
na Nieu-Hólland toe, ten Wétten, entenOoften, langs de Kullen
van America heene.
Derde L i d .
a Obfcrva- Dat hy onderfcheidene a Waarneemingen maakt, aangaande de Winden
tions, der Atlantifche Zee.
De Heer Halley dan, de Hiftorie der Winden aan ons willende
vertoonen, vólgens deeze voor-verhaalde Afdeelinge, maakt zyn
begin mét de Winden der Atlantifche Zee-, zéggende dat ’er in deeze
groote Zee één algemeene wind heerfcht, óf de overhand heeft,
die zich tuffchen de Keer-kringen (Tropici) in hout, en die hetgehee-
le Jaar door waait, zonder éénige aanmérkelyke veranderinge onderworpen
te weezen, als alléén, dat hy op de ééne tyd wel wat na
het Noorden, ent>p de andere tyd wel wat na het Zuiden toe hélt, na de
6 Sicuation. onderlcheidene h geleegenhéid der oorden óf plaatfen daar hy waait.
Deeze naavólgende zaakennuzyn weldevoornaamfte, die men, aangaande
deeze veranderingen, aangemérkt en in-acht-genoomen heeft.
Vierde L i d .
c Obfem- Eerfte c Waarneeminge.
tioii.
De eefte Waarneeminge dan is; dat men, ontrént de Zee-kuften
van Africa weezende, zo dra als men de Canarifche Eilanden is voorby
gevaaren, wél vaft-kan-Héllen, ontrént dien oort een ftérke doordringende
wind te zullen ontmoeten, die Noord-Oojl zal zyn, ontrént
de n graaden Noorder breedte; en die heel félden van het O o ft en
■ tót het Ooft-Noord-Ooftcn toe zal draaijen, óf over het Noord-Noord-
Ooften heene fchieten. Deeze wind nu blyft die geene on-ophoude-
lyk by, die na het Zuiden toe zeilen, tót op dehoogtevan 10 gr naden
Noorderbreedte, en, ontrént , tót op de affiand van ioo Mylen
i/Calme van K-Uden van Guinea af. Wanneer ze nu tót zo vérre zyn ge-
koomen, zo vervallen ze daar ter plaatfe ineene d ftilte, die hênby-
blyft, tót ontrént op de hoogte van Noorderbreedte, waar
uit ze zich ook niet als mét zeer groote moeite kunnen rédden, ge-
lyk-als in ’t vervólg naader zal aangeweezen wérden. (Bezie het elfde
L id deez.es Hoofd-deels.)
N y fd e
Vyfde L i D'.
Tweede a Waarneeminge.
De tweede is; dat die geene, wélke na de Caribifche Eilanden,
óf de Antilles, toe zeilen, gewaar wérden, zo-wanneerze de Kullen
van America beginnen te naaderen, dat de Noord-Oofte Wind, daarin
het naaftvoorgaande Vierde L id afisgelprooken, hoe langei hoe meerder
na het Ooften toe begint te draaijen; zo verre zelfs, dat hy wel
a Obfcrva-'
tion.
zomtvds t’éénemaal een O ofte Wind wérd, of ook wel, een Oojle-Wind-
ten-Zuiden: dat deeze zélve Noord-Oofte Wind ook zomtyds wel een
„-heele ftreek óf twee komt te draaijen, van het Ooften at na het
Zuiden to e , maar heel félden meerder. Eindelyk werd men ook
eewaar dat-de kracht van alle deeze winden allengskens komt te
verminderen en af-te-neemen , na dat men meerdertia het Wetten toe'
komt te naaderen.
Zefde L i d.
Derde Waarneeminge.
De derde h Waarneeminge is; dat e de fcheidspaalen der vatte en t obfcm-'
rf-fondfom-loopende Winden zich in deeze Zee vérder uitftrekken na tion.
de kutten van America toe, -als ze zulks wel na de kutten van A jn ca <Limit«,
doen; doordien mende vatte wind daar ter plaatfe niereerder gewaar dv^oii-
en wérd, als, na dat men, na-de kant A fr ica , e de breedte van ^ UtiW(W..
28 oraaden is te-booven-gekoomen; -daar zich deeze zelve Wind, na
de kant van America toe , wél komt uit-te-ftrékken, tot op debreed-
te van ?o, 21 , óf 31 gr daden. Eéven dit zélve nu werd men ooit
gewaar , ontrént de Kutten van het Zuider gedeelte ƒ der Eevenaars-^ qaator< -
kring; want dicht by de Cabo de Bonna Efperan^a zyn ? de icheids- ? Lmntes.
paaien der gereguleerde winden wél 3 óf-4 graaden naader aan de
Eevenaars-lyn, {Lima ^£<jmnoBialis) als ze zulks wel zyn ontrent-
deKuften van Breftl. (bezie hier op de bygevoegde Kaart.)
Zeevcnde L 1 n.
Vierde h Waarneeminge. § ,
i Obfem-
Dé vierde Waarneeminge is; dat deeze zélve Winden, van de nou'
Noorder breedte yan 4 graaden af, tot aan deeze i fcheidfpaalen toe, ,Ljmi*tcs>
na de kant van het Zuider gedeelte der ^Eevenaars-knng, meelt altyd ^^uatw.