
B L A D - W Y Z E R .
jNeegendc Lid. Datikeen glas van 600
voeten vervaardigt bébbe, om de
Maan daar meede te befpiegelen.
_ I '73
Tiende Lid. Dat ik aan dit glas.eene
openinge zal geeven van één gehee-
le voet 1 midsgaaders, een Oog-g!as
van één voet, om daar meede in de
Maan een Voorwérp-te onderkén-
nen, van 35.00 voeten M-iddellyns,
onder een hoek. van 6 minuten.
'73
E'fde Lid. Dat ik een Kaart van de
Maan zal doen maaken, wanneer
ik een? bekwaame geleegentheid
Zal geVonden hébben, om my wél
van dit groote glas, tót myn genoegen
te können bedienen. 173
'X.iBaalfdï Lid. Wat men al komt- te
ondervinden ,. aangaande de twee
Dwaal-flarren , Venus en Meicu-
rius. 174
Dertien Je lid . Dat de Dwaal-ftar
( Planette) Mars zich altyd rood-
achtig aan pns gezicht vertoont,
en uit wat reede, 174.
Veertiende Lid. Dat hy in de. tyd van
14 uuren en 30 minuten rondfom
zyn eige As draait. 174
Vyftiende Lid. Dat’er onderfcheidene
héldere en durftere ftreepen in de
Dwaal-ftar Jupiter zyn. 1.74
ZdfiiendeLid. Dat’er, behalven deeze
ftreepen, verfcheide heldere en dui-
ftere plékken in deeze Dwaal-ftar
zyn. ‘ 175
Zeeveutiende Lid. Dat Jupiter van vier
Omloopers ( Seteihtei) omringt is;
als mfeede , op wat wyze ze haaren
ommeloog rondfom Jupiter koomen
te volbréngen. 175
trfcbtiende Lid. Uit wat reede deeze
zélve Omloopers zich op de eene
tyd veel grooter vertoonen als op de
andere. 175
Neegenticndè Lid. Dat deeze Omloopers
geenfins rondfom hunne eigene
Aften en draaij en. 17$
‘Vtemtigfte Lid. Dat de Kloot van Jupiter
t’eenemaal gelyk is aan deeze
onze Aardkloot. 176
Een-en-ttointigfie Lid. Dat'er op deeze
onze Aardkloot veelerhande heene-
en-wêêr-vloeijingen der Waateren
en Winden zyn , die geftaadiglyk
van het Ooften na het Wéften toe
loopenden uit wat reede zulks ge-
fchiet, 176
‘D'wee-en-t'wintigfte Lid. Dat deeze
heene-en-wêer-vloeijingen heel veel
ftérker moeten weezen op de Kloot
van Jupiter , als ze op den Aardkloot
zyn, en uit wat reede. 177
Ürte-en-t'iüintiglic Lid. Dat’er door
deeze heene-en-wêèr-vloeijingen
geftaadige veranderingen op de
Kloot van Jupiter voor moeten
vallen. 1777
Vier-en-ttnintigfte Lid. Dat de Stérre-
kundige van deeze Eeuwe uitter—
maaten daar over verwondert en
verbaad zyn geweeft, dat ze rondfom
Saturnus een dunne en platte
Ring zyn gewaar geworden , die
men t’eenemaal uit het gezicht
komt te verliezen, wanneer des-
zélfs fchérpe zyde geheel-en-al na
ons istoe-gekeert, dat men altyd
ziet gebeuren, van 15 tót 15 Jaa—
ren. 178.
Vyf-en-lveintigflslid. Dat’er, behal-
ven deeze Ring , nóch vyf Om-
loopers zyn , wélke haaren omme-
loop rondfom deeze Dwaal-ftar
(Salurnur) hébben. 179,
Zit-en-tviinl igfte Lid. Dat men deeze
Omloopers zomtyds grooter , en
zomtyds kleender op het oog komt-
te zien; als meede, dat’er één on--
der deeze is,, die zich, geduurende
een zeekere tyd, t’eenemaal voor.
