
* sï. der« Hoekni aaien y na genoeg, is ,
EUS' . als £ is tót 3, wanneer de Licht-
ftraat uit de. lucht komt vallen op
liet glas,, i ... " 23
Zeevende Lid. Natuurkundige reede
van de Wanflraalinge in ’t algemeen.
1 \ 23'
tZcbtjlt Lid. Natuurkundige reede,
; van de voor.naatnfte eigenfchap der
Wanftraalinge, wélke is , dat ze.
op de naauwkeurigfte wyze geschiet,
vólgens de reede der Hoek-
maaten. 2j
ld tegen de Lid. Dat de hoegrootheid
der Wanflraalinge van een. zeeker
eeyenwicht van krachten afhangt,
• wélke de Straal des lichts, en Jen
van de twee Stóften daar deeze
Straal door heene gaat , gezaa-
. mentlyk teegen de anderé Stóffa
koomen aan te zétten, 27
‘Tiende Lid. Dat een Straal des lichts
noodzaakelyk nét die zélve wég
- weeder te rugge moet neemen,
langs wélke hy gekoomen is. 29
Elfde Lid. Dat de Straalen des lichts
wêêrom moeten buigen op zo-
daanigeenewyze, dathaaréRaak-
en Wêêrftutt-hoeken aan malkan-
dere gelyk zyn, waaneer ze, dwars
doorzeekere Stófte heene trekkende,
in haaren wég zeekére andere
Slóffe koomen te ontmoeten, mét
1 eenefchuiusheid,, wélke haar méér
teegenftand doet, als de eerftê ftóf-
gedaan hadde, 29
^Twaalfde Lid. Dat de ftraalen des
lichts noodzaakelyk op zodaanig
eene wyze moeten wêêrom-buigen,
■ wanneer,ze, dwars doqr de dunne
ftófts been trékkende die in het glas
is', die ftófiè in haaren wégkoomen
l te ontmoeten, wélke tuflcben de
kl'eénedeeltjesvantfc lucht is, mé:
een Raakhoek van 4 1 gntaden en
48* minuten. - , ,0
■ pértiende Lid. Uit watr.eede de ftraalen
des lichts wêêrottl moeten burgen
» wanneer ze eenige harde ljchaamen
koomen te ontmoeten,
van wat gedaante óf aart ze ook
moogen weezen.
Pccrtiendc Lid. Teegen wérpinge ,
wélke men teegen deeze myneon-
derftéllinge zoude kunnen maaken,
aangaande de Wanftraafinge, mids-
gaaders irryn antwoord op dezelve
teegenwérpinge. , ,
Vxftiende Lid. Dat de Straalen des
lichts, terwyle ze uit de édne Stóffe
inde andere overgaan, en terwyle
ze zich in deeze dooftócht van haar,
gewoonelyke wég koomen af te leiden
, kromme lynen befchryven,
wélke geheel-en-al van de Girbl-
baogen verfcheiden zyn, 32
ZcfliendeLid.Dat men onderfcheidene
gevolgen, uit de nieuwe onclerftél-
linge der Wanftraalinge getrokken ,
bierter plaarze zoude kunnen op-
téllen, maar dat men die, omree-
de, tót eene beetere beeteregelée-
genthdd zal bewaaren, 33
Zeevextiende Lid, Het voornaamfte
gevólg, dat men échter hier uit kan
trékken, is , dat de Wanftraalinge
o f grooter óf kleender moet weezen,
na dat een ftraal des lichts,ge-
duurende de doorgang deszélfs,
van het eene deurfcbynend lichaam
iri het andere , méér óf minder
kracht heeft; ó f liever, na dat hy
meerder óf minder gezwindheid
heeft, , .
yZchtiende Lid. Reede , uit wélke
men befluiten kan , dat een ftraal
des lichts , geduurende deszélfs
doorgang van het eene doorfchy-
nend lichaam in het andere, Weinig
Wanftraalinge heeft te lyden ,
zo Wanneer hy heel veel kracht en
fnélbeid h e e fta ls ineede, uit wat
reede-hy in teegendee) Veel Wanftraalinge
moet ondergaan , wanneer
hy heel weinig krachten fnél-
heid heeft: Rn dat men ook, op
deeze gronden , onderfcheidene
Reegels vaft kan ftéllen, 3 4
Neea
Pris-
ma.
