
P R O E V E der
*Hypothc
,Xc.
^Phénomènes.
e Prifma.
i Oblique -
mcnr.
e Paflage.
/'Refraction,
f Senfètion.
ÄEfpace.
V Senfation
de lumière.
k^Wg*-.
/Degré de
force.
36
Twintigfte L i d :
Ocrzaak.van het verfchjnjfel der roede couleur.
Wanneer men dan deeze a Onderftéllinge komt vaft te ftéllen, en;
dat men daar na mét eene behoorelyke opmerkinge wél komt te letten
op alle de b verfchynflelen des lichts, die dwars door een c Kant-zuil
van glas doorgaan,, zo zal men gemakkelyk daar uit kunnen beflui-
- “ i! Dat, onder de ftraalen des lichts, dè zulke, wélke deftërkfté
zy n j dat is, die de meefte dikte hebben, en die met eene met de groot-
fte ihélheid voortgaan, gedüurende derzelvcr d zydelingfche e doorgang,
uit het eene deurfchynende lichaam in het andere, de minftc
ƒ W anftraalinge ondergaande, zich altoos zullen koomen af te fcheiden
van alle het overichót der andere ftraalèny alsmeede, datze, hetzyze
in een groote óf kleene meenigte by malkandere zyn, g eene gevoe-
linge in ons zullen verwékken, wélke men gewoon is een roode couleur
te noemen. Ik zégge alhier mét voordacht, van eengioote of kleene
meenigte,. dewyleeen groote meenigte van roode ftraalen, in een zekere
b ruimte by-een-verzaamelt zynde, aan onze oogen een leevendig
englinfterend rood, en een kleen getal van zulke ftraalen, in een en dezelve
ruimte by een zynde verzaamelt, een duifter rood zullen ver—
toonen..
Een-en-twihtigftè L i d.
©orzaak.van het verfchjinjfel der geel e couleuren:
2*. Datdèftraalén, wélke, by voorbeeld, maar één graad zwakker
zyn als de eerfte, zich nóchmaals van de ooverige zullen afzonderen, en
cene i gevoelinge des lichts in ons zullen verwekken, wekte men gewoon
is een geele couleur te noemen*
Twee-en-twintigfte L 1 d.'
Oorzaakyanhet verfcfynfel der witte couleur.
t,. Dat zulke ftraalen, die nóch één graad zwakker zyn als de twee
eerfte, en die, om zo te fpreeken, een middel-wég houden, tuflehen
de roode, geele,-blaauwe, en violétte ftraalen , de witte couleur koo-
men uit te maaken■, zo wél als de zulke, die, voortkoomende uit een
t ’zaamen-méngfel van. roode, geele , blaauwe ,. en violétte ftraalcn,
één en dezélve k.órde mét deeze koomen te houden, en die ook mét
cene dezélve l maate van kracht hebben als de witte ftraalen, wanneer
ze daar van zyn afgefcheidern
Px ie»-
D E Ü R Z 1CHT-KUN D E. 37
Dïie-en-twintigfte L i d .
Oerz.uak.van het verfchj tijfel der blaauwe couleur.
. Dat die ftraalen, wélke nóch één graad zwakker zyn als de drie
eerfte, de blaauwe couleur zullen verwonen.
Vier-emtwintig L i d.
Oorz.aak.van bet verfchynffel der violétte couleur.
. Findelvk, dat de zwakfte van allen, geduurende derzélver
de gvootftc 1W anftraalinge van allen moetende tyden, M j Ë B j S g * Ktf.a-
men te c vlven, vlak teegen over die plaats, daar de ftraalen, die e a ,on-
TOode couleur uitmaaken, zich in órde hebben gefchikt , xn ze zullen dRanger.
r d e e z e wyze eene d gevoelinge des lichts in ons verwekken,.welke
men gewoon is eenviolette couleur te noemen.
‘Prifma*
/Paffagc*
Vyf-en-twintigfte L i D.
fiat bet niet moeileMen valt, om reede te geeven , waarom de gecouleurde
(Iraaien, die dwars door een e Kant-zuil van glas heette gaart , altyt een
Zekere gereegelde órde na die f doorgang koomen te houden.
Na dat wy dit alles wél zullen overwoogen hebben , zó en zullen
wy ons in geenen deele zo zeermêér hier over kunnen verwonderen,
wanneer wy zien,, datdedeelén, die aan de £ bolk zy de van eemg ge- g Converfi
kromt óf gebrooke licht zyn, altoos een roode conleur komen te ver- f
töonen, en dat in teegendeel die deelen , welke aan de h holle zyde van %
die zélve kromte zyn, akyt een violette couleur verbeelden, raidsdat
men die beide ontfange op eeneafftand die het befte methaaret Wan- lRefr*-
ffiraalingeover-een-komt; dat vérders die deelen, welke het naatte aan dion.
de roode couléur zyn, altoos een geele couleur zullen vertoonert y als
meede, dat die geene, wélke het naafte aan de violette couleur zyn,
eeftaadig een blaauwe couleur zullen aanneemen ; en eindelyk, dat
de witte couleur altyt nét het midden van een gekromt of gebrooke
licht komt te beflaan.
Ses-en-twintigfte L i D.‘
Dat het insgeljks geenfins moeijelyk.en is , -om reede te geeyen Van Verfcheide
k ondervindingen , die men mét een 1 Kant-zuil van glas kan maaken. gtpeiitB»
W y zullen insgelyks nóch veel minder behoeven verwondert te
weezen, uit wat reede een gebrooke licht, altyt, na onderfcheidene
op malkanderen vólgende m Wimftraahngen, eene en dezelve couku- ai0B?. (