gaf tot de toepassing van een nieuw kleurendrukprocédé (procédé
E c k s t e in ) , dat in en buiten Europa eene algemeene bekend-
heid kreeg. Dit procédé heeft ten doel om met een enkelen
druk de raeest verschillende nuances van vlalcke en uitvloeiende
tinten en tevens den trek te verkrijgen, en voorts om, door
het over elkander drukken van slechts drie kleuren (blauw,
geel en rood), alle kleuren in alle nuances te reproduceeren,
welke voor topografische kaarten noodzakelijk geacht kunnen
worden.
Dientengevolge is het mogelijk geworden om, niet alléén
met éénen druk een schijnbaar gewasschen tint te verkrijgen,
maar ook, bij gedetailleerde kaarten, eene groote besparing
op het drukken en op de steenen, zoodat een uitgebreid kaart-
werk voor eenen eventueelen herzienen herdruk kan worden
bewaard (*).
Ditzelfde procédé werd ook voor de Waterstaatskaart des
Bijks in toepassing gebracht, evenwel met dit onderscheid,
dat de Serien tinten niet over, doch naast elkander gedrukt
werden.
Bovendien werd bij de reproductie van de Residentiekaarten
een tweede niet minder belangrijk procédé toegepast: het ge-
bruik maken van de typografische letter voor de beschrijving
van de kaart en het gelijktijdig afdrukken daarvan met den
trek, de horizontale doorsneden en de details in zwart. Deze
methode, genaamd : typo-heliogravure, mede door den onder-
geteekende in het leven geroepen, leverde eene groote besparing
op bij de gravure op steen, en leende zieh in het bijzonder
tot eene snelle en billijke reproductie. Zij wordt- niet alleen
toegepast op de kaarten van Java en Madoera, maar in den
laatsten tijd ook op de chromo-topografische kaart van Nederland
op de schaal van 1:25 000.
De Residentiekaarten in kleurendruk worden in afzonderlijke
Residentiën, bestaande uit één of meer bladen uitgegeven. Het
geheele werk is thans voltooid, doch de vroeger uitgegeven
Residentiën worden achtereenvolgend naar de nieuwste gegevens
omgewerkt en herdrukt.
Alhoewel ons bestek te klein is om een overzicht te geven
van de hoogst belangrijke voortbrengselen van den topographischen
dienst in Nederlandsch Indië, mögen evenwel nog vermeld
worden :
de op last van de Regeering uitgegeven Atlas van de Neder-
landsche bezittingen in Oost-Indië door J. W. S t em f o o r t en
J. J. t e n S ie t h o f f , 1883—1885, en
de belangrijke werken van den mijningenieur R. D. M. V e r b e e k :
de topografische en geologische beschrijving van eengedeelte
van Sumatra’s Westkust, 1883;
zijne topografische en geologische beschrijving van Zuid-
Sumatra, 1881 ;
zijn uitmuntende arbeid over de uitbarsting van Krakatau
(1885) en
zijn uitstekend werk (V e r b e e k en F e n n em a ) : de Geologische
kaart van Java en Madoera, 1896, met beschrijving.
Behalve de groote topografische werken, welke op last van
de Regeering tot stand kwamen, werden in de laatste vijftig
( -) l n Petermann'a Mittheilungen, ja arg an g 1S72, vinden wij op bladz. 285 onder
h e t opschrift „Der kartographische Standpunkt Europa’s vom Jah re 1869—1871”,
onder anderen omtrent de Residentiekaarten de volgende beoordeeling :
„Die Ausführung dieser Residentzschnfts-Kartcn verdient die grösste Beachtung;
sie zeigen uns nicht allein das erste Mal die Resultate der mühevollen topographischen
Spezial-Aufnahme eines dem Aequator so nahe gerückten Tropenlandes und führen
uns dessen eigenthümliche Natur und Ku ltu r in merkwürdiger Treue vor Augen,
sondern ihre Technik zeigt auch eine Leistungsfähigkeit der Lithographie wie sie
bis her kaum ge ah n t wurde” .
