
HO BEGINSELEN
W T hebben het, tendtenßevan den Naauwkeurigen Lee-
zer, noodig geacht, om de neevens-ßaande Kaart hier
in-te-voegen; waarin men, als mét één opflag der oogen, zien
kan, het geene in dit naaß-voorgaande Hoofdsdeel, aangaande
Hief moet het waaijen der gereguleerde winden, enz, kortelyk en bete
groote knóp is ter-needer-gefiélt.
Wbdender Feezè Kaart nu hébben we ontleent, uit Het veertiende H o o fd -
jn.pe. deel des vyfden Boeks der Natuur-kunde, van de Heer Pierre
voegt Sylvain Regis in het F rans befehreeven. E n , dewyle de fiéllinvférden.
m ^ enz ^je deeze geleerde en fchérpzinnige JVysgêér, daar
ter plaatfe by-bréngt, onzes ér achtens, tot het réchte verf and
deezer zaake ten uitterflen dienfiigzyn, zo hébben we gemeent,
den Opmérkenden Leezergeenondienfi te zullen doen, mét de
woorden en fiéllingen van deezenHeer zélfs hier tujfchen-in-teÈ.
lajfen, zo als ze door ons uit het Frans zyn vertaald. Hy
zégd dan daar ter plaatfe aldus, [
^jSociccé
ELojale.
Eerftè L i n-
D~at de' Heer Halte'/ wel het naauwkfurigfte van allen. aangaande-Ae FM-
porie der Winden heeftgefchreeven. .
Onderfcheidene Schryvers hébben zich onderwonden, aangaande
deHiftorie der Winden te fchryven. Maar, men moet bekennen,
dat de Heer Hallef, Lid van b het, Koninglfe. Genootfchapder tVeeten-
fchapfen tót Londen, daar van omftandiger en naauwkeuriger handelt,
als éénig ander Schryver ooit tóf nóch toe gedaan heeft, immers, voor
zo veel-als tót, rn.yne kénniflè is gekoomen Want, booven óf be-
halven dat Hy dat geene, het wélke Hy van deeze zaak ter-needer-
ftélt, van de Ervaarendfte Stierluiden en Lootfen geleert en ondervraagt
heeft, die de Oofterfche Zeen (Mers Orientales) langen tyd
hébben bevaaren; zo heeft Hy zélfs ook een geruimen tyd ,lang in de
Atlantifche Zee (Mare Htlanticum) zich opgehouden , allêéq , om
c ObfervEr. ten naauwkeurigften c waar-te-neemen wat daar al omging,..ten opzichte
der winden, en , om zulks ook , dienvólgende , mét dés te
meerder zeekerheid, ombefchroomt te kunnen gemeen maaken.
Hy heeft dan tót dien einde deeze neevensftaande Kaart afgetee-
kent; Die ons de Onderfcheidene oorden der Zeen, beneevensalle
de verfcheidene Winden die aldaar heerfchen óf de overhand hébben,
veel kiaarder voor oogen komt-te-ftéllen, (rcprcfcntceren) als men zulks
door
■ ■
■ v i
N VW IIÊ Ê K Ê m m m m *
IW iM BW
kvK 1 1 i . \ \ \\ \v \v \v a« ' \ \ \ \ \ K \ \ \ \ \ H
v | v \ \ \ \ \ V
'\ \ v \ V \J v I \ \ \ I V V v \ V \ V W A V ’
V v \ V V \
\ V V \ \ \
\ V \ \ > . 3 I\\ \ \\ N B i Éiv v \ A \ 1 1 H