het gezicht komt te verbérgen, en
uit wat reede zulks gefchiet. 179
Zeeven-en-pwintigfte Lid. Uit wat reede
de laatfte Omlooper van Saturnus
, in een iedere ommeloop mêêr
als één geheele maand lang onzichtbaar
blyft; als meede, waarom.de
Maan
Maan geenfins rondfom haar eigen
As en draait. i
v/fcbt-en-tViint igfte Lid. Dat Satorn“®
zyn fchaduwe op de Rmg, en de
Ring weederom zyn fchaduwe op
Saturnus komt uit te ftrékken _ 180
Keeren-en-twintigfte Lid. Dat net
wlrfchynelyk is dat Saturnus
rondfom zyn eige As draait, j n
Dart^lhLid ,W at’er moet voorvallen,
bv-aldien Saturnus- rondfomzyn eige
As draait, en de Ringweeder
rondfom Saturnus. 1 '
Eenen-dartigftc Lid. Wat er zoude
kunnen gebeuren , indien er op de
fchérpe zyde der Ring van Saturnus
waater was: l8,V
Twee-en-dart igfte Lid. Dat men wél
zomtyds zeekere vlakiten in de Aon
gewaar wérd, maar dat men ie,
t’zeedert eenigen tyd hér waards,
heel weinig heeft kunnen te zien
Dril-fn-dartigfte Lid. Dat het-wél eens
NeercM-en-dertigftc Lid. Dat’er atfél
eens een Kloot, die veel grooter
zoude kunnen zyn als deeze rmze
geheele Aardkloot is , in de^ Zon
zoude kunnen gefórtneert werdeOj
als meede, *wat’eral ontrent zodaa-
nig een kloot'zoude kunnen koomen
te gebeuren.
Veertig/ie Lid. Dat deeze Kloot van
een Damp-gewéft van rook omringt
zal moeten weezen. *87
Een-en-veertigfte Lid. Dat deeze Kloot
zich moet vertoonen in het midden
zoude kunnen koomen te gebeuren,
dat deeze zélve Zonne-vlakken de
geheele Oppervlakte van Aon
t ’éenemaal kwaamen te bedékken.
Vier-en-dartigfte Lid. Wat men a l, -
ontrént deeze Zonne- vlakken ,
komt gewaar te wérden, 183
Vyf-sn-dartif.fte Lid, Wat voor giffin-\
gen en gevólgen men z\ uit deeze
Waarneemingen kan trekken, 184
Zét-en-dartigfte Lidt Wat voor be-
fluiten men uit deeze giffingen en
gevólgen al zoude kunnen haaien ,
onderftélt zynde dat ze waarachtig
waaren. .
Zeeven-en-dart igfte Lid. Eenige waar—
neemingen van Lichten, die zomtyds
aan den Heemel zyn te zien
geweeft. 18 5
sicht-cn-dartigfte Lid. Dat deZonne-
vlakken by-na geene dikte altoos
van een zeekere hair-achtige veezeligheid,
en mét een ftaart van licht.
& 187
T-wee-en-veertigfte lid . Dat deeze ftaarf
ó f groot óf klein kan fchynen te
weezen , en uit wat reede. 187
Drie - en - veert igjle Lid. Wat er aan
deeze zélve Kloot al zal moeten
gebeuren, wanneer hy zich op z o -
dianig eene wyze van de Zon at
komt te verwyderen , dat wy hem
daar door voor een geruimen tyd uit
het gezicht verliezen. - ,,, 7
Vter-en-veeitigfte Lid.Dat deeze Kloot
ons, op zyne te rugge-komfte nade
Zon toe , ten naaftec-by éene en
dezélve verfchynflèlen weederom
moet vertoonen, die hy ons te voore
reeds al vertoont’- hadde , terwyle
hy van de Zón af ging; maar échter
niet -t’eenemaal dezelve ver-
fchynflelen . en uit wat reede. 188
Vyf-en-veert igfte Lid. Dat men deeze-
Kloot op veele onderfcheidene manieren
den Aardkloot kan zien
voorby-gaan.
Zir-en-veertigfte Lid. Dat deeze zelve.
Kloot eindelyk weeder na de Aon
toe moet keeren, en uit wat reede.
189
Zeeven-en-veert igfte Lid. Dat het zomtyds
wél'kan gebeuren , dat deeze
Kloot niets anders als zyn rook
aan ons en komt te vertoonen,.