
«Exhalai*
ions.
* Fermenter,
( Exhïlai-
foris*
d Impctuo
fi té.
* Violence.
/Elancer.
g Expliquer.
Drie-en-twintigfte L i d .
Wat het Weerlicht eigentlyk is.
Men ziet veeltyds ook wél een deel vuur door de-lucht heen-zwee-
ven en flikkeren, zonder dat men échter éénig het alderminfte ger
luid ót gerommel komt-te-hooien; zulks nu k omt, na alle waarfchy-
nelykheid, daar van daan, dat’er als dan heel veel falpeter-en-zwavd-
achtige a uitwaaffemingen in de lucht z y n , wé lk e, .door eene e c -
noegzaame meenigte van waater door-weekt zynd e , in de vryo-lucht
koomen h op-te-giften, tót zo vérre zélfs, dat ze daar door t ’ééne-
maal in de brand geraaken. W an t dit zélve vuur, inde ruime lucht
ontftooken wérdende, zonder in éénige wolk beflooten te weezen
en kan ót moet geen méér geluid altoos van-zich-geeven, alshet buspoeder
komt-te-doen 5 wanneer men dat aan-fteckt, zonder'dat het
ergens in beflooten is: deeze tborten van vuurennu is men Weerlichten
gewoon te noemen.
‘ Vier-en-twintigfte L i d .
Wat de D onder en Blikfemis.
Maar, zo-wanneer deeze- c uitwaaflemingen in het midden van een
groote en dikke wolk koomenrie-ont vonken; zo ziet men eenfehit-
terend vuur daar uit te-voorfchyn-koomen, het w é lk e , mét d een
greote kracht en gewéld uit de wolk uit-fchietende, daar het in
beltooten was, een zwaar geluid en gerommel van zich komt-te-gee-
v en, dat men de Donder noemt; en dat vérders, wanneer het mét een
groote e verwoetheid en drift teegen de Aarde komt ƒ aan-ftooten
dc -naam van Bliksetn nm-netimt. *
Het en zal ons nu geenfins moei jelyk méér kunnen vallen, om f uit-te-
le g g cn , en reede-te-geeven: .
Foor eerfii Waarom het geluid en de flag van de donder .zomtyds
als uit onderfcheidene plaatfen van-daan-komt. Want de vlam- de.r
blikfem kan gemakkelyk op onderfcheidene oorden ó f plaatfen uit de
wolk te-voorfchyn-koomen, van onderen en van booven, ter réchter
enterflinker-hand: die vlam nu, wélke uit het beneedenfte deel van
de wolk voort-komt, moet noodZaakelyk dehardfte flag en ’ tm ed le
gekraak veroorzaaken j en dit zélve geluid moet zich ook het eerftc
van alle doen hooren, door de na-byheid der plaats daar het^van-daan-
komt. \
Ten tweeden+ U it wat reede. men - veeltyds nóch zeekere h na-romm
c -
t Roulades,
der N AT U U K-K U N D E. 257
wielingen in de lucht komt-te-hooren, na dat de zwaarfte flag van de
Donder nu reedsal is * voorby-gegaan. W an t deeze rommelingen
cn zvn niet anders als Echit ó f Wéêrklankcn, die door de wolken zelve
veroorzaakt w é rd en , beneevens het tuflehen-koomen van onderfcheidene
lichaamen, die men ailcnthalven.op den Aardkloot vint.
Ten derden-, Waarom een ieder zvvaare dondcr-flag veeltyds kort
daar.aan van een .groote flag-reegen gevólgd wérd. W an t de vlam
, der Blikfem fméltin zulk een geval een heel groot gedeelte van de
fneeuw, in de wolk daar ze in beflooten was. ,
Ten vierden-, Op wat wyze de Blikfem zomtyds wel een geheelen
To orn kan om-vérre-wérpen, een boom in twee ftukken > ot
zélfs, hém wel geheel-en-al tót gruis flaan, enz. W a n t de Blikfem
k om t, mét zo uitterrriaate groot een b kracht en geweld uit de wolk *. I-upcmo-
dringen, daar hy in beflooten w a s , dat ik , die dikmaals wel verge-
le'eken hébbende by de vlam die uit een fluk. canon te-voorlchyn-komt,
genoodzaakt wérde te ftéllen, dat de Blikfem-vlam wél ten minften
tien-maal zo fnél en zo krachtig aan myn gezicht toe-fchynt te wce-
zen, als de vlam is, die uit e e n fitt^grof-gefchm komt uit-barften.
! j-en vyfden-, O p wat wyze de Blikfem een-koopcre draad kaïvuoen
fmélten, daar hy' échter ter zélver tyd een hennepe draad zal laaten
'W e n e n fpaaren, die niet alléén dichtaandezyde van deeze koopere
draad hangt , maar die der ook mét ééne aan raakt. W an t het koo-
§g§ zich teegen de over-fnélle beweeginge van de Bhkfem-vlam aankantende,
verfchaft daar door eene genoegzaame ge.eegentheid en
tyd aan de Salpeeter-en-Zwaaveï-achtige geeften, daar uceze vlam
t ’éénemaal uit b éftaat, om het te kunnen ontbinden en fmclten jm
dc plaats dat de hennep, een fachte en bu.gzaame ftofte uit haar
eigen aart zynde, en die niet heel dicht in-'éen-fliiit, deeze zelve fyne
; en vlugge geeften al-te-licht -en fchielyk laat c door-trekken, ombaar (.pafi-cr
éénigfins van befchaadigt'te konnen wérden. ; . ,
Ten zesden-, Waarom de Blikfemin’t gemeen d golts-wyze- uit de jed oudö-
w o lk komt fchieten, daar hy in beflooten was. W an t hy nacht yam.
altyd door die oorden ó f plaatfen heen-te-trekken , -daar hy de
minfte teegenftand komt-te-ontmocten : deeze plaatfen nu zyn
nimmermeer in een réchte lyn vlak teegen-élkanderen-over-geleeë
e Ten zeevonden i W a t de reede is , waarom men het des Winters
heel félden hoort donderen.' W an t « de uitwaaffemingen ftygen als- ‘
dan maar heel félden zo hoog o p , dat ze de wolken kunnen bereiken. /Cblcur
- Tenachtfien-, Waarom ƒ eene onmaatige fmoor-hitte des boomers d[oüffintc.
bv-nay een zeeker en ontwyffelbaar kén-teeken is , b a t het w e l haalt g Marqué
zal donderen, ó f ten minften, weerlichten. W an t deeze zwaare mUiilmlc.
hitte is een teelten, dat ’er zeer veele h uitwaaffemingen in de lucht