
£ Ptanctes.
i Satellites.
3 'Planètes.
4 Pelé vers
ion centre.
5 Matière
ctheree.
6 Calculer.
7 La pefan-
teur reciproque,
de
la matière.
§ Pianete.
Vier-en-twintigfte L 1 d .
(bezje het 10, r i,e * i ‘Lidvandit
zaame reede gelooyen en héllen , d i niet alleen d ? n ï ^ noeg'
maarookzélfs de Maan, beneevens 2 de n mi„ n de ^wsal-fferren,
den; als tneede, datze, uit ééven die zélve Zy gcwor‘
woordige tyd toe , in die ftaat hebben nóch in befchouwen. r^unn, e^n b1iyv’ eenn , IdaRar wtyC zeeg ennu-
Vyf-en-twintigfte L 1 t>.
Dat de Zon vaneen zekere foort van lucht moet omringt zyn eeven nu - i
W^ aU * ^ d k lo o t insgclyki van z j n e t / l u Z ^ Z n J l “
Emdelyk kan men ook reedemaatiglyk héllen en gelooven d it de
Zon van een zekere foort van Stóffe omringt i* M Ê T y ^ V d‘lt •
te ftrékken tót vérre booven de 2 Dwaal-firren Li3S# k° mt Ult
middelpunt toe drukt, uit eeven die zélve reedi d? , d!eaUcs 4 W zyn
ven hebben, (bezie let ir
Luchtte Stóffe die onzen Aardkloot omrinpr w '» ) aangaande j de
oppervlakte toe drukt, dat ook op ééven diefélVe wyze alkdeTzeftófff
welke rondfom de Zoms, en dezelve eenpaariglyk ^ ru k f zo veel dff
kei en groover moet weezen, alszenaader by deZonis. d
Zes-en-twintigfle L 1 b .
En, byaldien het waarachtig is, datdeStraalen r 1,, a .
fte grond-oorzaak zyn van debewêegingé der Dvvaal ftA ^ 6 efi” g'
de men ze fs kunnen naareekenen A ,S - J Uwaa|4 terren, zo zou-
in wélke deeene Dwaaïftéi 7vnn’mf " UI7 ‘nden >[**& veel de Stóffe,
ó f zwaarwichtig is, als deftóffcdaarrrn ° j t ? meer óf min dik óf dun,
in heeft, onderftélt zvnde d a rm en s andeieDvvaal-ftér zyn omloop
heeft, van derzelvergrootheid, en a fllan d S 'd fzom 6
Zeeven-
Zeeven-en-twintigfte L i d .
Dat men , door de bcginjfelen die hier ter needer geftelt zyn , onderfcheidene
a verschillen, de Natuurkunde rankende, zoude kunnen oplofen, en reede
daar van geeven.
Ik zoude dan hier ter plaatze genoegzaame reede kunnen geeven ,
waarom b de Omloopers de c Draaikringen van hunne d Hoofd-Dwaal-
Stérren noodzaakelyk hebben moeten bereiken, alsmeede, uit wat
oorzaak ze ook alle, by gevolge, de wég van het Wellen nahetOoflen
hebben moeten neemen: uit wat reede de ftófte, die aan het einde der
Draaikring van eenige Dwaal-Stér is, veel dunder moet weezen, als die
flóffe is, wélke op die zelve plaatze van de e Draaikring der Zonneis,
daar deeze Dwaal-ftér zyn omloop in heeft. Wat de reede gg welke
belét, dat deeze tweederhande ƒ onderfcheidene ftóffen, fchoondeee-
ne veel zwaarder is als de andere, zich échter nooit in malkandere kufinen
koomente verwarren. Waarom deg Zonne-vlakken zo langzaam rondfom
deeze Stér loopen. Wat de reede mag weezen , waarom de aarde
inwéndig maogelyk geheel en al hól is. Opwatwyzefc de Ring van Sa-
turnus heeft kunnen gefórmeert zyn geworden. Uit wat oorzaak het
voortkomt ? dat zommige lichaamen heel facht 5 en andere weeder in tee-
gendeel uittermaaten hart zyn. W aarom de harde lichaamen een weerklank
van zich geeven, wanneer men’erteegen aan flaat. Wat de reede
is, waarom het ééne lichaam veel eer fmélt, als het andere. Uit wat oorzaak
het Kwikfilvereen i ontbindent middel is van yerfcheide andere lichaamen;
waarom het zélve Kwikfilver, inde W^eerglaalën, moet nee-
derdaalen, wanneer het reegen-achtigen buijig, enopklimmen, wanneer
hethélder en mooi weeder is. Uit wat oorzaak het zouthet waater
van het bevriefen bewaart, en verfcheide andere f Verfchynffelen der
Natuure meer, van diergelyk een aartzynde. Ik zoude , zegge ik,
bekwaamelyk reede van alle deeze, en diergelyke zaakenkonnen geeven,
indien ik dit alles met al te wydloopig en oordeelde te zullen werden,
en machtig, ommy veelte vérre vanmyn voorgenoomene / Onderwérp
af te voeren, behalven dat dit alles, uit de beginflelen, diewy
nu reeds geftélt hebben, afvloeit, en, met een weinig aandacht en op-
mérkinge, van dezelve heel gemakkelyk kan afgeleit werden.
e
«problème*
dePhyfique,
b Satellites;
c Tourbil-
Ions.
d Planètes
principales«
e Tourbillon
du
Soleil.
y*Matieres
differentes.
g Macula?
Solares.
b l’Anneau.
»DifiblVant«
\ Phénomènes
de
Nature.
/ Sujets
III. HOOFD