
« Vertu*
.£ luttant*
fAioaanter.
d Perpendiculaire
ment.
• Extrémité.
/Vertu.
g Poleop-
pofé.
v^Pout.
* Vertu.
£ Pole op'
pofé.
< Liftant.
tn Matière
magneci- ,
que»
n Experience.
«Materia
magnctica.
Ten tweeden} Een Zeil-fteén verlieft -niets ter waereld van zyn
voorige a kracht óf ftérkte ,al raakt hy nóch zo veele klooten óf Hukken
yferaan, die al-te-dik zyn.
7en Derden j de Aarde kan wél in één b oogwink een dikke en lange
ftaaafyfer rméteen zeil-fteenigekracht verzien, die de ftarkfte enbé-
fte Zeil-fteen, daar men nóch ooit van heeft geweeten, onmoogelyk
geen zeil-lleenige kracht en zoude kunnen by- zétten: (nimanter) zulks
nu kan men heel klaar gewaar wérden, zo-wanneer men mét zulk een
yfere Haaf heel dicht by een Kompas-naald komt-te-naaderen ; want,
fchoon dat men al mét een Zeil-fteen zodaanig een. ftaaf heeft aan-ge-
raakt, zo en is hy échter geenfins krachtig genoeg , ,om éénige de
minfte kracht aan deezeyfere ftaaf meede-te-kunnen deelen ófby-zét-
ten, hetzydan, omdeeze Kompas-riaald éénigfins ietsófwatriazich
toe-te-trékken, ófvan zich af-te-dryven; in de plaats dat hy.,zo-wan-
neer men zulk een ftaaf yferdvlak lootlyniglyk komt op-en-nêêr-te-
•hangen, deszélfs ééne e einde, datnade Aarde is-toe-gekeei:t, en dat,
in deeze Noorder-gewéften des Aardkloots, /de kracht van een Zuidpool
komt aan-te-neemen, het punt der Kompas-naalde, dat de kracht
van dezélve Zuid-pool heeft,van hém af-zal-dry ven,en ter zélver tyd mét
eéne het andere punt van deeze zélve naaide, dat de kracht heeftyan
g het teegen-over-ftaande As-punt, na-zich-toe-zal-trékken. Intee-
gendeel zal men bevinden, dat het andere./) einde van deeze ftaaf, het
geene het vérfte van den Aardkloot af is, en dat, in deeze zélve
Noorder-gewéften des Aardkloots, i de kracht van-een Noörd-poöl
komt aan-te-neemen, het punt van deeze Koropas-naalde, dat de
kracht van dezélve Noord-pool heeft, van hém af-zal-dry ven., endat
het dat punt der Kompas-naalde na-zich-toe-zal-haalen, het geene de
kracht heeft van het //teegen-over-ftaande As-punt. Vérder is het een
zaak die ten alderuitterften aanmérkens-waardig is, dat men de poolen
ófAs-puntenop dat zélve l oogwink geduurig kan doen veranderen}
als men de ftaaf maar het onderfte booven-komt-te-keeren} het geene
nérgens anders van-daan en komt, als alléén, doordien»? de Zeil-
fteenige ftóffe, die geduurig rondfom den Aardkloot draait, ('circuleert)
alle die ftóffe voort weeder te-rugge-doet-keeren, wélke langs deeze
ftaaffteene-vloeide. ' Hoe grootér en dikker nu zulk een yfere ftaaf is,
hoe gevoeliger men ook deeze n Ondervindingezal bevindentewee-
zen ; zodaanig zélfs, dat men bevinden zal, zo-wanneer deeze ftaaf
heel lang en heel dik is, dathy deeze zélve Kompas-naald mét zulk een
groote kracht-na-zich-toe-zal-trékken, óf van hém af-zal-dryven,dat hy
deeze naaide vcrfcheidene keeren op haar fpil zal doen rondom-draaijen.
7 en vierden-, Een yfer liniaal kan wél, aan een Zeil-fteen; die heel
ftark is} een geheele kloot van Zeil-fteen óf-van yfer, onttrekken.
Wgnt, dewyle/dezeil-fteenigeftóffe, diedoor deNoord-poolvande
ZeilZeil
fteen A O B E uit-gaat, en die daarvandaan weeder in de Kloot
■ C in-trékt, het zy dan dat die van yfer ófvan Zeil-fteen is, niet méér uit
deeze Kloot uit-en-gaat, om na de Zuid-pool van de Zeil-fteen AOBE
■ weeder toe-te-keeren, maar, dat ze veel éér ^reegel-r écht na het yfer
D F toe-gaat; zo en is ’er niets, dat de Kloot C kan noodzaaken, om aan " ae'
•deeze Zeil-fteen vaft-gehécht te moeten blyven: en, door dien de zeil-
fteenige. ftóffe, die langs e, f ,g „uit het yfer uit-gaat, daar weeder door h, i,
4,/, m, in-tréckt,om rondfom b de Kloot C en het yfer DF te c draaijen;zo b Boule.
■ moet ze deeze zélve kloot wél noodzaakelyk aan-dringen, om aan het c Circuler,
yfer DF vaft-gehécht te moeten blyven Ja zélfs,by aldien deZeil-fteen al
heel veel kracht heeft, zo zal échter de Kloot C de Zeil-fteen wel moeten
verhaten, om zich na het yfer D F toe-te-begeeven, fchoon dat dit yfer ^ Bou]c_
al iets óf wat van d Kloot af mocht verwydert weezen, gelyk-als de , Matjere
on-wraakbaareérvaarentheid zélve ons zulks zonneklaar komt aan-te- magueti-
wyzen 5 waar toe ook e de zeil-lleenige ftóffe zélfs heel veel kan/hél- a»c- .
pen, mét deeze Kloot, door defzélfs^ vloed, nadityfertoe-te-dryven.7 ^°inn
Want de zéil-fteenige ftóffe, uit de Heen te-voorfchyn-koomende,^ Courallti
gelyk-als een ftérke ftraafwaater, die uit een naauwe h pyp uit-fpringt, /, canal.
Aa v en