
dere voor deeze deelinge onmiddelyk. k waamen-te-raken, na die zélve
deelinge twee onderfcheidene poolen ó f As-punten koomen-te-
wérden.
Propor Ten vierden; Waarom een ieder deezer twee ftukken, na dea eeven-
' oll p ' reedentheid van de grootheid derzélve, veel méér kracht moet hebben,
l Adion. als de geheele fteen, voor de deelinge deszélfs, hadde. Want b de
doeninge óf roeringe des zeil-fteenige ftófFe en kan óf moet geenfins zo
ftérk verminderen, als de qevenreedentheid c der grootheid van het
tGrandeur. rtuk wép komt-te-bedraagcn: en het is-ook door eéven deeze zelve
reede, dat een kleene fteen in ’t gemeen veel mêêr krachts heeft als
d Propor- een groote, na denfeevenreedentheid van de giootheid deszelfs.
tion. Tenvyfden-, Waarom een heelgrooteZeil-fteen, alhoewel hy zwak
is, zyrikracht ó f roeringe heel veel vérder komt uit-te-ftrékken, als
een kleine fteen wel kan doen, fchoon dat hy heel krachtig is. Dit
alles nu kan veel te gemakkelyk verklaart wérden, om onséémgfms daar
meede op-te-houden.
Twee-en:dertigfte L r d .
Dat de verwonderens-waardigjte eigenfchdp van de Zeil-fl'een daar in be*
(baat, dat hy zyn kracht aan het y fer kan meede-deelen. (aimanter le fer.)
De verwonderens-waardigfte eigenfchap van de Zeil-ftcen heftaat
daar in, dat hy zyn kracht aan het yfer meede-deélt, zo dra als hy
het maar komt aan-te-raaken; óf ook,.wanneer men mét het yfer
maartót op een zeekere afftand van de Zeil-fteen naadert: want men zal
alsdan bevinden, dat dit yfer, het geene men zégd door deeze aanraa-
kibge de kraGht van de Zeil-fteen aan-genoomen te hébben,(ayoir éte ai-
manté.) twee onderfcheidene poolen of As-punten heeft, die zich, eeven
, . als de Zeil-fteen zélfs, na de e zeil-fteenige As-punten des Aardkloots
gnctiqucs." toe koomen-te-draaijen; het tilt een ander ftuk yfer op, en het zet
daar een gedeelte van die zélve krachtweederaan over, die de -Zeil-
fteen zélfs voor heene aan het yfer hadde meede-gedeelt; het doet
. . . ■ weeder in teegendeel een ander ftuk yfer van hém af-wyken, dat/aan
g Sernbla-6* de Zeil-fteen isgeftreeken, zo-wanneer hunne^ gelyke poolen ó f As--
bics. punten na-malkanderen-zyn-toe-geftrekt, enz.
Drie-en-dértigfte L i d .
b Aimanter Optvat wyzxde*Zeilmfbeen h zyn kracht aan het yfer^ kan rneedc-deelen,- en
lefer. alle ï de hoedaanigheeden des&elfs daaraan k/tn over-z.etten.
i Qualicez. 0
nant^16" Om dan nu reede van zulk een £verwonderens-waardigen /gewrocht
i Effcr. te geeven, zo laat A O B E een Zeil-fteen weezen, en laat BF^een
ftukvfer zyn, dat tegen één der poolen óf As-punten vandeezeZeil-
f t e t y a an T a k t, geTyk-als., by-voorbeeld , teegen de Noord-pool
B j f f i Ï D e l ’eil-fteenige ftóffe door dit zélve Noorder b As- „ M«iere
„unt mét veel mêêr ? kracht moeten uit-gaan. als ó f ’er dit yfer B F magncti-
niet ontrént en was, doordien de geheele ftóffe, J j j B k g M i f g l
fteen A O B E verfpreit was, en die heel veel meei gema ’ , c impctuo-
haar wég dwars door dit yfer heen-te-neemen, als, door de lucht, | |
die haar van alle kanten omringt^ zich ontrent dit zelve d As-punt t Poic.
Tenmeeden; De zeil-fteenige ftóffe zal, terwyieze dwars door dit
vfer heene-Haat, eelyk-als of het een canaal was, waar van de lucft
p S tlS g ê to lte r a t e f