
Veertigfte L i d.
Utt wat reede de roode couleur het gezicht komt te verblind,* , ___ . .
teegendeel de groene couleur dat verheugt en ver/lérkt. * m
f i deef e reede V00r,t ’ dat de roodc couIeur het gehrr
L Z b ’ df dooi' de groene couleur verheugt en verftérkt wérd-
de t e B en Verftérkt bet S l i c h t , doordien de ftraften
J'C!lts d ,cze verwe veroorzaaken, nóch al te ftérk, nóch al te
* Quantiré. „ als mf d e ’ dat ze m geene al te g ro o te , ó f al te kleene
Een-en-veertigfte L i d .
Datde^eheekkorf om allerhande witte Jliffen couleurt te verwen , énkel en'
d e a h a T ,Hh$ * at-> dat mende^ lv e mét een z.eekrfoortvanvernh U4t hart en gecouleurt is. bedekt,
m eT y w n ï n ^ 0rheene ë ^ g d , (bezie het r J e L id I dat de lichaa*
n.en , welke met eene on-emdige meenigtevané bólle verheeventhee-
n verzien z y n , aan ons w it moeten ièhynen te weezén terwvl ze ■
eene eindelooze meemgte van heele kleene beeldjes der Zonne aan onze
^ e n k o Q m e n te v e r to n e n , g e lyk als , by voorbeeld, alle witte ftóf-
n , het linnen, enz op wélke de ftraalen des lichts Icoomen c wêêrf
e f w ! h ? r V aS ° P Z,° J Celc d bó,1Ie fPieS els’ zonder eenigedemin-
f L - ? ^ lnge r j Iyden’ en’ bY gevolge , zonder eenigfins van
ƒ } z fg inge te veranderen-.-- W y hébben verders gezégd , dat eeven
die zelve zaak echter zoude gebeuren, fchoon dat een ieder deezer
kleene yerheeventheeden op eene eeven-gelyke w yze t ’eenemaal mét
een zeeker foort van vernis o f hélder en deurfchynend chriftal bedekt
w a s j maar, by-aldien een ieder deezer verheeventheeden op eene ee
ven-gelyke wy ze t ’eenemaal bedékt was van eene heel kleene dikte van
vernis ot deurfchynende ftó ffe , zo als wy-dezélve zo aanftonds h lb
ben befchreeyen ; zo is het baarblykelyk , dat de ftraalen des lichts 5SlSl deeZe/offe h“ne g a an d e ,, en vo o rd e tweedemaal daar
weedei doorgaande, na dat ze door deeze kleene verheeventheed-n
z yn£ weerom-geboogengeweeft, aan ons deezelichaamen zullen doen
yeitoonen, o fa ls ro o d , ó fa lsg e e l, ó fa lsw it , enz. vólgens de A fchik- ■
kmge en inwendige i geftéltheid der deeltjes, daar deeze ftóffe uit is
te zaamen g e fte lt, ais meede, na dat deeze ftraalen ó f verftérkt ó f ver
zwakt zyn geworden door deeze dubbele k doorgang. Men kan dan
dierhalven nu heel gemakkelyk gelooven en fté llen , dat de eeheele
konlt om allerhande witte ftóffen couleurt te v érwen, nérgens anders
m beftaat, als dat men dezélve mét eenig vernis komt te bedékken,
dat-
Emincn
C€s conve
xes.
e Réfléchir
«/Convexes
t Refraction.
f Modification.
^Réfléchir.
b Difpofi-
«ion. 4
i Stru&üre.
\ Paflàge.
dat rood, geel, óf blaauw, enz. is; en dat men zulks ook vérders op zulk
een wyze komt te doen, dat dit vernis duurzaam zy, envan een heldere
en glinfterende couleur. Déeze laatfte eigenfehappen nu en zullen
geenfins achterblyven, wanneer men by dit vernis een weinig al um
komt byte doen, óf eenige andere diergelyke ftoffè, welke die kleene
deeltjes, die we nu getoont hebben de voornaamfte grond-oorzaake
van het gecouleuide licht te weezen , komt te bewaaren , als in een
zeeker foort van heel duurzaam chriftal; en die met eene belet, dat de
ftraalen des lichts, terwylze deeze deeltjes in orde fchikken , door de
geduurige pooginge die ze daar ter plaatze maaken terwyl ze daar dwars
door heenegaan, in al te weinig tyds geene a doorgangen aldaai en
koomen te maaken, die al te ruim aan alle kanten zyn, en die , byge- h Eclaircir,
vólge, deeze couleur daar door niet al te zeer en koomen te 0 verhelderen,
wélke de voorige c fchilddng deezer kleene deeltjes eerfthad- c Arrange-
de doen voortkoomen. m^nt'
Twee-en-veertigfte L 1 d.
Dat de fwarte couleur in geenige andere couleuren kan. verwérwt of verandert
wérden, zulks bevéfigd en verftérkt deeze gedachte.
Het geene nu, dat my uittermaaten zeer in deeze gedachte verftérkt,
naamelyk, dat de geheele kunft der vérwers nérgens anders in en be-
ftaat, als in het bedékken der witte ftóffen mét eenig foort van rood,
geel, óf blaauw vernis, enz. is, dat men de fwarte couleur onmooge-
lyk, door eenige nieuwe vér-vérwinge, niet in éénige andere couleuren
kan doen veranderen; maar dat die altyt fwart is, en blyft, als van tc
vooren; want dé ftraalen des lichts , na dat ze dit nieuwe vernis zyn
doorgegaan, koomen al tyt in dit fwarte lichaam te verdwynen, zonder
daar ooit weeder te kunnen uit geraaken.
Drie-en-veertigfte L i d .
Aïaniere, om flóffen van witte wolle fcharlaaken te vérwen.
Om, by voorbeeld, ftóffen van witte wolle fcharlaaken te vérwen,
gelyk als zulks in verfcheide Koop-fteeden van Europa heel veel gedaan
wérd, en daar men de uitvindmge van aan een Hóllander is ver-
fchuldigt, genaamt Kuffclaar, zo neemt men, tót ieder pont zwaarte
van deeze ftóffe één halve émmer vol vars waater, het zy reegen-óf ri-
vier-waater, dat wél ter deege hélder en klaar is, één en een half ons
van de befte gepulverifeerde wynfteen , i ons Roomfche alluin, en
h ons tin, dat in twee oneen ftérk-waater d ontbonden is; wanneer men 4 Diffolva'.
nu dit alles ontrent één uur lang in een tinne keetel mét malkandere
wél heeft laatenkooken, zo neemt men’erde ftóffe uit, men fpoelt de
G 2 keetel