
«Diamètre.
b Foyer
abfolu.
c Plan-
convexe.
d Côté
convexe.
* Object.
./"Paralleles
à l'Axe.
g Plan-
convexes.
iConvexes.
i Experiences.
k Cotez
convexes.
/Spberiqne.
»»Plan-
convexe.
n Objeéî:.
e Côte' convexe.
/Parallèles.
^Point Mathématique.
r Proportion.
f Convexe
des deux
cotez,
i Convexi-
tez.
u Diamètres.
ît/Fpycr
abfolu.
«Verre
convexe,
y Cçnrres
des convex
irez. .
X Parallèle.
m Refra-
4Jion.
gelyk als 3 is tót 2, maar P H is gelyk aan drie halve-middellynen mirt©
r U i dierhalven is H P gelyk aaneen a middellyn, min }D P .
Hiei uit volgd dan; dat het b volftrékte brandpunt van een c plat-*
verheeve glas, daar altyt veel vérder van is afgcleegen, 20 wanneer de
platte zyde na het voorwérp is toegekeert, als, Wanneer de d bólle zy-
de daar na toegekeert is; als meedc, dat dit onderfcheid tot f der dikte
van net glas komt op te klimmen.
Vérders volgd hier uit;dat het te zaamen-koomen der gebrookene ftraa-
len veel volmaakter komttegefchieden, zo wanneer de bólle.zyde na
net e voorwerp is toegekeert, om daarop de ftraalen teontfiuigen, die
/ eevenwydig aan de as zyn, als, wanneer de platte zyde daar na is toegekeert;
en dierhalven fchynt het, dat men de £ plat-verhetveneglaa-
zen booven de glaazen zoude moeten Héllen, die aan beide de zyden ver-
heeven zyn, en dat men heel goede zórge zoude moeten draagen, om
de<r rfr" 'Cï ene °fkólle zYden wcl na hetvoorwérp toe te keeren. Onder-
tuiiehenechter, dewyle het een bekénde zaakis, dooreeneon-eindige
meenigte van * ondervindingen , dat de plat-verheevene glaazen heel
volmaaktelyk één en het zélve koomen uit te wérken, zonder dat men
eenig het alderminfte onderfcheid daar ©ntrént ooit gewaar kan wérden,
hetzy dat derzelvèr platte óf k bólle zyden na het voorwérp toegekeert
zyn; zo dunkt het my, mét heel veel reede , dat het ten uitterften
onnoodig en vruchteloos zoude weezen, omeenige andere Fiauure aan
de glaazen der Vérre-kykers te willen gee ven, als alléén de l Klootfche:
want, het onderfcheid dat’er is, tuflehen de volkoomene te zaamenkom-
lte der ftraalen, die dwars door m een plat-verheeve glas heene gaan,
wanneer de platte zyde deszélfs na n het voorwérp is toegekeert, en de
volkoomene te zaamenkomfte derzélve ftraalen, die door dit glas heene
gaan, wanneer de o bólle zyde deszélfs na het voorwérp is gekeert,
is zo uittermaaten aanmérkelyk, dat het onmoogelyk is , om booven
het zelve nóch tót eenig onderfcheid te kunnen geraaken, dat zo uitter-
maaten aanmérkelyk is, fchoon dat’er al een zeekere Figuur was, ófbe-
dacht kon wérden , die alle de p eevenwydige ftraalen in één éénig
q Wiskundig punt, om zo te fpreeken, by-een koft vergaaderen.
Zesde r Foorftél. Wanneer der een glas is, dat/aan alle beide de zyden
bol is, en waar van de t bólligbeeden gelyk óf ongelyk kunnen
zyn; zo is één der twee « middellynen van de bólligheeden , tót de
w v°lErekte brandpunt, eeven als de fomme der twee
Middellynen is tót de andere ééne Middellyn, onderftélt zynde, dat men
alleen de dikte van het glas komt over te flaan.
j ^,et * ^olle glas weezen; laaten B en C de j middelpunten
der bólligheeden zyn; en laat D E een Raak-ftraal weezen, die z. ee-
venwydig is aan de as. By-aldien nu de Raak-ftraal D E niet anders als
alleen de eerfte a Wanftraalinge en hadde te lyden, zo zoude deszélfs
ge-
, , „ „ J, as in het punt F koomen te fnyden, dat van het al'Axe.
f ^ r'0 n^ A afceleegèn wasP, driemaal de léngt/ van A C ; maar, * Sommer.
dewvPlëPdeezfzélfe ftrfal nóch booven dien eene tweedc Wanftraahn- ^
f K h J J zo kat, uit het c Middelpunt B , de rechte lyn B G i PjraHac,
ge heeft te ly , z01aat ; d aatl de gebrooke ftraal E F , en laat
, die de al in het punt H zal fnyden;
verders E< ,ftréktc brandpunt tót het puntH zozeggeik,dathet,volftreathetvaJ ctgiasKEHalaf zal wne ezen, en «bFfoojlBet.
nét in de reeds-geftélde ƒ eevenreedentheid. ƒ * » P*-
g Betooginge. Dewyle de Raak-ftraal D E ^Dcmon.
door de eerfte h Wanftraalinge reeds is afge- pratj011_
boogen geweeft, als om naar F toe te gaan, 4 Refra-
dat. vanher i Toppunt A , driehalve-mid- flion.
dellynen vérre van de eerfte b ó lligh ^ K A E 1 co™«»-'
is afgeleegen ; zo zal de tweede Wanftraa ^
linge deeze * Raak-ftraal verder afbuigen, * R3y0n
om na het punt G toe te gaan, dat van het incident,
middelpunt B drie Halve-middellynen der
tweede l bolligheid K N E zal atgeleegen onv
weezen; dat is, de wydte van driemaal N B.
want B G kan hier aangemérkt werden als de
m as der bolligheid K N E ; en de Straal E t1, m ax*p
als de n raak-ftraal, die eevenwydig is aandee- „ Rayon
z e as. Dierhalven dan, dewyle de twee Drie- incident,
hoeken, B G H B e n E H F E gelyk zyn,
zo is BG tót F E , gelyk als GHis tot H E i
en, ot’zsiamen-ftéUe>ide,GB + K F is to t\ L b , .Compog
e lv k als G H + H E , die te zaamen zo v e e l nendo.
do en als één p middellyn der b ó l l ig h e id K N E , ? ° ‘a” ' . re
is tó t H E : dat i s , dat d rie h alve-middellynen ycïité_
der tweede bolligheid K N drie halve-
middellynen der eerfte q bolligheid K A E , , Conv«ii
zyn, tót drie halve-middellynen deezerlaatfte tc-
bolligheid, gelyk als één middellyn der tweede
bolligheid K N E , is, tót de afftand van het
r volftrékte brandpunt van het glas. Maar, m M R
de plaats van dit, kan men wel zéggen, dat een
/middellyn der tweede bolligheid K N E pint /Dumttte.
één middellyn der eerfte bólligheidK A Eldat
is, de fomme van de middellynen dei bollig"
h e ed en , is , tó t de m iddellyn van ééne deezer ( CoUTexi.
twee »bólligheeden , gelyk als een middellyn (éz
der andere bolligheid, is. tót de afftand van ,f Foyer
het «volftrékte brandpunt van het glas
'Q Hier abfula.