De J u r v der tentoonstelling te Philadelphia in 1876 qualificeerde de Residentiekaarten
van Jav a en Madoera a ls : „unique in the world” , en als eene bijzonder-
heid möge daarbij worden vermeld, dat de aldaar tentoongestelde esemplaren op
een dringend aanbod van particulière zijde voor den tienvoudigen handelsprijs
werden verkocht.
jaren op het gebied van de cartografie ook door particuliere
krachten belangrijke bijdragen geleverd, die uit een weten-
schappelijk oogpunt en als hoogst belangrijk voor het onder-
wijs bijzondere waardeering verdienen.
Alle kaarten, atlassen en aardrijkskundige werken, die in de
laatste halve eeuw het licht zagen, in bijzonderheden te om-
schrijven zou mij te ver voeren, terwijl bovendien de beschik-
bare ruimte zulks niet toelaat. Bepalen wij ons derhalve tot
eene alphabetische opsomming van de voornaamste werken.
Een zeer belangrijke bijdrgge leverde reeds v66r vijftig jaren
A . J. v a n d e r A a met het uitvoerig aardrijkskundig woorden-
boek der Nederlanden in 13 deelen, waarvan het laatste in
1851 het licht zag, een werk, dat meer dan twaalfjarigen arbeid
vorderde en ons land groote diensten heeft bewezen en nog
bewijst, evenals.zijn Beknopt aardrij kskundig woordenboek der
Nederlanden 1855, in één deel.
A. A. B e e k m a n ’s verdienstelijk werk «Nederland als polderland
» 1884. Zijn «Strijd om het bestaan, geschiedenis entegen-
woordige Staat van de lagere gronden in Nederland» 1887.
Zijne schoolatlassen en sehoolkaarten, die door goed gekozen
en sobere beschrijving, alsook door duidelijke voorstelling van
het terrein uitmunten en zieh onderscheiden door eene correcte
teekening, welke blijkbaar opnieuw met veel zorg ontleend is
aan de Topographische kaart des Rijks.
H. B l in k ’s doorwrocht werk «Handboek van de aardrij kskunde
en volkenkunde van Nederland», 1892, met kaarten ; zijn handboek
voor de kennis van ons land «Tegenwoordige staat van Nederland
», 1894. Zijn schoolkaart van Nederland met onderscheiding
tusschen duinen, zandverstuivingen en gewone heuvels en de
karakteristieke voorstelling van lengte en gecentraliseerde dorpen.
Zijne kaarten met de grafische voorstelling van de bosschen en
woeste gronden in Nederland, schaal 1:400.000; zijne handleiding
«Landen en Volkeren der aarde», 1894.
De hoogst duidelijke en doeltreffende atlassen en kaarten
voor schoolgebruik van P. R. Bos, en zijne schoolplaten voor
aardrijkskundig onderwijs.
J. F. W. Co n r a d , Kaart van Zuid-Beveland met Wolphaarsdijk
met het nieuwe kanaal. Schaal 1:50 000. 1858, in 2 bladen.
Dr. I. D o r n s e if f e n ’s belangrijke bijdragen nopens Neder-
landseh-Indié, onder anderen: Kaart van Nederlandsch Oost-
Indie, op de schaal van 1:800 000, bewerkt door E. d e G e e s t ,
1871*
D o r n s e if f e n ’s atlas van Nederlandsch Oost- en West-Indie,
in 26 kaarten, welke door zorgvuldige herziening uitmunten.
Zijne afzonderlijke kaarten van Java, van Sumatra, van Banka en
Billiton, van Borneo, de kleine Soendaeilanden, enz. Voorts Atlas
van Nederland en overzeesche bezittingen, 1878, alsmede zijne
bijdragen in het wetenschappelijk werk: «Nomina Geografica
Neerlandica». (Redacteuren I. D o r n s e if f e n , H. K e r n , J. A .
N a b e r , J. H. G a l l e e en H. C. R o g g e .)
J. H o lm ’s chromolithografische kaart van Zeeland, op de schaal
van 1:50 000, in 6 bladen.
Dr. F. J ü n g h u h n ’s prächtige kaart van Java, op de schaal
van 1:350 000, in 4 bladen (in 1855 in Nederland gerepro-
duceerd).
