Do Noordbrabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappy.. G. Ryp
o rm a n . . . . . . . 87
Gegevens omtrent de spoorwegbruggen, in Nederland over
groote rivieren on kanalen, gebouwd in de tweede helft der
XIXde eeuw. Jhr. P. H A. Martini Buys . . . . . . . 90
Bouw, onderzoek on onderhoud der metalen spoorwegbruggen.
J. Schroeder van der K o lk ................................................... 93
HOOFDSTUK IY.
GEWONE WEGEN.
Rijkswegen. A. M. K. W. baron van I t t e r sum ........................101
De ontwikkeling van het kunstwegennet in de provincie Noord-
brabant. H. J. L. M. van S c h e v ich aV e n ............................103
HOOFDSTUK V.
AFWATERING.
De verbetering der kleine rivieren. 0. Lely ................................ 107
De verbetering der kleine rivieren en beken in Gelderland.
j. de Koning. (Plaat XV.) . . .........................................119
De Sehipbeekverbetering. A. Döking Dura. (Plaat XVI.) . .112
De Reggeverbetering. P. J. Kapteyn. (Plaat XVH.) . . • • H4
Het uitwateringskanaal naar de Wielingen in bet voormalig
vierde distnct van de provincie Zeeland. A. A. Bekaar
(Plaat XVUL).............................. ................................... . . 116
Gereglementeerde gronden in Gelderland. M. A. van Idsinga.
(Plaat XIX.).......................................................................... ....
HOOFDSTUK VI.
HAVENS, KUSTVERLICHTING, ENZ.
Stad- en havenuitbreiding van Amsterdam in de laatste vijftig
jaren. 0. L. M. Lambrechtsen van Ritthem. (Platen
XX-XXIL ) • ■ 123
Stad- en havenuitbreiding van Rotterdam in de laatste vijftig
jaren. G. J. de Jongh. (Plaat XXIII.).....................................125
Brüggen van de gemeente Rotterdam. .Jhr. G. de Graeff.
(Platen XXIV en XXV.). ............................................*
Haven te Harlingen en vaarwater over de ondiepte de Pollen.
H. M. Henket. (Plaat XXVI.).............................................. 129
Havens teStavoren enLemmer. H. M. Henket. (Plaat XXVII.) 131
De verbetering van het Krabbersgat. B. Hoogenboom.
(Plaat ......................................................................
Kustverlichting in Nederland. 1847-1897. H. Nijgh. (Platen
TCXTX en X X X .) ......................................................................
HOOFDSTUK VH.
WATBBKEEBING.
Over dijken, duinen en stranden. P. Ca l a n d ..............................139
De zeewering en duinen van hot Hoogheemraadschap van
Delfland. J. Groenendaal Jr. (Plaat XXXI.)......................... 14U
Duinen en oeverwerken op Ameland. H. M. Henket. (Plaat
.................................................... -143
Strand- en oeververdediging van het eiland Vlieland. J. P.
Wy ten hörst. (Plaat XXXIU.). 144
De Hondsbossche-Pettemer Zeewering. M. Caland. (Plaat
XXXIV.).......................................................................................
De zeeweringmuur längs het strand te Scheveningen. I. A.
Lindo. (Plaat XXXV.).........................................................
De Westkapelsche zeedyk en Domburgsche zeewcringen. J. J.
L. Bourdrez. (Plaat XXXVI.)................................................
De bedjjkingen längs de hoofdtakken van den Rijn. De Lekdyk
Bovendams. G. G. G. Canter Cremers. (Plaat XXXVII.) . 153
HOOFDSTUK VIII.
LANDAANWINNXNG, ENZ.
De droogmaking en drooghouding van Haarlemmermeer.
A. Blink S t e r k . ...................... 159
Polderbemaling. W.' Brandsma Joh.Zn. . ............................161
Kanalisatie in de veenstreken. H. Wort man. (Plaat XXXVIH.) 164
Ontginning van woeste gronden in Nederland. J. C. Ramaer . 169
HOOFDSTUK IX.
GEBOUWEN, STEDEN, ENZ.
