
à Voltiger*
ÆPrifmes.
cFermen-
Cation*
Vertu.
«Boules»
f Matière
magnétique.
g Armure.
b Materia
magnetica.
i Pole.
geruitnen tyd lang in een vochtige lucht blyft ftaan, eindelyk komt-
te-bedérven. Want de zwaavel, en de fouten, die geduurig in de
lucht* heen-en-wêêr-zWeeven, bekoomen alsdan een middel, om b de
kant-zuiltjes van de Zeil-fteen méttertyd t’éénemaal te vernietigen,
doorrde opgiftinge die ze daar inne komen-te-verwékken. Het is
ook door ééven deeze zélve reede, dat het vuurde Zeil-fteen bedérft.
Infgelyks is het door die zélve reede, dat, hoe een Zeil-fteen uit een
dieper myn is gehaalt, hoe beeter en krachtiger hy ook is: Vérders
komt hetjuit ééven die zélve oorzaak ook voort, dat de ftukken der
buittenfte fchorffe van de .Zeil-fteen des toorns van Chartres, bevonden
zyn geweeft geen d kracht altoos te hébben.
Ten twce-en-twintigstcn ; Uit wat reede,
de e Klootjes C , D , F , G , aan de
Noord-pool van de Zeil-fteen A O B E
vaft-gehécht zynde, zo-wanneer men mét
de Noord-pool van een andere Zeil-fteen
.aobe de twee klootjes F en G komt-te-naaderen
, het laatfte klootje G zich van het
klootje F af-zal-zonderen,, en t’éénemaal
needer-vallen. 'Want ƒ de -zeil-fteenige
•ftóffe, die uit de Noord-pool van de Zeil-
fteen aobe uit-trékt,, doet die ftóffe weedèr-
te-rugge-wyken , wélke door het klootje F
uit gaat, om in het klootje G weeder in-te-
trékken: waar uit dan ook voort-moet-
koomen, dat het klootje F noodzaakelyk
needer-zal-moeten-vallen , doordien het
van de zeil-fteenige ftóffe t’éénemaal ver-
laatenis.
Zeeven-en-dértigfte L i d .
TJit wat reede een Zeil-fteen, mét een (luk Jtfer gewaapent zynde, een
veel grooter gewicht kan op-tre'kken, als hy zonder deeze g waapetiing kan
doen.
Men heeft hier booven reeds al gezégd en aan-geweezen, (beziehet
drie-en-dértigfte Lid deezxs Hoofd-deels) zo-wanneer men een ftuk yfer aan
de pool óf het As-punt van een Zeil-fteen heeft vaft-hécht, dat, in zulk
een geval, h de zeil-fteenige ftóffe, die door deeze fteen heene-draait,
zich rondfom van alle kanten by-een-komt-te-verzaamelen, om zich
na dit zélve i As-punt toe-te-begeeven, en dat ze ook, by-gevólge,
langs die zélve As-punten daar in-dnngt, óf daardoor uit-trékt, mét
heel veel méér * kracht en gewéld, als ó f ’er dit ftuk yfer niet aan vaft » Impetuo-
en was gehécht. Zaïlks nu en kan geenfins zo gefchieden, zonder 11 *
dat de zeil-fteenige ftóffe ook mét ééne, mét een veel grooter krach t en
gewéld, in deeze zélve Zeil-fteen in-dringt, ófdaar weeder uit-trékt,
door óflangs b het teegen-over-ftaande As-punt. /, Pofc
Het komt ook daar van daan, dat een oppofe.
Zeil-fteen, gelyk-als A O B E , op deeze
wyze gewaapent zynde, heel veel krachtiger
komt-te-wérken, dwars door het ftuk yfer
B C heene, zélfs ook mét het teegen-over-
ftaande As-pünt A , als* óf'er dit ftuk yler
niet aan vaft en was* gehécht; mids dat
nóchtans dit zélve yfer zo dun niet en z y ,
dat het niet machtig genoeg en is, om alle
c de zeil-fteenige ftóffe in 't geheel te kunnen
ontfangen, die zich aan-komt-bieden, om magncti.
daar in-te-dringen: nóch ook zo lang, dat de zeil-fteenige ftóffe het q„c
weeder moet verlaaten , voor-en-al-eër ze tót aan d het uitterfte ein- d Exiremi-
de dezélfs toe kan geraaken, en, dat een groot gedeelte deezer ftóffe «.
daar door genoodzaakt wérd, om rondfom dit zélve yfer heen-te-moe-
ten-draaijen, (circuler) na de zyde toe, daar meede het aan de Zeil-fteen
is vaft-gehécht.
By-aldie n men nu een diergelyk ftuk yfer insgely ks aan het teegen-
over-ftaande As-punt van deeze Zeil-fteen vaft-hécht, zo zal dit zelve
ftuk yfer de kracht van het andere As-punt (pole) nóch al meerder doen
toe-neemen, ééven gelyk-als dit andere As-punt insgelyks-zyn kracht
Zal doen aan-waffen. Op zodaanig eene wyze dan, zo-wanneer dee- eFardeau.
ze twee ftukken yfer op zulk een fatfoen gekromt zyn , dat ze mal-
kandere kunnen hélpen, in het draagen óf op-lichten van eenigee gewicht,
gelyk-als men zjtlkj in dee te
neevens-ftaande Figuur naauwkeuriger
tien kan, zo zullen ze wél honden en
tachtentigrtoaal ntêêrgewigt óf zwaarte
te-zaamen - kunnen draagen óf
oplichten, als een ieder pool óf As-
punt van zulk een Zeil-fteen af-
zonderlyk niet en zoude hébben
kunnen op-lichten , zonder het/Armure
behulp van deeze ftukken yfer, het dd'aiman.
geene men ƒ de waapening van de
Zeil" fteen gewoon is te noemen.
Acht--