
» Obfcr-
▼ ations.
JSyftheme.
s Obfcr TC.
i Dccli-
naifou.
a Trigonometrie.
yt>iftancc*
g Pole bo-
'real ma-
guetique.
AÖbferYarions.
jpofmon.
k Poli.
I Decli-
naifon.
m Galcul.
n DifFcren
«e.
• Decli-
aaifon.. ,
Zéfticnde L i d .
Teegenwerpinge.
Men zal tny hier ter plaatfe , aangaande deezj jle'llinge, buiten alle
twyffel teegenwérpen, dat men onderfcheidene a waarneemingen,
op verfcheidene oorden óf plaatzen des Aardkloots gemaakt heeft,
wélke alle deeze onderftellinge t’éénemaal tcegen-fpreeken, en over-
hoop-wérpen. Want, men heeft in het jaar i6%6 c ondervonden,
tót Quebéc in Canada, dat d de afwykinge van de Zeil-fteen daar ter
plaatfe doenmaals was 15 graaden en 30 minuten , ten Noord-wéften,
tcrwyle men die in dat zelve jaar ondervonden heeft tót Parys te wee-
zen , van 4 graaden en 30 minuteny insgelyks meede ten Noord-wéllen.
Doordien nu de breedte (latitude) van Quebéc van 46 graaden en
50 minuten,endeléngte (longitudo) deszélfs, op 310graadenea 17minuten
uitkomt) endatdebreete van Paris 48 graaden en $o minuten is , enzyne
lengte 22 graaden en 5 o minuten is, zo kan men, door e de driehoeks-ree-
keninge,heel gemakkelyk uit-reekenen,en bevinden, dat ƒ deafftand van
de N oord-pool des Zeil-ftcens, tót aan de Noord-pool des Aardkloots»
doenmaals maar moeft geweeft hébben, van 10 graaden en 41 minuten,
dat de affiandvan Quebéc tót aan_g de Noord-pool des Zeil-fteens,.
maar moeft geweeft zyn van 43 graaden en 51 minuten, en de afftand
van Parys tót aan de Noord-pool des Zeil-fteens , van 51 graaden en
21 minuten-, als meede , dat de léngte (longitudo) van de Noord-pool
des Zeil-fteens doemaals maar moeft geweeft zyn van 221 graaden en
27 minuten ) en by-gevólge , dat de léngte van de Zuid-pool des
Zeil-fteens, ook niet méér en kon geweeft hébben, als, van 41 graa-
den en 47 minuten.
Ja dat méér is, h de ondervindingen en waarneemingen, wélke in
dat zélve jaar 1686 te Louvo, teMakao, enaandeKaapófUit-hoek
der goede Hoop (Cabo de Bonna Efperan^a) gedaan en gemaakt zyn ,
wélke alle één en dezélve i ftand van de ^As-punften des Zeil-fteens
hadden moeten uitleeveren, bréngen in teegendeel t’éénemaal andere
tevoorfchyn, die ten uiterfte veel daar meede verfehillen. /De afwykinge
van de Zeil-fteen en heeft tót Quebéc niet méér als 30 minuten,
verandert, van het jaar 1649 af, tót het jaar 1686 toe; en, dat in
deeze zaak nóch wél het aanmérkens-waardigfte van allen is, is, dat
de afwykinge des Zeil-ftcens, wélke, vólgens de voorgaande m uit-
. reekeninge, in het jaar 1672 tót Cajana hadde moeten weezen van 10
graaden en 30 minuten , ten Noord-wéften, daar ter plaatfe , in dat
zélve jaar, geweeft is , ontrent van 11 graaden ten Noord-ooften ;
dat een verfchil óf onderfeheid uit-maakt, van 2 x graaden en 30 minuten.
Eindelyk zoude ook de o afwykinge van de Zeil-fteen ten
Noord-wéften, vólgens dceze zélve uitreekeninge,. tót Parys geenfins
fins moeten óf kunnen toe-neemen, gelyk-als ze waarlyk doet, maar
ze zoude veel-êêr mérkelyk moeten afneemen.
Zeevcntiende L i d .
jintwoord daar op.
Maar doordien het ten uiterften a waarfchynelyk is, dat b de kant-«Apparet;
zuiltjes van het yfer niet over-al nét ééyeh zeer door (de buitenfte t Pnsmis.
fchprfle óf korft der Aarde heene verfpreit zyn -, dat er in deeze zelve
buitenfte korft der Aarde zommige plaatfen zyn, die t eenemaal
mét deeze kant-zuiltjes vervult zyn , en, rondfom wélke b de zeil-* Materie,
fteenige ftóffe c om-kan loopen , gelyk-als ze rondfom een grootc
Zeil-fteen doed , in de plaats van rondfom de Aardkloot te draaijen; ^pr;smes-
(,circuler) en dat’er weeder in teegendeel veele plaatfen in de buitenfte
fchorfle der Aarde zyn, daar men deeze d kant-zuiltjes van het yfer
heel weinig , óf geheel niet, en komt gewaar-te-wérden; zo kan
en mag men ook dierhalven wél gelooven, en mét goede reede Héllen,
dat deeze zélve byzondere oorzaaken zich allenthalvcn teegen(R ja
e de gereegeldc gefchiktheid van ƒ de doening der algemeene oorzaak tite.
koomen aan - te - kanten, en dat ze die ten uiterfte aanmérkelyk koo- fh&lon.
men te £ verwarren: want de zwakke h loop der zeil-fteenige ftóffe, ^Troubler.
die rondfom den Aardkloot draaid, (circuleert) en die zich niet als mét4 Courïllt'
moeite kan beweegen, dwars door de buitenfte korft des Aardkloots
heene, midsgaaders, door de luchtdie haar van alle kanten omringt,
komt zich heel dikmaals af-te-leiden, (detourner) om mét des te meerder
gemak door de yfer-mynen heene te kunnen gaan, die zich hier en
daar in deeze buitenfte fchorffe der Aarde, op-doen , dicht by de
wég die ze moet neemen -, als meede, om zich by die zeil-fteenige
ftóffe te voegen, die in dceze zélve yfer-mynen komt i rondfom-te-, circuler.
draaijen.
Het is ook alléén door die zélve reede, dathetonmoogelyk is , door
kleine getal van k ondervindingen en waarneemingen dat men heeft, ^ rTJ'
om heel nét te kunnen bepaalen, in hoe veel tyds / de deurfny-pun-1 points_
ten, die de m Eevenaars-kring des Aardkloots maakt, met de Eeve- d’inter-
naars-kring der weeke flym ófklay, (Liman) die heel diep binnen in fcclion.
de Aarde omdraait , één geheele n ommeloop koomen te maaken,
vlak teegen die ombuitelinge (revolution) aan , wélke de Aardkloot "onevo u~
daagelyks rondzom zyn eige o As doet, het geenc onze na-koome-„AïC>
lingen , moogelyk, wél eensnaauwkqurig zullen konnen bepaalen,
Wanneer ze , na het verloop van éttelyke Eeuwen, het vermaak en
genoegen zullen hébben , van de naaide van het Zee-Kompas net in
die zélve p ftand te zien, daar ze in was, doen men op de vcrande-*po(;tj0n_
X 2 tin