Neegentiende Lid. Dat’er zommige
Straalen des lichts zyn, wélke op
de wérktuigen des gezichts een
Zwakker óf Itérker indruk maaken,
de eeoeminder ,en de andere meerder;
als meede , dat alle de roee-
■ nigvuldige v-erfcheidentfaeid der
couleuren, wélke men alfenthalven
gewaar wérd, énkel en alléén daar
in beftaat. 3;
Tivintigfie Lid. Oorzaak vanhetver-
fchynflel der roode couleur. 36
Een-en-tveintiglle Lid. Oorzaak van
bet verfchynflèl der geele couleur.
_ 36
T -wte-en-tminlig/k Lid. Oorzaak van
het verfchynflèl der witte couleur.
3 5
Drie-tn-t-wintigflt Lid, Oorzaak van
het verfchynflèl der blaauwe cou-
leur. J7
yier-cn-twmtigfbe Lid. Ooorzaak van
het verfchynflèl der violette couleur.
37
Vyf-en-tyjintigfle Lid. Dat het niet
moeijelyk en valt, ©m reede te
geeven, waarom de gecouleurde
ftraalen, die dwars door een «Kantzuil
van glas heene gaan, altyteen
zekere gereegelde órde na die doorgang
koomen te houden. 3 7
Zéi-en-t-wintigfbs Lid. Dat het insge-
lyks geenfme moeijelyk en is , om
reede te geeven van verfcheide ondervindingen
, die men mét een
Kant-Zuil van glas kan maaken.
ZceveH-iH-twintigflcLid. Uit wat ree-
dé zommige couleuren veel fchoon-
deren laevendiger zyn, de eene als
de andere. jg
xAcht-en-tveintigfle Lid. Oorzaak van
het verfchynflèl der groene couleur.
39
Neegen-en-t'wintigfie Lid. Aanmérkin-
■ gen op onderfcheidene verfchynflè-
Jen des Lichts, wanneer men dat
dooreen kleenrond gaatje laatin-
koomen , en , wanneer men het
daarna ontfangt, opverfcheidene
afftanden van dit zélve gaatje, op
platte oppervlaktens die daar ree-
gel-récht teegen over liaan. 39
Dartig/le Lid. Uit wat,reede de qpe-
ningender Voorwérp-glaazen, die
men inde Vérre-kykers gebruikt,
eevemeedig moe ten weezen mét de
afftand van derzélver Brandpunten.
\ ' 44
Ecn-cn-dartigfle Lid. Wat de valle
couleuren zyn. 4;
Tviec-en-durtigflo Lid. Dat men in't
gemeen vyfderleije voornaame en
en hoofd-couleuren gewoon is op te
téllen. 4;
Drie-en-dartig/le Lid- Oorzaak van
het verfcbyüflèl der witte couleur.
' , - 45
Vkr-en-djirtigjle Lid. Oorzaak van
bet verfchysflèl der zwarte couleur.
lil
Vyf’ t»- dnrtigjle l.id. Oorzaak var,l'.et
verfcbynlkl der andere vafte cou-
leujen. 47
Zés-en-dartizfle Lid. Oorzaak van het
verfcbyqflèi der E.oode couleur. 48
Zeeven-en-dariigfie Lid. Dat het, vólgens
onze begioflèlen , heel licht
valt, om de oorzaaken uit te vinden,
van het verfchynflèl der andere
vaftecouleurem. 48
lAcht tn-dartigfie Lid. Dat’er twee-
derhande óedens zyn, om van wit
■ zwart te kunnen wérden. 49
Lleegen-en-dartigfle Lid. Dat, tenop-
zichte van de couleuren , de eene
in 'i gemeen wérd veroorzaakt door
eene minder meenigte van ftraalen
als de andere , maar échter altyt
door zulk een foort van ftraalen,
wélke , ó f zwakker , ó f ftérker
zyn als een andere couleur. 49
Vesriigfle Lid. Uit wat reede de roede
couleur bet gezicht komt te verblinden
, en waarom in teegendeel
de groene couleur dat verheugt en
rerllérkt. 50
Een-sn-veirtig/leLid. Dat de geheele
* * 2. konft