«Miteria liniaalen a de zeil-ftecnige ftóffe, die uit het ééne van dceze twee
raagnetica. ijniaaje„ uit-trékt,die ftóffe t’éénemaal zal verdry ven en te-rugge-jaagen-,
zo-wél ter réchter-als ter flinker-hand, wélke uit het -ander liniaal
uit-trékt; ten-naaften-by, gelyk-als tweerievieren zoudendoen, die
b DirciSs- ^tcegel-récht teegen-élkanderen-aan-kwaamerLte-ftroomen.
ment.
Een-en-veertigfte L i d .
Uitlégginge van sommige z.eer aanmérkens -waardige vaalten ófgewróchlL
ten, aangaande de Zeil-Jlccn, die de Heer Butterfeld heeft ondervonden en
aangemérktr
\ Ik hébbe het vermaak'gehad van ondcrfchcidene maaien hètmeeftè
^gedeelte deezer booven-verhaaldec Ondervindingen en Waarneemin-
c Btperi- gén te zien en by-te-woonen, byde Heer Butterfield, die daar ten
mees.. uitterllen behéndig en geeftig meede weet om-te-gaan; en die my
ook nóch daar-cn-booven verfcheidenc d Waarneemingen heeft meede»
i Obfkva g e(je e lt, die hyontrént een groote meenigte vanonderfcheidene zeil—
uous' iteenen-heeft gedaan. Deeze naarvólgende zyn éénigedaar van.
Foor eerft heeft hy dan ondervonden -, dat men zomtyds wél é,énige
zeil-fteenen vmt , die heel Veel e uitwérkinge doen, zonder éénige
».EfFct de m infte/ waapeninge, en die , zo-wannecr.zc gewaapent z yn , op
ƒ Anraire. vérre na dié verwachtinge niet en koomen te-voldoen, wélke men
zich daar afiweh belooft Badde> en , dat men weeder-in teegendeel
zommige zeil-fteenen v int, die veel méér uit-wérkinge koomen-te-
doen, wanneer z e g ew a ap en t z yn , als ze wél fcheenen te zullen
moeten ó f kunnen doen, voor.hunne waapeninge.
Ten tweeden-, Dat het heel félden geb eur t, dat een Zeil-fteen nét
zo veel kracht in zyn ééne pool ó f As-punt. h e eft, als hy wel in zyn
andere pook heeft, .en dat échter daarom een ftuk yfer óf.- ftaal g nét
? Aimantcr éévenveel kracht .van.de twee poolen ó f As-punten van één en de
egalemcnc zélve Zeil-fteen af-zal-trékken..
bien. Ten dórden-, Da t men w é l zommige zeil- ftêenen v in t, die heel veel
gewicht-kunnen op-haalen , en die niettemin t'éénemanl onbekwaam
ÉAimantcr bevonden wérden te weezen, om h hunne kracht aan een ftuk yfer ó f
m "ftaal ter deege meede-te-kunnen-deelen-, zo vérre zélfs, dat een
i farce. Zeil-fteen,die,behoorelykgewaapentzynde, i krachtsgenoeghadde
om een ftuk yfer op-te-haalen, d a t volkoomentlyk zeeven pont zwaar
was , échter geenfins bekwaan en w a s , om zyn kracht aan een yfer liniaal
zodaanig k: meede-te-konnen-deelen, dat het daar door machtig wierd
uiquc” mU otn eel1 dunne naald fteehts op- te-kunnen-lichten, hoe k leen en licht
^ " die ook zoude moogen weezen
Ten vierden-, Dat een Zeil-fteen, die voor-heene volkoomentlyk
afhiten oneen gewoogen hadde, tót op het g ew ich t van z.és oneen, ót
daar.
m M e J k t ï f u h ed gemakkelyk reede van alle deeze boovenverhaalde
uitwérkingen-geeven8, dooi; het geene nu hier booven door ons reeds
i „Vn nf A.s-ounten van deeze Zeil-fteen; om door en langs de y e_
de poolen o f As Pu™e“ va"m - k o n n e n - t r é k k e n i- z om o e t ,, m zulk 1
der waapeninge uitwérkinge koomen-te-
1 é“ - * t l Z c n , voor-en-al-éêrhy E t o g c /H T « .
I ? ' ‘f e * ^ ‘ d“ “ lfS d“ r “ M y al‘ > l u m m i i -
aar ï d ó r d e nH e r k a n uit veele ondéffeheidene oorzaaken voort-
koomen, dat’ een Zeil-fteen onbekwaam irom m zyn klacht aan een m Almante.
mvan deeze ÊZeil-fteÊen o veÊrbeeldemn, dat een wgroot ged^eelte deMi p zeil (R^ eftl>
a die rondfom deeze fteen heene-draait, (circuleert) zo [cr.
.fteenige fto , e i flinker-hand, komt-te-verftrooijen en weg-te- pMactóe ■
wel m P m g È m m m È aaA dat , As-punt toe kan koomen, n»g«n~
g g — «m ?„ § § g « f c üaar ze un zuuu ,k een gevai zodaamg een Zeil-fteen *
onbekwaam bevonden wérden 1 i weezee