De Justitiegebouwen. W. 0. Metzelaar. (Plaat XXXIX.) . . 175
Toepassing van y'zer by gebouwen. J. J. L. Bourdrez. _. . . . 176,
Historische inleiding betreffende de waterleidingen in Nederland.
H. P. N. Halbertsma . ‘ ..................1?7
De watervoorziening van Amsterdam J. van Hasselt . . . 180
Het Liernurstelsel te Amsterdam. C. L. M Lambrechtsen
van Ritthem. (Plaat XL.) . . . . . . . . , ■ . - • 182
Versehillende gemeentelijke inrichtingen onder afzonderlyk be-
heer te Rotterdam. (Watervoorziening, gasfabrieken, elektrische
installatis, telefoöninstallatie.) H. A. van IJsselsteyn.
(Plaat XLI.)..................................................................................183
Over eenige openbare gebouwen te Rotterdam. (Ziekenhuis,
vischmarkt, abattoir, Erasmiaansch gymnasium, schoolgebouwen.)
J. H. Neiszen. (Plaat XLII.)................. .... 185
Waterleiding te Tilburg. H. P. N. Halbertsma. (Plaat XL1II.) 188
Een en ander over Arnhem gedurende de laatste vyftig jaren.
(Een fragment.) J. W. C. T e lleg .en....................................... 192
Over de uitbreiding der Stad ’sHertogenbosch. F. M. L. K e r k h of f.
(Plaat XUV.)................................... .......................................... 194
HOOFDSTUK X.
MILITAIRE ZAKEN.
Over den bouw van vestingen, forten, sluizen en verdere werken,
ten behoeve van de landsverdediging in Nederland van
1847—1897. J. Z. Stuten. (Plaat XLV.).................................... 199
Het aandeel van de nederlandsche ingénieurs in de ontwikkeling
van het pantserwezen in den vestingbouw. C. J. Snyders.
(Plaat XLVI.) . . . . ........................................................
Over den bouw van kazernen, hospitalen en verdere militaire
inrichtingen in Nederland van 1847—1897. J. Z. Stuten.
(Plaat XLVH.)................................................................................204
HOOFDSTUK XI.
SCHEEPSBOUW, WERKTUIGKUNDE, ENZ.
Overziclit van den scheepsbouw in Nederland. J. Sm it V.
(Plaat XLYIII.)..................... 299
Ontwikkeling van het stoomwezen in Nederland. W. A. M.
P iep e rs............................................... .212
De nederlandsche machine-nÿverheid. C. F. Stork . . . . 213
Het fabriekswezen der Zaanlanden. P.M. Du y v is. (Plaat XLIX.) 218
Machines voor openbare werken in Nederland en Nederlandsch-
Indiö,, J. F. Hulswit. (Plaat L . ) • • 219
Grondopvoeringswerktuigen. J. C. Ramaer. (Plaat LI.) . . . 221
Locomotief N°. 12 van de Geldersche stoomtramweg-maatschappÿ.
G. Heuff. (Plaat LH.)................................................. 223
De vervaardiging van het eerste helmduikertoestel en de oerste
stoombrandspuit in Nederland. W. A. Bikkers. (Plaat LIIL). 224
lets over windmolens. J. v a nH e u r n ......................................... 225
ELEKTBICITEIT.
De telegrafle en telefonie in Nederland. A. E. R. Collette . . 229
Over de ontwikkeling van de telegraaf en het seinwezen bÿ
de Maatschappÿ tot exploitatie van Staatsspoorwegen. L.
Dufour. (Plaat LIV.). . . ................................ 231
De ontwikkeling van de sterkstroomtechniek bÿ de Maatschappÿ
tot exploitatie van Staatsspoorwegen. L. M. Barnet Lyon.
(Plaat LV.) ...................................... . 232
Over de ontwikkeling der telefonie en ■elektrische verlichting
te Amsterdam. J. Stroink ......................................235
Beschrÿving van de elektrische installatie voor de beweging en
verlichting van de nieuwe schutsluis te Umuiden. F. C.
Dufour. (Plaat LVI.)......................... 238
HOOFDSTUK XIII.
ELAARTEN, ENZ.
