
te doen uitvallen , 20 hébbe ik gedult genoeg gehad , en ik hébbe
9Refolvcr. kunnen a befluiten , om eenige glaazen van Vérre-kykers onderfchei-
dene reizen na malkanderen te bewérken, en mét alle moogelyke. toezicht
te ver-flypen, fchoon ze zélfs al de eerfte maal volkoomen na my n
wénfch en genoegen waaien uitgevallen; en ik hébbe van mynen arbeid
dat, genoegen genooten en wég-gedraagen, dat die glaazen in él-
ken ver-flypinge ten naaften-by ééne en dezélve maate van deugd en volmaaktheid
volkoomentlyk kwaamen te behouden, die ze al van de eerfte
flypingeaf aan gehad hadden, zonder by-na iets het minfte te veranderen.
Op deeze wyze nu is’er geene de alderminfte reede van twyf-
fêlingeby my mêêr overig gebïecven, aangaande de uitfteekentheid der
maniere van het glas te bewérken, daar ikmy van bediende, en waar.
van ik hier ter plaatze eene beichryvinge zal trachten te doen, zo kort en.
beknópt wel als het my moogelykis, dóch échter mét byvoegingevan
alle de omftandigheeden die’ernoodzaakelyk toe wérden vereifcht.
Een-en-twintigfte L 1 i>.
Op wat wpze men de groote glaazen derVérre-kykers moet bewerken. -
Ik beginne dan voor-eerft mét het uitzoeken van een ftuk glas, dat
b Tranfpa- Zo volmaakt en b hélder-deurfchy nende is, als ik heteenigzins kan herent.
koomen: vérdersneeme ik het vaneene c behoorelyke grootheid, om
c Grandeur aan het glas van de Vérre-kyker , dat ik van voorneemen bén daar van
convena- te fjypen| eene genoegzaame d openinge te kunnen geeven: ook draa-
j O vertu ë e lh goede zórge dat het glas zo veel <? dikte hébbe , als het noodig
Ü UvertU' heeft, om niet onder het bewérken f óm te buigen , als meede, dat
«Épaiffeur. het met aan de hand en koome te gehoorzaamen die het beftiert; en
/Plicr. eindelyk maake ik het ook zodaanig , dat deszélfs buittenfte randen
over-al van eeneeeven gelyke dikte zyn, het geene men heelgemak-
kelyk kankeren onderkénnen, door het behulp van een kromme paf-
Ici'.
Twee-en-twintigfte. L 1 &.
VKat men al doen moet, . om,glaazen van Zcrre-ktkerf te krjgen, die. van eeir
j Fojer, ' bepaalt g brand punt zppn.
Daar na neeme ik twee ftukken glas, van de“dikfte die ik kan be-
koomen, en van wélke een ieder ftuk niet mêêr als ontrent één dérde deel
grooter.isals het eerfte ftuk glas: deeze beide ftukken plakke ik mét wat
maftik^v aft op een taaffel van fteen, óf van eenige andere harde ftóffe,
die de verandering van het weeder niet al te zeer onderworpen en is}
entervvyle ikalsdanmét gróf fand eengjas daar in flype, dat maar een
kleino
«Diame*
ter.
iCrculêr«. '
cBaffins.
d Foyer.
tBafÏÏn. j
ƒ a S éc.
g Objeóls.
b Foyer.
w ■ „ | Middèllvn heeft, zo Hrólle ik deeze twee glaazen alléngs-
H n t t S S ■ ! u als ik he de t S* t in de andeie glaaze
» dèn vervólgends wryveik deeze twee zyden ƒ droog , enuit
f fchoote1, en ^ J dcr hélder genoeg zyn,en m ftaat om
11 E licht ftraalen te kunnen laaten doorgaan als jS noodig hebbe om
S H f J S S S B t dwars door heene bekwaamelyk- te kunnen j g
^Vénniri ° ° Iswamieer ik’ daar een gefleepe glas byvoege, daarmyhet
H H W Ê m - M H b ,
U , , k t : onderfcheid ie. dader k tujfehen het k Brand-punt van het glas ^
CeydM ikjm reeds kélme,en>het Brandpunt datiky inde, na deeze twee gUa- ,
óen. te zjtamen gevoegd te hebben, . „
Tót het Brandpunt van het glas dat my rtu rïeds bekendu;
Zo is ook het Brandpunt der twee te zaamen gevoegde glaazen,
Tóthet Brandpuntvanhetverbélderdeglas, dattk.zoeke. - ^ ..
Wanneer ik dan gewaar wérde, dat het Brandpunt langer of korter
I ï f S hébben*wil, zo vervólge ik mét deeze twee glaaze fchoo-
tels vérder l uit te hóllen, en ze zodaanig te m herftellen, tot dei tyd
toe dat ik my ten naaften-by op het begeerde punt bevmdegekoomen te
wsez-en.
Drie-en-wintigfte L i r>.
Hoe men de glaazen der Zórre-kyhers moet n verzachten.
M Actauctc*
3 oMachiiies^
p InTcn-
tions.
q Molettcs^.
r De vier.
ƒ Figurc'
fpheriqüe« ‘
Alsdan lésge ik allerhande foorten van o Konft-wérken ter zyde,
al\ Zaar £ t Pbe“ nnf an P? ^ f v ^
/Crcutèr. '
tn itedtel^
fefl
werden als het midden deszélfs, het glas flechts doen >. *'<$'% ' H
de f Klootfche'gedaante die het noodzaakelyk hebben moet; en vei-
de/s alléén myn hand 'daar fachjes op leggende , zo veef als 1
noodia is om het glas maar wél te geleiden; zo trachte ik hetopdee
ve wvze alléngskens t te verzachten, ■ eerft met fyn fand , en daar n.
mét limaril-feen, daar ikdeezen arbeidgeduung al focticsmeede vei-
vólse tótder tyd tos dat de Amaril-fleen geheel-en-al tot een heel w ,
i T r a « ontaftLarpoeiier is gebracht, en dat het glas ook met eene
tót zulk een ftaat is g io om e n , dat het vérders m ontrent eenuuietyd^
n<l t Adoucir*
almpalbaj
bic*