
Twee en-dértigfte L i u.
a Taches- Dat men. wil « f ks» a «/«üm in de Zon zomtyds gewaar wérd, maar dat
nendte t sedert eenigen tyd hérwaards, heel weinig heeft kunnen te zien
Kfjgen.
. n> r „ r Het 1S, nu f 1 ontrént, 5° óf 6a jaaren geleeden, dat men de Zon by-na
/corps pewlenrk0n" ° r eni tebefpiegelen’ ^zonder daar in zommige vlakken
opaques. f|irc f o werden: dat is, eenige c duiftere. lichaamen , die, op desdSarfaes.
Zeltj “ Oppervlakte dryvende, een gedeelte van deszélfs hélder-flonke-
rend licht voor ons gezicht kwaamen te verbergen ; maar teegenwoor-
diö koomen ons deeze Zonne-vlakken zo uittermaaten weinig te vooren.
dat er zomtyds Vfej twee óf drie geheele jaaren kunnen voorby-gaan!
zonder dat er eenseen eenige Zonne-vlak terdeege te vocrfchyn k o m t.
e Maculae
Solares.
Drie-en-dértigfte i b.
Dat het wél eens zoude kunnen koomen te gebeuren , dat deeze zélve e Zonnen
vlakken de geheele Oppervlakte van de Zon feenemaul kwaamen te bedekken.
, ïïieruitzoude men, mynes érachtens, mét gdbdereede wél kunnen
beüuiten dat deeze zelve Zonne-vlakken de ééne óf de andere tyd óf
ƒ Sur&cc. C,e"We ,Wcl f n? z° ë é ° o t en zo meenigvuldig zouden kunnen wérden,
datze de geheele ƒ Oppervlakte van de Zon t’eenémaal kwaamen te bedekken,
of altyt ten minften deszélfs grootfte gedeelte: gelyk als zulks
voor deeze wel méér fchynt voorgevallen geweeft te zyn. Plutarchue
en verfcheide andere geloofwaardige Hiftorie-fchrvversmêêr, verhaa-
len ons, dat dit Geftarnte een zo uittermaate flaauwen en droevigen
licht van zich gaf^eduurende meeft het geheele eerfte jaar der regeeringe
van Zuguftu* , dat men het zélve , zonder eenige de minfte hinder óf
kwetfinge van zyn gezicht, volkoomentlyk wél konde aanfchoiiwen*
en dat daar door ook het meefte gedeelte der vruchten onmoogelyk niet
tot zyne vereifchte rypheid en konde geraaken. En Reden* vertelt ons
dat de Zon m het jaar 1 547 op deeze wyze de gantfche Aardkloot
heeft befcheenen, van den 24 April af, tótden zilften April toe mét
een ros- achtige óf droevig-roode couleur, gelyk als, wanneet men
uc Zion door een dikke mift óf neevel komt hecne te zien.
Viert
Vier^en-dértigfte L i d .
Wat men d , ontrent deeze Zonne-vlakken, , komt a gewaar te wérden. .
Het aanmérkenswaardigfte , dat men ontrent deeze Zonne-vlakken
komt gewaar te wérden, is, dat ze geen gereegelde, zeekerc, ofby-
zondere b gedaante altoos en koomen te houden; dat het meefte gedeelte
derzélve zich van een zeeker e Damp-geweft, in de gedaante van een
wolk óf rook, omvangen bevint te weezen, waar in men ze komt te
zien ten naafttn by gelyk als men d het binnenfte deel in een e Staart-
liar ziet; dat’er zommige Zonne-vlakken onder loopen , die niets anders
en fchynen te weezen als één énkele wolk óf rook, zonder eenige
a Obfcrver..
b Figure.-.
e Acmo-
fphere.
d Noyau.
e Co me te.
f Centre.
g Surface».
het minfte vafte lichaam in haar fMiddelpunt te hébben}. dat het fchynt,
dat ze zweeven ófdryven, onmiddelyk op de g Oppervlakte van de
Zon, eeven gelyk als men het fchuim ziet dry ven, booven op eenige vog-
tigheid die begint te kooken: wantzy befteedeninj’t gemeen, om van
de eene rand der Zonne tót aaij de andere te gaan,. de gebeele helft Van
de tyd, die ze van noode hébben, om hunne geheele h Ommeloop rond-
fomdeZon te volbrengen } datze alle aan zommige geftaadige veran-
deringen onderworpen zyn j zo wel 5 ten opzichte van hunne gedaante^
als, ten aanzien van hunne grootheid, alsmeede, door dien ze in een
zeer korten tyd koomen te verfchynen , en weeder geheel en-al te ver-
dwynen, en wél voornaamelyk de zulke, die niets anders en fchynen
te weezen als een rook} datzerondfbm de Zon koomen te dfaaijen in
de tyd vanontrént 25 daagen, dat is, ten opzichte vande vafte Starren:
want het is in ontrént 27 daagen tyds, dat ze rondfom dit Geftamte
draaijen , ten aanzien van de i fchynbaarheid aan onzen Aardkloot}
maar, dat het heel zélden komt te gebeuren, dat ze een geheele 011-af-
. gebrooke k Ommeloop kunnen volbrengen} dar ze al tyd rondfóm de
Zon draaijen, / eevenwydig aan deszélfs eige m Eevenaars-kring, die
van de vlakte van deszélfs Zonne-wég {EccUptica') ontrent 7 graaden
n afwykt, en die hém komt te fnyden , ontrént de 10 graaden in de
Tweelingen, ( Gemini) alwaar deszélfs o Klim-knoop is , en weeder-
oiB, ontrént de 10 graaden in de Schutter ( Sagtttarius) alwaar deszelfs
p Daal-knoop is; en dat eindelyk in die plaats der Zonne, alwaar deszélfs
vuur eenige Zonne-vlak heeft verteert en overwonnen, een veel leeven-
diger en flonkerender vuur komt te verfchyoen, als dat vuur is, het gee-
ne men op het overige deel van deszélfs 4 Oppervlakte komt r gewaar
te wérden, dat ook zo uittermaaten ftérk en krachtig is, dat het fchynt,
als óf’er eene booven-gewoone Haaireen hélder flonkerende vlammein
deszélfs plaatfe was gekoomen, eeven gelyk als het komt te gebeuren ,
zp wanneer men eenige licht-brandende ftófte in het y uur werpt.
h Révolu^,
don,
i Apparent,
ce.
1^ Révolution.
/ Parallèlement.
m Aequa-,
cor.
« Décliner.
o Noeud af-
cendant.
p Noeud
defeendant.
q Surface.
r Obferveio;