
d e u r z i c h t - k ü n d e .
zodaanig eene wyze, dat de afftand die de
zynzal, van dit glas af, tót aan deszelfs
Brandpunt L Mtoe, is, tot de afftand,
van dit zélve glas a f, tot aan die plaats
tbe alwaar Ze zich ten tweeden maale
É S om van daarin de * Öog-appel * Snelle.
P Q in te dringen , gelyk als de afftand
is, die der is, van het glas C D af, tot
aan de plaats LM toe, die het b brand- i
i ïo je t .
punt is van het glas E F , tot de afftand,
die der is, tuffchendctweeglaazen, C D
en E F.
Acht-en-dértigfte L 1 b.
Op wAt wyze men een voorwerp kan verlichten,
dat van zich zélfs niet genoegzaam
verlicht en is.
Wanneer hu “het Voötwé'rp A B van
zich zélfs niet genoegzaam verlicht en
i s , zo zoude men het wel gevoegelyle
kunnen verlichten , met h e t , meer ot
min, te ftéllen, inhet Brandpunt van een
cból-gefleepe glas, gelyk afs N is. < Verre
° A convexe.
Neegen-en-dértigfte L i d .
Dat men noodzjtakelyk.een d middel-fchótmoct iDitföaitf
m naken in een Ver groot-glas (microfco- me.
pium) van twee glanzen, als meede,
wat men daar uit kan bejlmten.
Het zal ook ten uitterften noodzaake-
]yk weezen , dat men een middelfchót
maake, aanhet e Brandpunt vanhetglas
E F : dat is, in L M , door ééven die zelve
reede, die We nu reeds al gegee-
ven hébben , (bezie het Een-en-twintigjle
L id van dit Hoofd-deefyaangaande de nood-
Zaakelykheid die der is , om een ƒ middelfchót in de Vérre-kykmte /biapfcnjf
maaken; deeze zélve reede nu kan ons ook met ceo ’ , me'
het derde glas, dat men in t gemeen gewoon is tufichen de twee and