
jé Quantité.
b Filetdu
nerf optique.
c Diametre.
d Extremi-
tez.
e Objeëfc.
ƒ Centre.
g Rctinç*
£ Un filer
du nerf
optique.
, i Diametre.
^ Nerfop-
tiquë.
/Les e/prits
animaux.
m Corps
lumineux.
«Iuterpo*
fition.
# Object.
hebben en willen dat onze geeft mét onze ogen te gelyk komt ftil te ftaan,
en dat hy eeven zo engelyk zal bepaalt weezen als ohze inbeeldinge en onze
zinnen zyn, zo en zullen wygeenfins fchroomen om hier ter plaatze
te vei zeekeren en vaft te Héllen, dat, niet alléén deeze gevonde a groo-
te meenigte, maar zelfs een getal, dat, omzotefpreeken, dit gevonde
getal noch on-eindige maaien overtreft, daar plaats genoeg zal kunnen
vinden ; en, na dit alles, zo en zal het voor ons in geenen deele moei-
jelyk vallenom te begrypen, hoe het kan gefchieden, dat alle de zicht-
baare ftraalen, die van alle inbeeldelyke oorden koomen, malkanderen
cchtei noch kunnen koomen te kruiden, zonder élkandere eenigfins in
de weeg te weezen, óf de eene de andere te belétten.
Vyfde L i b .
Dat ée'nb pypje óf draadje van deGezjcht-z.eenu.zv- by-nageenméér breedte, en
moet hebben, als het vyfde deel der c Middellynvan een Spinnebps-draad
en geen grooter dikte, als het vyf-en- twintigjle deel van zMlgeendraad.
^ Wanneer men nu eens gaat onderftéllen, dat het oog niet méér als
één duim Middellyns heeft, als meede, dat de voornaamfte ftraalen
die van de d uitterfte einden van eenig e voorwérp af koomen ,dat één lyn
Middellynsbeeft, en dat 3 43 8 lynen vérre van het oog is afgefcheidén
door het ƒ Middelpunt van het oog heene gaan, en dat ze het g nétte-
vlies in dat punt koomen te ontmoeten, daar alle de ftraalen zich weeder
mét malkandere vereenigen, zo zal men bevinden, dat de dikte van één
£pypje Óf draadje der Gezicht-zeenuw niet méér zyn en zal als het 5 7 3 fte
deel van een lyn, óf, het vyfde part van een Spinnekóps-draad, onderftélt
zynde dat zulk eewSpinnekÓps-draad ontrent eeven zo breed is als het
113de deel van een lyn By-aldien nu de breedte, óf, ombeeter te zéggen,
de i Middellyn van één pypjc der k, Gezicht-zeenuw niet grooter en ts als
het vyfde deel der dikte van een Spinnekóps-draad, zo zal deszélfs ge-
heele dikte niet grooter zyn, als ontrent het vyf-en-twintigfte deel van
zulk een draad; het geene ons dan klaar doet zien, dat de / dierlyke gee-
ften, die in deeze pypjes zyn'beflooten, van eene alleruitterfle.teeder-
heid en onbegrypefyke kleenheid moeten weezen.
Zésdc L 1
Dat een voorwerp dat vérre óf na-by is, altytop eene eeven-gelyke wyz.e moet
fchynen verlichtte weezen, mids dat het altoos eeven-zeer vaneen mhélder~
glinjlerend lichaam verlicht wérde.
Uit alle het geene dat tót nu toe [yoornaamentlylgin dit Hoofd~deel)s an
onsis bygebracht, blykt middag-klaar, dat, by-aldiende n tuftchen-
ftelling van heel veel groove lucht, tuflehen het o voorwérp en ha oog,
• niet'
niet een groote meenigte van ftraalen kwam te onderfchéppen, een * Quant«.
K “ » S ™ he. voorwécp gcft.adig eene 5 » ^ S k
van licht na onze oogen toe zoude zenden, het zy dat het veire van 4
ons af, óf na-by ons was; als meede, dat een en het zelve voorwerp,
by gevolge, altytaanons eeven zeer verlicht zoude fchynen te zyn, op
wat voor eene afftand men het ook mocht koomen te beichouwen , mids
dat het échter altoos eeven-zeer van een |* hélder-ghnfterend lichaam eCor^la.
verlicht wierd.
NB- By een lyn wérd in dit geheele Hoofd-deel, als meede, indeezegeheele
M on d e lin ge , verftaan
V I , H O O F D - D E E L .
Van het Oog.
Eerfte L i d .
Befehryvinge van het Oog.
fITAnneer men een oog nét in’t midden kwam deur te fnyden, zo-
W , daanig, dat de a fnêê récht door het midden van de b oog-appel „Seclion.
heene ging, zoude het zichten naaftenby op zodaanig eene wyze ver- b Prunelle,
toonen, als het in deeze navólgende Figyure vertoont wérd. A B C B A
iseen cvlies, datreedelykhard en dik is, het geene het geheele oog ^MemD *•
omvat, rond-achtigis, en in’t wélke alle deszélfs mwéndige deeltjes
begreepen zyn. D EF is een ander vlies, dat noch dunder is als dit
bui ttenfte, het wélke , alseentapyt, in het eerfte vlies is uitgefpreit.
ZH is de d Gezicht-zeenuw, wélke uit een on-eindig getal vanheelê d Nerf 0p-
fyne en dunne hólle pypjes is te zaamen-gezét, welkers e uitterfte ciquc.
einden, na het oog toe, zich in de,geheele ruimte.GHI koomen uit < Extiemi-
tefpreiden, alwaarze, zich mét eene ontélbaare meenigte van/aderen ‘j y e;nes
en flagaderen verméngende, een derde g vlies koomen uit te maaken, ^ arterBi
datuittermaatendunen teeder is, het wélke het h nette-vlies werd ge- s Membra-
naamd, en dat de geheele grond van het tweede vlies t’eenemaal be- na.
dékt: haareandere einden koomen in de hérflenen uit,, en wélzodaa- 4 Kctine.
nig, dat, wanneer de einden, die haar in de ruimte G H I verfpreiden,
geraakt wérden, de ziel hier af terftont kénniffe draagt, door de be-
weeginge der geeften, die door deeze pypjes heene gaan. K, L , M ,
zyn driederhande zeer dunne deurfchynende vochten , die de geheele
•ruimte koomen te vervullen, die binnen in deezevliezen is begreepen,
K en