
dere reedezo voor-en-valt, als alléén, doordien dit ftérk-waater
on-eindige meenigte van lcleene lichaampjes in zich bevat, die heel
fpits en fchérp zyn, wélke zich ook, als zo veele hoekige tandjes,
aPrismes. tuflchen de kleenc lichaampjes weeten in-te-dringen ., daar a dekant-
zuiltjes van het yfer uit zyn te-zaamen-gezét, en die deeze deeltjes
ook mét ééne t’eénemaal van élkanderen af-doen-fcheiden, zodaanig
zélfs, dat de tuffchen-ruimtens, die ze tuflchen analkanderen open-
laaten, niet anders mêêr vervult en kunnen wérden, als alléén door de
* Premier Hoofd-ftóffe. By-gevólge moet dan ook deeze zélve * eerde
Element. pjoofyftóffe mét een groote kracht en gewéld na deeze tuflchen-ruimtens
toe-fchieten, en ter zélver tyd mét ééne aan deeze fpitze en fchér-
pe lichaampjes een middel verfchaffén, om nóch vérder tuflchen de
kleene lichaampjes in-te-dringen, daar deeze kant-zuiltjes van het yfer
uit zyn te- zaamen-gezét 5 het geene onmoogelyk niet en kan gefchieden,
zonder deeze kleene lichaampjes daar door eindelyk ook t’éénemaal van
élkanderetedoenaf-fcheiden, en ze daar door tót een heel fyn poeijer
te bréngen, daar men daar na, door geen konft altóós, ooitwee-
der yfervanenkanmaaken, doordiende hólle kant-zuiltjes, die nood-
frFermcn- zaakelyk tót het yfer vereifcht wérden, t’éénemaal door deeze b jpp-
tation. giftinge zyn vernielt en vernietigt geworden.
Dérde L 1 d.
Dat'er tweederleije foorten <van Hchaamen zyn, van wélke de ééne ver-
brandbaare, en de andere on-verbrandbaaregezégd wérden te weezen.
Dat mêêr is', men moet ook wél aantriérken, dat’ertweederleije
.«1’UniTets. foonen van Hchaamen in c het groote Heel-Al zyn, van wélke de
ééne yerbrnndbaare , en de andere on-verbrandbaare gezégd wérden
te weezen.
Vierde L 1 d.
rfCombu. Wat d de verbrandbaare Hchaamen eigentlykzyn ■, alsmeede, wat'eraltoe
ftibles. „ vereifcht wérd om die aan-te-fleeken.
De verbrandbaare Hchaamen nu, zyn, allerleije foorten van droog
hout, turf, v é t, olie, Swaavel-achtige geef en , gelyk-als de brande-
wyn is, en, in ’talgemeen, alle zulke Hchaamen, wélkers deeltjes,
óf kleene lichaampjes daar deeze deeltjes uit beftaen, heel veel lich-
tigheid -hébben, en die mét ééne van e eene uittermaaten on-reegel-
maatige gedaante zyn. Want de deeltjes der zélve heel licht zynde ,
zo is ook de minfte beweeginge des viers krachtig genoeg om hén te
doen beweegen en in de lucht op - te - héffen: doordien nu de lucht
t Figure
tres irreguliere.
der MATUUR-KUN DE. 113
«Irvd mét Zwaavel enSalveeter, en een groote meenigte vanonderfchei-
j y rnut-en t’éénemaal vervult is, die daar in geduung heenï
w ê ï S S “ ’ » " n o o k . mét de deeltje, the
S 'd e e i J ïK t a de lucht wérden op-gehee»en. een Keker. foort
P on£?itlinec te-zaamen uit-maaken, en by-gevolge, de vlam te-«Ferme»-
van a opg ttmg . eenzeekere vlammende rook, wel- tition.
S - S g e meenigte va» heele Itleene
on rèege^maatige lichaampjes, die , terwyle ze met deeze fouten op-
« K . j L eerfte Hoofd-ftóffe koomente dryven, die dooi dee- y Premier
M m m r n Ê Ê m m 'w y T l “ Inllond. hébben ter-neemder-g elléltens camangketwaen’ nepn,w ( t-o*e!» “- “ -
t',D e ' e ^ S ? g e " ™ » " ' i v e e l te lichter kunnen gefchieden,
meerder óf minder overvloed , daar na toe te fchieten.
Vyfde L i d .
Dat e de verbrandbaare Hchaamen zomtyds wél niets andere als énkele róók.
voort-moeten-bréngen ■, en uit wat reede.
Bv-aldien nü de fouten, die geduuriglyk in de lucht heen-en-weerzweeven,
van die kracht en dat vermoogen met en zyn, om dedeelties
'e Corps
combuftibles.
die daar-inne zyn opgeheeven, ’t éépemaal te kunnen ontbinden
èn Van een-te-doeniheiden, óf liever, het geene éen en’t zelve is,
indienze on-vermoogende zyn, om met deeze zelve deeltjes de op
ciftiTae uit-te-wérken, dieper noodzaakelyk toe vereifcht werd om
een vlam te-voorfchyn te-dóen-koomen, zo zullen alle deeze deeltjes,
wélke op die wyze in de lucht zyn op-geheeven, ^ ^ Ï o k 1'
fchyn kunnen óf moeten brengen, als alleen een enkele rook.
Zéfde L i d .
Waarom de lucht noodzaakelyk«, om éérft het vuurte doen voort-koomen,
en daar-na, om het zélve te onderhouden.
Uit alle het geene, dat nu zoéévendoor ons is ter-needer-geftélt, kan
-noeezaam blvken waarom de lucht noodzaakelyk is, om de
„noegzaam blyken , E - hóf middel der fouten die ze bevat