De driehoeksmeting van Nederland. Dr. Ch.M.Schols. (Plaat LVII.) 243
Overzicht der cartograüe in Nederland gedurende de laatste
vÿftig jaren. C. A. Eckstein..................... 244
Waterwaarneming. Jhr. F. L. Ortt. (Plaat LVIH.)................... 247
Waterstaatskaart. J. K r a p ..........................................................250
Herziening van de merken van het AP. J. van der Breggen.
(Plaat LIX.).................................................................................... 252
HOOFDSTUK XIV.
ONDERWIJS.
Körte geschiedenis van de voormalige Koninklÿke Akademie
ter opleiding van burgerlÿke ingénieurs te Delft, 1843—1864.
' N. H. Henket . . . .........................................................257
Körte geschiedenis van de Polytechnische School te Delft.
1864 tot en met 1896. N. H. H e n k e t .....................................261
Het klassicaal technisch onderwÿs in de constructie van de
onderdeelen van gebouwen. G. J. Morre...................................265
HOOFDSTUK XV.
VEBSCHILLENDE ONDEBWEBPEN.
Ontwikkeling van het onderzoek van de bouwmaterialen in de
laatste vÿf-en-twintig jaren. L. Bienfait. (Plaat LX.) . - . . 269
Het waterstaatsbudget in het tÿdperk 1847—1897. R. P. J.
Tu-tein N o l t h e n iu s .............................................................. 271
NEDERLANDSCH OOST- EN WEST-1NDIË.
Rivieren en rivierwerken in Nederlandsch-Indiö. J. E.de Meijier.
(Platen LXI, LXII.). ..................................................281
De bevloeiingswerken op Java. A. P. Melchior. (Platen LXIII,
LXIV, LXV, LXVI.).......................... 282
De nederlandsch-indische spoorwegmaatschappÿ. B. M. (iratama.
(Plaat LXVII.). . . ; ..................................................287
De spoor- en tramwegen op Java. J. J. S tie ltje s. (Platen
• LXVTH, LXIX, LXX en L X X I .) ..............................................291
De Staatsspoorweg ter Sumatra’s westkust. J. W. IJzerman.
(Plaat LXXIL). . ....................................... 297
Deli-Spoorwegmaatschappÿ te Amsterdam. J. T. Cremer. . . 299
Eene draadkabelbaan op Java. G. B. H. F. Alpherts. (Plaat
lx x ih .) 300
Wegen en bruggen in Nederlandsch-Indiö. J. E. d e M e i j i e r.
(Platen LXXIV en LXXV.). ............................................... .301
Zeehavens- en kustverlichting in Nederlandsch-Indiö. J. E. de
Meijier. (Platen LXXVI en LXXYIL). . . . . . . . . 303
De zeehaven voor Batavia te Tandjong Priok. H.E.vanBerckel. 305
De bebakening en de kustverlichting in de koloniön. A. Oostindiö.
B. Westindiö. H. Ê. van Berckel ................................... 307
Gebouwen in Nederlandsch Oost-Indiö. L. J. C. van Es. (Platen
LXXVin en LXXIX.)................................................................ 311
Drinkwaterleidingen in Nederlandsch-Indiö. E. A. C. F. v 0 n
Essen. (Plaat LXXX.)........................................... .... 313
Bouwkunde en techniek bÿ de Indische genietroepen. G. E. V.
L. v an Zuylen;> . . . -. . . ................ .315
Militair établissement te Magelang. J. G. H. de Voogt.
(Plaat LXXXI.).'.................... 318
De ontwikkeling van den Waterstaat in Nederlandsch-Indiö.
M. J. v an B o s s e ............................................................ .... 320
De ontwikkeling van de petroleumindustrie in Nederlandsch-
Indiö. A. Stoop. (Plaat LXXXH.)................................. . . . 322
HOOFDSTUK XVH. .
BÜITBNLAND.
Spoorwegen in de Zuid-Afrikaansche Republiek. R. W. J. C.
van den Wall Bake. (Plaat LXXXHL). . . . . . . . .327
Bouw van het droogdok te Talcahuano (Chili). J. Kraus. . . 329
Indÿking, bemaling en afwatering van het Pearson Reclamation
district in Californie. Mr. P. J. van Löben Sels. (Plaat