
Zesde L i d.
Teegcnwérpinge , en antwoord daar op,
Maenctica. ^ at m en m y nu hier ter plaatfe niet teegen-en wérpe , dat a de
° ' Zéil-fteenige ftóffe , in de plaats dat ze op deeze wyze rondfom een
éénig óf onderfcheidene kant-zuiltjes zoude om-draaijen , (circulcrjveeX
ëêr weederte rugge zoude moeten keeren » en op die plaats weer-ingaan
, daar ze laadt was uit-gekoomen. Want der zoude nét ééven
zo veel kracht toe van noode zyn, om deeze ftóffe in haare éerfteru-
fte weeder te hérftéllen, als ’er toe is vereifcht geweeft, om ze aan
’t beweegen te bréngen , waar na der nóch al weeder een nieuwe
kracht zoude moeten by-koomen, om aan deeze zélve ftóffe een be-
weeginge in-te-drukken , die t’éénemaal teegen de eerlte beweeginge
deszélfs ftrydig was.
Zeevendc L 1 d.
Dat de Zeil-fteenige ftóffe die beweeginge , wélke ze nu éénmaal reeds al
begonnen heeft, niet alléén vérder én moet achtervolgen, maar dat ze die
noch daar-en-booven geftaadiggrooter moet doen werden, tótdatze tót opeen
ziekere graad óf hoogte toe is op^geklommen j en uit wat reede zulks zo moet zyn.
t Materii Het is dan ook by-gevólge zonne-klaar, dat b de Zeil-fteenige ftóffe,
Magncrica. zodra als ze éénmaal» begonnen hééft op een zeekere wyze c om-te-
t Circukr. draaijen, rondfom éénige d kant-zuiltjes heene, wél vérre daar van
^Pnsmcs. jaan} <jat ze ooit weeder te rugge zoude kunnen keeren , veel-êêr
«Revolu- altyd, door de daagelykfche e om-buitelinge des 'Aardkloots rond-
/Axe. fom zyn e ig e/As, haare beweeginge zal moeten vermeerderen, rótter
tyd toe , dat ze een zeekere mate van beweeginge heeft bekoo-
l Violent, men, die zo uittermaaten g gezwind en fnél is, dat ze op geene be-
dénkclyke wyze éénigfins méér kan toe-neemen, door de teegenftand
dieze inhaaren wég allenthalven komt te ontmoeten. .
Achtfte L 1 d.
Teegenwérpinge, en antwoord'daar op.
Dat men my nu hier ter plaatfe niet vérder teegen - en - wérpe , by-
JMatiere aldien een gedeelte der Zeil lleenige ftóffe in den beginne door de
Magneti- Noord-pool des Aardkloots was uit-gegaan, om langs de Zuid-pool
«jue. weeder in de Aarde in-te-trékken, dat,.in zulk een geval, een ander
gedeelte van deeze zélve ftóffe weeder door déZuid-pool zoude zyn
uit-gegaau, om langs de Nood-pool ia de Aarde in-te-trékken j en
dat
dat op deézewyze haare beweegingenmalkanderen onderling zouden
hébben moeten vernietigen en t’onder-bréngen. Want, indien het
in den beginne alzo met deeze zaak was geleegen geweeft, gelyk-als
men reede genoeg heeft om dit zo tegelooven en aan-te-neemen} zo
zouden deeze twee teegen-élkanderen-ftrydende beweegingen mal-
kanderen al zo voort hébben moeten vernietigen en t’onderbréngen}
maar «deZeil-fteenige dóffe, die in dit geval wél het meefte aan’tbe- * Matcria
weegen was, zoude ook mét éénedie ffóffe, wélke het minde aan’t Magnctica,
beweegen was, hébben moeten te-rugge-doen-keeren, en mét zich
voort-deepen, ééven gelyk-alswy nu in het zeevende Hoofd-deel reeds
al gezien en aan-geweezen hébben, dat de a Dwaal-darren malkanderen
wél-êêr hebben voort-gefleept en doen draaijen. {bezie, onder anderen, a Corner«.
de drie éérfte Leeden van dat Hoofd-deel._)
By-gevólge moet dan deeze geheeleZeil-deenige dóffe teegenwoor-
dig ook al lang al op één en dezélve wyze vloeijen , dwars door den
Aardkloot heene, en ze moet ook mét ééne rondfom dezélve
draaijen, mét eene zeer groote onduimigheid , en on - na-
fpeurelyke fnélheid, door de Noord-pool, by voorbeeld , uit
den Aardkloot uitgaande , om daar weeder door de Zuid-pool in-te-
trékken, als meede door ééne en dezélve openingen, die aan haar nu
voor-heene al meer-maalstót een ingang.hébben veivdrékt.
Ncegende L 1 o.
IVat'er al aan een kleen deeltje der Aarde zal moeten gebeuren, dat tót een
fteen verhardt is geworden , die inwendig t’éénemaal met hólle b kant-zuiltjes
van vfer vervult is , en dievervóleends in deeze (laat na de buittenfle J , , , .. / , , * , , cOp' - cSPurrlfsamcees.-
vervlakte des Aardkloots toe-werd over-gebracht.
Laat ons nu teegenwoordig eensgaan onderftéllen, dat’er een heel p™^^,.
kleen deeltje van deeze zélve Aarde, gelyk ab is,tót een fteen verhardt ge- omihandc
worden, en, t’éénemaal mét kant-zuiltjes van yfer vervult zynde, in zyde.
deeze ftaat wérd over-gebracht, na de buittenfte oppervlakte des
Aard-kloots A O B E toe: Doordien nu de d Zeil-fteenige ftóffe mét jMaccria
cene heel groote e fnélle gezwintheid dwars door deeze fteen heene Magnctica.
vloeide, terwyle hy nóch in de binnenfte ingewanden der Aarde wasy * R-aptditc.
Zo moet ze ook als-nóch vérder ƒ voort-vaaren , om daar op één en ;iac°ntI'
dezelve wyze door-heene-te-vloeijen, zo-wanneer deeze Üeen uit de
Aarde wérd uit-getrokken j dewyle deeze fteen volhérdt in meede
om-gevoert te wérden , door ae daagelykfche h om-buitelinge des ^ ReTO]u
Aardkloots rondfom zyn eige Asj als meede , doordien dereen zeer tion.
groote kracht toe van noode zoude weezen, om deeze zeilfteenige
ftóffe weeder te-rugge te doen keeren. By-gevólge moet dan ook
V 1 deeze