
* Force.
è Horiïbn.
t Refractions.
d Verre ob-
jetfif.
< Bord fii-
pericur.
BtxSt de F i g
u u r v a n
/'Homogene.
gAtmo-
fphere.
b Concentrique.
a Refrac '
tionsin*
fend bles.
W at de blaauwe en violétte ftraalen aangaat, wélke, heel weini/r
a kracht en fnelheid hébbende , heel veel Wanftraalinge moeten ly?
den, deeze moeten ons voorkoomen , als veel vérder van de b Gcheel
^e'egen 2ynde’ maai' men kan heel kwaalyk bekennen, van weegen haare fzlaea wuwéê- re 1n tzeweagkenhdeeide,l
beneevens de blaauwe couleur van den heemel. 5
Acht-en-vyftigfte L i d .
Ui* tv at reede deMaanéchter nóch eenigfms verlicht komt te blyven, lehoon
« vlak, door het midden van de fchaduwe des Aardkloots doorgaat.
T CnJ aatften’ de baaien des des lichts, wélkedwars doordegroo-
, i" lucht heene gaan, terwyle ze eene on-eindige meenigte van heele
S akdvknShIef '®e * Wan,ftraah"g enko°mente lyden, moeten nood-
zaakelyk, heel verre van de aardkloot, weedcr by malkaridere koo.
men , eeven gelyk of ze eerft vers dwars door een groot d voorwérp-
glaswaaren heene gegaan. En déwyle die ftraalen, wélke van het
punt P afkoomen, dat de « boovenfte kant van de Zon is, zich wee-
™°ct£n vf zaamelen wél vérre booven de Maans wég , als
Z Z t y da i d,e UJ ' welke uit het punt H voor tkoo men, dat de
Kftekl*0t del’ ^ ° nne ‘S’ lnsSeIyks hcel vérre van die zélve wég
ey' ee" m0etf n koomen ^ zo zal men he t, uit die reede, geenfins
vreemd kunnen vinden, wanneer men voor zyne oogen z ie t , dat de
Uc^°tfeCh^ r i tcr^y*e ze verduiftert wérd,
iv ffZ n ZCt ‘ jWarS d0T ,de fchaduwe des aardkloots komt heene
te gaan, gelyk als de zonne-klaare ervaarentheid ons doet zien en ge-
Neegen-en-vyfdgfte L i d .
Dat men wél kan enderftjlen, dat'er een wekere fge/jkfiacbtUe lacht is, tót
of ecmge afjfand vanden aardkloot toe: dat deezje U t een £ damp-eesvét
maakt, dat h eeven-middelpuntig K mét de aardkloot; alsmeede, datdeei
l , , W Ê M Ê Ê m M Ê m zjekere andere Imht is injrewikkelt.
dte noch veel dmde-r is. * >
Alhoewel de ftraalen des lichts, terwyle ze on-eindige maaien uit
een dunne lucht koomen over te gaan ineen andere die een weinigje
gioover is, yoor-en-aleer ze tót in onze oogen toe koomen in te daalen
■ eene on-eindige meemgte van heele kleene en * ongevoelige Wanftraalingen
lingen moeten S S
warren, met g‘rno'S z^jn' ó eni„ e ^ftancivanden aardkloot toej
• gclykflachcige > d“ T T
dat deeze lucht een * aa3 & , aismeede, dat deeze zelve lucht
middel-puntig is met d i c g f t « andere lucht d is ingewikkelt,
daar-en-booven noen m n. i ,ies nchts, die vaneen zef
een'ftah afkootnen1" d ie p minuten en 20 feeunden beneeden de l Ge-
kere ftai L * Wanftraal-hoek koomen te maalcen
zicht-emder is, op een b J 1 ze u;t cen dunne licht koomen
a Air homogene
»
b Acaio-*
fpbere.
c Concentrique.
d Envelop.
pé- , .
t Horifon.
/Angnlns
refrafitvo*
Zéftigfte L i d .
V a t, wanneer men één halve mj/l hoogte aan het g. d,amp £e™eJ* ƒ'er f fphetc,
véjligd.
D i, alles dan „ aynde, » laat C B L do t " \ ^ / ' , * « • . "% £ >
zyn, waar van A het » middelpunt is •, laa z^ t.deinderweezen^wéi_ .Cent,«».
ke de aardkloot in B komt
te raaken , laat D E de
afftandzyn, die’e ris ,van f
de / oppervlakte des aard- '
klootsaf, tótdegemeene
oppervlakte der dunne en
groove lugt toe,wélke van
eén halve myl zy, en laat E
G een ftraal deslichtswee-
zen,die, van de beneeden-
fte kant der Maane af koomende,
wanneer ze 33 minuten en 20 feeunden beneeden ue wOezicnt- n oWi^
ir, m xrnr» nrvnPTvlalctC dCE OOYC lUCHt ib* JVA ment.