De verdienstelijke werken in het tijdschrift van het «Koninklijk
Aardrijkskundig Genootschap», onder redactie van prof. C. M.
K a n n en J. A. E. C. A. T im m e r m a n .
J. M. K ip s , Kaart van de provincie Utrecht, in 4 bladen,
op de schaal van 1:50 000, in kopergravure.
J. K tjxper, de nestor der geografen, die in de laatste halve
eeuw belangrijke uitgaven het licht deed zien, als: de Wereldatlas
1857, waarvan 14 uitgaven versehenen; de Natuur-en staat- 1
huishoudkundige atlas, in 15 bladen met tekst; de alom
gewaardeerde Gemeente-atlas in ongeveer 1200 kaartjes, schaal
1:50 000 en 1:25 000; de Orohydrografische atlas der wereld;
de Atlas van Nederland en de bezittingen, met tekst; en niet
het rainst zijne verdienstelijke medewerking aan verschillende
aardrijkskundige uitgaven. Ook vonden K u ip e r ’s bijdragen in
het tijdschrift «Afdeeling Nederland van het Aardrijkskundig
Genootschap», algemeene waardeering.
Het geografisch woordenboek der geheele aarde van J. K r a m
e r Jz. 1855, dat een der gemakkelijkste vraagbaken blijft.
J. H. K r o m h o u t , Nederland in zakformaat, schaal 1:200000,
met tekst.
C. A. C. K r u y d e r , Geologische schoolkaart van het Koninkrijk
der Nederlanden, in 9 bladen, 1893.
A. M a g ie l s e en J. J. B r a n d t . Kaart van de Provincie Zeeland,
op de schaal van 1:80 000, in kopergravure, 1860.
Mr. G. Mtcrs verrijkte reeds in 1865 ons land met eenen
verdienstelijken Historischen atlas van Noordholland.
Volgen de groote en uitgewerkte atlassen van den Neder-
landsch-Indischen Archipel (in 60 en in 31 bladen), van P.
baron M e l v il l v a n C a r n b e e en W. F. V e r s t e e g 1853—1862 en
1853—1871, een van de kostbaarste werken, welke op cartografisch
gebied door particuliere krachten werden vervaardigd.
In 1877 verscheen een atlas van de provincie Zeeland in
8 bladen van C. J. P ig k é en F. A. L am b r e c h t s e n .
De Zeeweringen en Waterschappen van Noordholland, door
mr. G. d e Vries A z ., 1864, 2de uitgave, bewerkt door jhr. mr.
J. W. M. Schorer, 1894. Eene hoogst oordeelkundige beschrijving
met profillen.
R. S c h ü il in g ’s Aardrijkskunde van Nederland, met kaart
1891. Beknopte dito 1892. Zijn boek: Onze aarde geschetst naar
hare natuurhjke landschappen met platen 1896. Zijn Schoolatlas
van de geheele aarde, die met medewerking van B e e km a n
in 1895 het licht zag en door duidelijke voorstelling uitmunt.
J. Sm u l d e r s leverde onder anderen in 1864 een nieuwe kaart
van het Koninkrijk der Nederlanden op de schaal van 1:200000,
alsmede afzonderlijke kaarten der Provinciën op dezelfde schaal
en gaf onder anderen eene zeer duidelijke Gemeentekaart des
Riiks uit, op de schaal van 1:400 000 in een blad, bewerkt door
J. d e W a a l .
Dr. W. C. H . S t a r in g bewerkte in 1860 eene schoolkaart van
de natuurkunde en de volksvlijt van Nederland, 1:200000 en
in 1869 een landbouwkaart van Nederland op de schaal van
1:200000.
N. J. W e s t e r l in g , Nederland om de Zuiderzee, in 9 bladen. 1894.
P . H. W it k a m p ’s Aardrijkskundig woordenboek in één deel
bijgewerkt tot 1895 door M. A. S ipm a n en met kaartjes ver-
rijkt door F. B r u in , een werk, dat uitmunt door groote nauw-
keurigheid. —
Voorts vermelden wij zijn Nieuwen atlas van Nederland en
de bezittingen van 1886 en die van 1884; zijn kaart van
Nederland met aanwijzing van de grondsoorten en hoogte
van den bodem, 1883 ; zijn kleinen Schoolatlas van Nederland
en de overzeesche bezittingen 1892, waarvan 15 uitgaven
versehenen.
