
SiPhilofb*
plies.
b Conce-
Toir.
c Subfiance.
d Univers.
«Etendue.
/Premier
& Second
Element.
gSubltance.
b Liquide.
i Second
Element.
£ Evident.
/ Premier
Element.
m Conti*
guité.
«Admettre.
o Philofo-
phes.
pConfideré.
q Continu,
r Artuclle-
ment.
gclyk op zulk een wyze niet en kangefchieden, als de meefte/2 Wys-
gêêren die wél gewoon zyn te b bevatten en uit te léggen.
Twaalfde L i d .
Dat men, ten opzichte der Natuur-kunde, wél voor een vafl beginjfelaan
kan neemen, dut c die z é lf [handigheid, wélke éénig en alléén d hetgroote Heel-
A l vervult, door zjne on-eindige e uitgejlréktheid, in tweederhande foorten
van deelen ó f wee ziens wél kan en mag onderfcheiden wérden, die men na
deezjen f de eerjle en tweede Hoofd-Jlóffe eok^zal noemen.
Dewyle het dan t’eenemaal onmoogelyk is, dat diejj zélfftandig-
heid, wélke éénig en alléén het groote Heel-Al vervult, volftrékte-
lyk hart, óf t’eenemaal vloeijende zoude kunnen weezen, gelyk-als
wy nu zo aanftonds getoond hébben , en dat ze noodzaakelyk, óf
t’eenemaal hart, óf vloeijende moet zyn , óf wél, dat ze ten deele
hart, en ten deele h vloeijende moet weezen; zo en is’er voor ons nu
teegenwoordig niets méér overig, als dat wy alléén het laafte deezer
gevallen koomen uit te kiezen, en, ten opzichte der Natuur-kunde,
voor een vaft en onwrikbaar beginflel koomen aan te neemen, dat
die zélfftandigheid , wélke éénig en alléén het groote Heel-Al vervult,
door zyne oneindige uitgeffréktheid, in tweederhande föorten
van deelen, ófonderfcheidene weezens, wél kanen mag onderfcheiden
wérden , die wy ook na deezen de eerfte en tweede Hoofd-ftóf-
fe zullen noemen.
Dértiende L i d .
Dat de kleene lichaampjes der i tweede Heofd-ftóffe, die élkandere niet on-
middelyken raaken, malkanderen ook nimmermeer en kunnen raken.
Eindelyk, by aldien twee kleine lichaamen , die malkanderen on-
middelyk raaken, zich nooit van élkandere kunnen affeheiden, zo is
het ook, door eeven die zélve reede, k.baarblykelyk, dat zoodaani-
ge twee kleene lichaampjes , zo-wanneer ze ééns van malkanderen
zyn afgefcheiden, élkandere nooit weederonmiddelyk en zullen kon-
ncn raaken, door het wégdryven der l eerfte Hoofd-ftóffe, die ze
komt van-een-te-fcheiden ; en , by gevolge , dat men deeze m vafte
aan-een-raakinge der lichaamen onmoogelyk niet en kan» toeftaan
nóch inwilligen , wélke de meefte o W ysgêêren tót nu toe hébben
aangenoomen; maar wél, dat een ieder klein lichaampje der tweede
Hoofd-ftóffe , p aangemérkt moet wérden , als één éénig q vaft-ver-
knócht en onbeweegelyk lichaam, het wélke, alhoewel het r. inderdaad
en waarheid volftréktelyk on-deelbaar is , niettemin échter, ten
minften mét de gedachten , in een onnoemelyk getal van heele kleene
deeltjes kan gedeelt wérden j zodaanig zélfs, dat men, in één éénig
deezer
deezer kleene lichaamen, een getal zoude kunnen a begry pen, data C°n-
vérrehet over-groote getal van alle die kleene lichaamen te booven zou- “ ?oir-
de gaan, daar deeze geheele zichtbaare waereld wél-éêr uit is é,te-1 Compofc.
zaamen-gezét.
H e t T w e e d e H o o f d -d e e l
Van de Beweeginge.
Ëerfte C B e p a A L I N G E . eDefini-
D E beweeginge der lichaamen, is d de inwéndige doening der- " ^ ion itl.
zélve , waar door ze een zeekere e ruimte in een zeekere tyd tcrllc-
door-loopen, en waar door ze op deeze wyze zich ƒ inderdaad , Efpace.
en waarheid van malkandere koomen te verwyderen , ó f élkandere ƒ Afludle-
koomen te naaderen. alcnt-
Door het énkele woord van lichaamen en wil ik in dit geheele Hoofddeel
niets anders te kénnen geeven óf verftaan hébben , als alléén de
kleene lichaampjes der£ tweede Hoofd-ftóffe. ^Second
Element.
Tweede & B é p a a l i n g e . t o f i '
Een lichaam wérd gezégd zich mét een zeekere maate van fnélheid tion.
te beweegen , zo-wanneer het een zeekere i ruimte in een zeekere
tyd komt door te loopen. »Efpace.
Dérde ^ B e p a a d i n g ë . ^Defitiil
De hoegrootheid der beweeginge van een lichaam is m de uit-
komft van het getal, dat » de grootheid deszélfs uitdrukt, óf lieve r,,« Product',
het geene één en het zélve is , de uitkomftvan het getal, dat des- «Grandeur,
zélfs o klomp uitdrukt , door het getal dat de fnelheid deszélfs *Ma!Tcaanwyft.
By voorbeeld, een lichaam, dat aan een zeeker ander
lichaam wél gelyk in grootheid is, maar dat échter tweemaal méér fnélte
heeft, heeft ook mét ééne tweemaal zo veel beweeginge als dit laatfte
lichaam. Van gelyken heeft een lichaam , wélkers fnélheid p gelyk (E . r
is aan die van een ander lichaam dat tweemaal kleinder is, tweemaalP 8
méér beweeginge als dit laatfte lichaam. Een lichaam q dattweemaal ?Grandeur.
méér r grootheid en tweemaal méér fnélheid heeft als een ander lichaam,
heeft ook viermaal méér beweeginge als dat zélve andere lichaam.
Twee lichaamen, Van wélke het ééne het andere nét zo veel in
grootheid ovetréft, als het door het andere lichaam in fnélheid
B wérd