
«Conté- Eerfte ««Ge v ó l g .
•jucncc.
Hier uit vólgd dan > votreerfty dat een lichaam , het geene teegen
een ander lichaam aan{-|ftoot, dat t’éénemaal in ruft is , [óf , dat
?E(örr. £wee Iichaamen , die teegen malkanderen aan-ftooten, een zeekere
c Quantitc'. mort van indrukkinge óf b gewéld op élkanderen hoornen- re doen en
te maaken, die het dubbelt van c de hoegrootheid der beweeginge
rfCommu- heel net eevenaart, wélke ze door hunne onderlinge te-zaamen-ftoo-
mqucr. tingc aan élkanderen d meede - dcefcn.
> Con Cc-' Tweede e G e y ó l g.
(jucncc.
Ten tweeden vólgd hier u it; Dat een lichaam , het geene zich,
tuflehen twee andere Hchaamen bevind in te weezen, die teegen él*
f Iinprcf ]cant3ercn aan-ftooten, een zeekere foort van ƒ gewéld óf g indrtik-
£on/ ' lunSc zal moeten ontfangen en gewaar wérden, van deeze twee te-
zaamen-ftootende hchaamen , die heel nét het dubbeld van diebewee-
gingen eevenaart, wélke deeze zélve twee lichaamen aan malkanderen
meede-deelen: want, terwylzeop deeze wyze een gedeelte hunner
onderlinge beweeginge aan élkandere meede-deelen en. overlaa-
ten, zo is het noodzaakelyk, dat het dérde lichaam , het geene zich
tuflehen hun beide in bevint te weczen , deeze beweegingen.
éérft zélfs koortje te ontfangen, om ze daar na weeder aan beide de
andere lichaamen te kunnen meede-deelen en over-zétten, en, by-gevól-
gc , is het noodzaakelyk , dat dit dérde lichaam éérft zélfs een zeekere
foort van gewéld óf indrukkinge ontfange, dieheel nét hetdub-
befd van die beweegingen eevenaart, wélke deeze twee lichaamen
onderling aan malkanderen koomen meede te deden en over te laaten*
te weeten, de ééne hélft, terwyledit dérde lichaam deeze beweegingen
ontfangt, en de andere hélft, terwyle het deeze zélve beweegingen
aan de twee andere lichaamen weeder meede-deelt en over-zét.
Dóch men dient hier ontrént wél aan - te - mérken , dat dit alles-
iPrefa ^ v00r'°nderftélt, dat het lichaam , het geene tuflehen deeze twee-
poft. ’ lichaamen in is, die teegen malkanderen aan-ftooten, óf on-eindelyk
groot, óf on-eindelyk i uitgeftrékt moet zyri, gelyk als de k eerfte
i EtcntJo. Hoofd-ftóffe wél zoude kunnen weezen, daar wy in het eerfte l Hoofd-
k Premier deel breeder van hébben gehandelt.
Element.
Lconfc'-''' Derde m G E v ó l g,
qiicncc.
Hier uit vólgd j ten derden, Dat de eerfte Hoofd-ftóffe, die zichi
tuflehen deeze twee lichaamen in bevint te weezen, waar yanhet ééne
teeteegen
het andere aan-ftoot, een gewéld zal moeten ontfangen, dat
heel nét het dubbelt van die beweeginge eevenaart, welke het eene
deezer twee lichaamen aan het andere komt meede - te - deelen j en
flat ook, by gevolge, deeze zélve hoofd-ftóffe daar door genoodzaakt
wérd, om, volgens deeze kracht óf dat gewéld, van tuflehen die
twee lichaamen van daan te moeten wyken.
TT- J r ' - V ' „ «Confe-
V ie rd e A Vj E V O L G. quencc.
. , fPrcmirt
Ten vierden vólgd hier uit; Dat b de eerfte hoofd-ftóffe, die zien Element,
tuflehen deeze twee lichaamen in bevint te weezen, welke teegen c Efórt. ,
malkanderen aan-ftooten, ook een zeekere foort van e kracht ol ge- t<£
wéld komt te ontfangen, die heel net het dubbeld van de d hoegroot- v-
heid der beweegingen eevenaart, wélke deeze twee lichaamen aan el-
kandere koomen meede te deelen j en, dat ook by gevolge, deeze zelve
hoofd-ftóffe daar door genoodzaakt wérd, om, vólgens deeze e kracht , Efórt.
ófdat gewéld, van tuflehen die twee lichaamen van daan te moeten
wyken.
Eerfte / V ë R E I S S C H I N G E . /Dcmande.
Ik verzoeke dat men my hier toe-fta, datg de eerfte hoofd-ftóffe, ||c" ” ‘' r
óoor deszélfs geduurige beweeginge, zich een wég komt te baanen,
die zo breet is als het eenigfins moogelyk is, tuflehen de kleene lichaampjes
der h tweede hoofd-ftóffe in j en, by gevolge, zo-wanneer *s«°nd
een lichaam teegen eenig ander lichaam heeft * aan-geftooten, en d^f£hocnuc
het de eerfte hoofd-ftóffe daar door genoodzaakt heeft om meer ot 1 1
min daar tuflehen van daan te wyken, vólgens de kracht der onderlinge
k te-zaamen-ftootinge * dat als dan die zelve eerfte hoofd-ftóffe, een ^choc.
breeder wég voor zich zoekende te baanen, tuflehen deeze twee lichaamen
in, als deeze onderlinge te-zaamen-ftootinge daar aan hadde
open-gelaaten, deeze twee lichaamen, door een zeekere foort van ou
i hérdoeninge of weeder-vloed, op het nieu wéér, van malkanderen af m Aaion'_
dryft, zo dra als hunne onderlinge m doeninge óf poogingekomtop-
te-houden, om élkandere méér te naaderen > waardoor dan ook deeze
zelve eerfte hoofd-ftóffe, aan een ieder deezer lichaamen een zeekere »Quintit:.
n hoegrootheid van beweeginge komt uit te deelen, wélke die hoegrootheid
der beweeginge heel nét eevenaart, die het ééne deeaer
lichaamen aan het andere nu reeds al heeft meede-gedeelt.
Twecde o V e r e i s s c h i n g e . tmajï
Vérders verzoeke ik dat men my toe-fta, zo wanneer-twèe lichaamen p -prcmïec
teegen malkanderen aan-geftooten hébben, endatze p de eerfte hoofd- Element.
E z ftóffe