J. W it t e v e e n ’s atlas van de Provincie Friesland, bevattende
de 30 grietenijen en de eilanden Ameland en Sehiermonnikoog
op de schaal van 1:25 000 in 30 bladen, 1849—1859, in kopergravure,
eene uitgave die onder de groote werken van de laatste
halve eeuw mag worden gerangschikt. .
Voorts versehenen:
in 1861: K . v a n R i j n ’s kaart van de provincie Groningen
(met vele waterpassingen), schaal 1:50 000.
W. J. G e e r l in g , Provinciale gemeentekaarten van Nederland,
1:200000.
in 1866: A im e , Kaart van Java in een blad, schaal 1:1 600 000.
J. B. P o n d m a n , Kaart van het Noordzeekanaal 1:12 500, in
6 bladen, 1893-
W. K l o e k e , Kaart van Noordholland tot Texel. in.8 bladen,
1889.
A. W. P o s t h um u s , onder anderen Atlas van Nederlanden zijne
Bezittingen, 1886.
H. F. P u l s , Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, in
6 bladen, 8ste druk, 1852.
F. H o o ib e b g , Topographische kaart van Nederland en Luxemburg,
in 12 bladen, 1851.
R. v a n A s sen , Wandkaart van Friesland, in 9 bladen.
F. C. B ru g sm a , Statistieke atlas der Nederlanden.
Schoolatlassen van J. J a e g e r , J. F. J a n s e n , W. J. A. H u b e r t s ,
v a n S a n t e n , F. B r u in s , H . S c h e e r b e e k , R. R. R i jk e n s , F.
H o o ib e r g , enz. enz.
G. A. ECKSTEIN.
spillisiW S Ê Ê S S S S Ê Ê
WATERWAARNEMING.
[gHBw-wägg enigmaal wordt gewezen op de macht of de beteekenis,
wlkvdjfi | | van het geringe, en dan is het algemeen bekende
InrVf"] Hl voorbeeld de traditioneele wisselwachter, die met een
ISsswdLgal cnkele hefboorabeweging het leven van de spoortrein-
reizigers in de hand heeft.
Minder bekend, zelfs in ingenieurskringen, is, dat ook de een-
voudige arbeider, die dagelijks op gezette uren van den dag de
waterstanden aan een peilschaal afleest en het resultaat van
zijne bevinding met bijna onleesbare hanepooten op een stukje
papier krabbelt, een niet minder karakteristiek voorbeeld zou
zijn voor de beteekenis van het geringe. Want op de waarneining
en aanteekening van waterstanden toch berusten bijna al onze
groote werken. Geen rivierverbetering is denkbaar zonder vooraf-
gaande waterwaarnemingen. De hoogten van de dijken, die tegen
stormvloeden of hoog opperwater beschütten, zijn alle naar die
waarnemingen bepaald. Onze inpolderingen, ons geheele stelsel
van afwatering met zijn tallooze sluizen en stoomgemalen, de over-
bruggingen over onze groote rivieren, de verdediging van ons land
met de daartoe onmisbare inundatien — al deze, en nog meerdere
takken van de ingenieurswetenschap vereischen als uitgangspunt
voor hunne ontwerpen een grondige kennis van de waterstanden.
De beteekenis van goede en geregelde waterwaarneming is
dan ook reeds lang ingezien.
De oudste waarnemingen, die bij den Algemeenen Dienst van
den Waterstaat bekend zijn, zijn die aan de peilschaal te Zutphen,
welke van 1765 dagteekenen. V66r 1800 vangen de geregelde
aanteekeningen aan van een achttal peilschalen aan onze hoofd-
rivieren. In 1850 was dit getal geklommen tot 28, grooten-
deels aan de bovenrivieren, doch enkele ook längs de beneden-
rivieren gelegen. Doch na dit jaar — en daarmede komen
wij op het terrein van dit Gedenkboek, dat de laatste vijftig