
« Surfaces.
b Convexe.
c . Concave.
d Convexe.
t Obferver.
♦Convexes.
f Convexe.
g Concave,
méc «even die zélve klaar-en helderheid , onderfték zynde* dat me»
geen verlies van Scraalen altoos en kwam te Jyden, geduulende de over-,
groote wég die ze hadden af te léggen, van de Maan af, tót‘aan ons tóe*
daar beneevens, dat’er geene Straalen altoos verlooren en gingen, door
het ontmoeten van de a Oppervlaktens der glaazcn, dat nóchtans wel
ten naaften by op de geheele helft uitkomt.-
Zéfliende L i d .
13 At'er niet méér als driederhande foor ten van Vérre-kybers en zyn, die van eg*
nig goed gebruiksnormen wee ten.
Van alle de Vérre-kykers, daar de Schryvers ooit eenig gewag van
hébben gemaakt, en zyn’er niet mêêr als driederhandefooften, die mep
eenigfins in ’t gebruik kan bréngen, wanneer iaën eenige nuttigheid en
Vrueht daar uit wil trékken, als
Vooreerft; De Vérre-kykers, die te zaamen zyngezét uit één voor*
wérp-glasdat ból gefleepen is, enéénOog-glasdat c hólisgefleepén,
voor de Voorwérpen die ons op den Aardkloot ontmoeten.
Ten tweeden-, Zulke Vérre-kykers, die beftaan uit één Voorwérp-
glas, dat ból gefleepen is, en éénOog-glas datinsgelyks d ból is ge-
fleepen, daar men zich van bedient om de voorwérpen aan denHeemel
meede e te befpiegelen -, en
Ten derden’, Die Vérre-kykers,' wélke te zaamen-gezét zyn uit één
Voor wérp-glas dat ból gefleepen is, en drie* bólgefleepeue Oog-glaa-
zen, die gebruikt wérden om allerhande voorwérpen op den Aardkloot
meede te belchouwen. Alk andere foorten van Vérre-kykers, die men
zoude kunnen toeftéllen, van drie, vyf, ófzésglaazen, zyn veel Héchter
als deeze drie aangeweezene foorten, gelyk als zulks heelgemakke-
lyktebewyzen zoude zyn : zo dat ik my heel dikmaals zélfs daar over
hébbe moeten verwonderen, dat men noch, in zo baarblykelyken zaak,
zommige Schryvers vint, die ons aanraaden en onderwyzen willen, om
Vérre-kykers toe te ftéllen, vanneegen, óftienglaazen. enz.
Zeeventiende L i d ,
Wat de Vrrre-kykers zyn, die te zaamen zyn gezét utt één Teorw/rp-glat dal
f ból- , en één Oog-glas dat g hól gefleepen is.
Die Vérre-kykers dan, wélke te zaamen zyn gezét uit één voowérp-glas
dat bol-, en éenOog-glas dat hól-gefleepen is, hébben alle dit gebrék,
dat ze niet als een heel klein gedeelte van het voorwérp en ontdékken:
want, laat AB eenig voorwérp zyn, dat vérre van ons is afgeleegenj
laat CDeenvoorwérp-glas weezen, dat bój-gefleepen is, van izduiaien
4 Brandpunts: datis, dathet&Tóp-punt vandeKeegelderStraa-
len die het beeld fórmeeren, nét rat: duimen verre van ditglas isafge-
leegenj laat E F een hól-gefleepe Oog-glas zyn , van een halve duim
° brand-punts, en van eenlyn v Middellyns , en dat
vanhet Tóp-punt van de fceegel der Straalen, die
- -T— >,B jjgt beeld formeeren i i ; duimen is verwydeity en
laat vérders G H de Middellyn der d .O og-appel
1 weezen. Dit dan alles zo onderftélt zynde, zo is
«Foyer.^
b Sommet
du cône des
rayons.
c Diaroetre.
het Openbaar, dat de hoek A I B , óf liever, de hoek
E I F , die aan deeze hoek gelyk is, zyn zal, vanon»
j \ trént 241 minuten. .
d Prunelle
^Refradlion.
ƒ*? araHeles*
Dewyle nu, vólgens de wétten der e Wanftraa-
linge, de Straalen C b en 1F , die van het punt A
af koomen, ƒ eevenwydig aan malkandere wérden,
na dat ze dwars door het glas E F zyn heene gegaan,
dewyle het glas EPen het glas C D haar brandpunt gj gemeen hébben: dewyle nudeeze Straalen ook met
i eené eevenwydig werden aan een zeekcrc rechte
lyn, gelyk als d g , die getrokken is door het midden
van het glas E F heene, tót aan het punt g toe,
alwaar ze, zonder toedoen van het glas E F , alle beide
hadden moeten te zaamen koomen, zo kan men
____LJ D de hoek adg groot vinden te weezen, 4 graaien en
—g .. ƒ y- minuten. W ant de hoek dag is recht j ad ïsvan
1 / 6 lynen, en ag is van jiiiiê van één lyn, door dien,
1 1 / in de réchthoekige Driehoek a l g , de zyde a l is
I 1 ƒ van 12 duimen, en de hoek a l g van 12? minuten.
1 / De hoek cd g dan, bygevólge, het dubbelt wce-
1 .1 / zende van de hoek a d g , zal groot weezen 9 graaden
\ I en 46 minuten , onder welke men het g voorwerp
i I A B zal koomen te befchouwen , dat men anders,
\ A zonder de Vérre-kyker, gezien zoude hébben onder
\ / 1 een hoek van 24' minuten •, onderftelt zynde , dat
I 1 \ de h Middellyn der Pog-appel mêêr als twee ly-
1 nen openings heeft, en dat men die de ruimte van
/ \ 1 zés lynen aan het glas E F kan doen naaderen: want,
/ \ dewyle, in de réchthoekige Driehoek a d g , waar
IjgrWW-l in de zyde ad is van ó lynen, en de hoek adg van
/ / p f U\ 4 graaien en 53 minuten, de zyde a g is van ,
u \\lw : dat de réchte lyn g H is van één halve lyn, doordien
// / ‘ I 'r ^ ze eevenwydig is aan k F , die een halve lyn groot is,
<i e- a * * en dat ze mét dFtuflchen twee»'eevenwydige lynen
d «■ cn FH , inftaat, en dat op deeze wyze de geheele réchte lyn
: Object.
b Diameti
de la Prunelle.
//
i Parallel