
* Revolution.
b Planètes.
e Mo’ins
GrofEere*
Evident,
* Poulie,
yPropofi-
tion.
g Orbe.
* Evident.
*f Orbe.
I Surface,
* Impref-
fion.
èMalTe.
I Revolution.
Tiende L i d.-
Een bekwaam middel, om het onderfcheid te heren kinnen o dut ’erts,.
tujfchen de dóffe, daar, by voorbeeld, Saturnus zyn a Ommeloop in doet, en
die ftóffe , daar de >A ardk[oot de zyne in volbréngt.
, By.aldien het dan waar is, dat de ftraalen des lichts de éénige en
rechte grond - oorzaak' zyn van de beweeginge der b Dwaal-ftarren ; zo
zal men daar uit een bekwaam middel kunnen haaien, om eeniger-maate
uit-tervinden, hoe veel, by voorbeeld, die dóffe , daar Sa-
tumus zyn ommeloop in doet, dunder is, als de ftóffe is, daar de Aardkloot
de zyne in volbréngt. Want, indien Saturnus nét ééven zo
groot was als de Aardkloot is, en dat hy mét ééne tien-maal zoverre
van de Zon was af-geleegen, als de Aarkloot is} zo is het d baarbly-
kelyk, dat hy van niet méér als alléén van het hondertftegedeelte van
die ftraalen en zoude e voort-gqzét wérden , daar de Aardkloot door
werd voort-gedreeven. By gevolge dan, vólgens het geene wy nu
reeds al»» het tweede Hoofd-deel deezer verhandelinge hébben betoogt en.
aan-geweezen, {bezie het twee-en-twintiglfe f Eoorjlél) zo zoude Satur-
nns zich ook tien-maal zo langzaam in zyn g kring moeten beweegen,
als. de Aardkloot in zyn eige kring yoortgaat , by-aldien de ftóffe
heel nétééven za gróf. was aan de ééne deezer twee .oarden.óf plaat-
zen, als ze. aande andere is..
Maar, indien nu Saturnus vier-en-zéftig-maal zo groot was als de
Aardkloot i s , en dat hy mét ééne tien-maal zo vérre van de Zon
was af-geleegen, als de Aardkloot is; zo is het * baarblykelyk ,
by-aldien de ftóffe aan de ééne deezer twee oorden óf plaatzen nét
ééven zo gróf was, als ze aan de andere is, dat hy zich ook twintig
maal zo langzaam in. .zyo.-T kring zoude moeten beweegen ,
als de Aardkloot in zyn .eige, kring yoortgaat y-nademaalihy, .in.
zulk een geval, zéftien-maal méér h oppervlakte loude moeten hébben,,
als de Aardkloot heeft, om de i indrukkinge der Zonne-ftraa-
len te kunnen ontfangen; .als meede , dat deeze zélve fttaalen, in dit
geval, k. een gevaarte óf klomp zouden voort-te-dryven-hébben ,
dat vier-en-zeftig-maal zo groot was, als de klomp des geheelen
Aardkloots i& Maar doordien de zonne--klaare érvaarentheid zélve-
ons.leert, dat Saturnus zich niet méér. als ontrént drie-maal zo lang-
laam in zyn kring beweegt, als de Aardkloot zich in zyn kring komt
te beweegen; zo zoude men-heel wél daar uit kunnen befluiten, dat
de ftóffe, daar Saturnus zyn l ommeloop in doet, «Jfmaal dunder en
minder bekwaam zouden moeten weczen, om eenige teegenftand aan •
hém te kunnen doen, als die ftóffe is,: daar de Aardkloot zyn omme- ■
loop in volbréngt, by-aldien de ftóffe,- daar Saturnus uit iste-zaamencrezét,
ook niet ter zélver tyd mét ééne, na de a eevenreedigheid van
a Proportion.
fvu klomp, zo veel dunder en moefte weezen. Waar uit dan ook
irolad, dat de ftóffe , daar Saturnus zyn ommeloop m doet, jpnaal
b dunder moet weezen, als d ie ftóffe is, daar de Aardkloot zyn eige ommeloop
in volbréngt; als meede, dat Saturnus e na de eevenreedigheid
van zyn klomp, 3pnaal minder ftóffe in zich moet bevatten, als de
Aardkloot doet. . ,
By-aldien nu Saturnus hondert envyf-en-twmtig-maalzogrootwas,
als de Aardkloot is, .zo zoude de ftóffe, daar hy zyn <1 ommeloop in
doet vólgens dit zélve e beginffel, ontrént 3 liniaal dunder moeten
weezen, alsdieftóffeis, daar de Aardkloot zyn eige ommeloop in volbréngt:
en zo voort vervólgends.
Men dient ook wél aan-te-mérken, dat men, in deeze reede-kaa-
velinge f eene aftrékkinge mét de gedachten maakt, van de ring en
g de Umloopers van Saturnus , die daar ontrent wel eenige veranderinge
zouden kunnen.te-weege-bréngen,
lnsgelyks dient men ook wel aan- te - merken , dat de, h°n:e,
door wélke h de DwaaUftarren koomen heene-te-loopen, aan hen
on-ophoudelyk nét zoo veel beweeginge doet verliezen, als de ftraalen
van de Zon daar geftaadig aan koomen in- te-drukken en meede-te-
deelen, overmids ze reeds eene maate van beweeginge hébben bekomen,
tót op een zeeker & graad toe, en dat deeze beweeginge onmoogelyk
niet vermeerderd en kan wérden, door i de teegenftand, die hen in
die ftóffe geftaadig ontmoet, daarze k.dwars door heene gaan: (bette
het twee-en-twintigfte 1 Eoorftél des tweeden Hoofd-deels, beneevens des-
zélfs gevolg en m Byvoegzcl) indien deeze zélve Zonne-ftraalen aan hén
niet een zeekere grooter maate van beweeginge en koomen m-te-dru-k-
ken als na gewoonte, óf ook, dat de ftóffe, daarze haaren n Ommeloop
in doen, niet o lichter en komt te werden, als zevoorheencgewecftis.
„ , . , , , , ,,
Op deeze zélve wyze zal ook een Schip; meteen en dezelve wint,
in een meir van foet waater, een veel fnélder vaart kunnen maaken,
sds het wél in de volle Zee zal kunnen doen.
b Moins
groffierc.
c i Proportion
de fa
made.
d Revolution.
e Principe.
f Abftrac-Î
tion.
g Satellites.'
b Planètes,
iRefiftance.
^Traveller,
/ Proportion.
m Scholium.
ti Revolution.
0 Moins
groifierc.
Elfde L I d .
Dat p de Dwaal-ftarren zich niet alle in één en dezjlve vlakte rondfom V q^ ” cs‘
de Zonen beweegen, maar dat q dekringen der zélve malkanderen inteegen- 1
deel fnyden ; en waarom zulks, zo is.
W y hébben nu zo aanftonds gezégd, dat de Dwaal-ftarren zich
rondfom de Zon beweegen, door een zeekere r kracht, die de Itraa- rForcCi
len der Zonne daar aan hébben in-gedrukt en meede -gedeelt. (bezie
R z het