m de werktuigen van het gehoor op die zelve mamereiBoeten g