r 6 geeft een afbeelding van een kaapstand.
S ch ak e lto e stellen . Bij de prijsvraag wasindertijddeeisch
gesteld, dat de tegenover elkaar liggende toestellen, zoowel op
zieh zelf als te zamen, van ééne zijde van de sluis bewogen moesten
kunnen worden.
Het bedrijf eener sluis brengt bovendien van zelf mede, dat
de bediening zoo eenvoudig mogelijk moet zijn, en dat men
den bedienenden man slecbts enkele sterk geconstrueerde
handels in de hand moet geven.
Yerder moest er op gerekend worden, dat altijd slecbts één
stel toestellen te gelijk bewogen kon worden. Dit laatste werd
bepaald met het oog op het centraalstation, daar natuurlijk bij
het .gelijktijdig bewegen van deuren en rioolschuiven of kaap-
standen de machines zooveel grooter moesten worden.
Zooais men weet, is het bij het in gang brengen van een elektro-
motor noodzakelijk, dat vooraf een weèrstand in den stroom-
•loop wordt ingeschakeld, die, wanneer de motor eenmaal een
zekere snelheid heeft, uitgeschakeld kan worden.
Daar nu van een groep bewegingswerktuigen er altijd slechts
één te gelijk behoeft te werken, werd besloten voor elke groep
slechts één aanloopweèrstand te gebruiken, en door een om-
schakelaar den moter, die het benoodigde toestel drijft, met
den wederstand te verbinden.
Op den walkant is dan ook slechts bij elk hoofd een kolom
opgesteld, waarop 3 kleine stroomsluiters met afneembare sleutels
zijn aangebracht, en wel, één voor twee tegenover elkaar liggende
deuren, één voor twee rioolschuiven en één voor twee kaapstanden.
Wordt een van deze afoluiters bewogen, dan wordt de om-
schakelaar onmiddellijk automatisch bewogen en verbindt dus
den weerstand met den motor, en daarna wordt eveneens automatisch
de weerstand langzaara uitgeschakeld.
De motoren komen daardoor in beweging en daarmede ook
de werktuigen.
Zijn de deuren of rioolschuiven in den eindstand gekomen,
zoo verhreken zij automatisch den stroom, en komen de schakeltoestellen
van zelf weer in hun oorspronkelijken stand.
Op de schakelkolommen zijn vorder nog wijzers aangebracht,
die, inngR elektrischen weg bewogen, de hoogte, waarop de rioolschuiven
zijn opgehaald, aangeven.
Figuren 7 en 8 stellen de automatische omschakelaars, figuren
9 en 10 de automatische aanloopweerstanden voor.
Alle motoren en schakeltoestellen, werden geleverd door de
Elektrizitäts-Aktiengesellschaft, vormals S c h u c k e r t & C°. te
Neurenberg.
V e r l i c h t in g . De terreinverlichting omvat 12booglampen
van 10 Ampère, terwijl vorder voor de verlichting, de schakel-
kamers, wachthuizen enz. er nog omstreeks 800 gloeilampen aange-
legd worden. De booglampen zijn aan ijzeren masten opgehangen
(zie figuren 11 en 12), terwijl twee van die masten tevens zijn
ingericht als signaallantaarns, doordien boven de masten op 1 M.
onderlingen afstand gloeilampen in gekleurde lantaarns zijn aangebracht,
die aan den voet in- en uitgeschakeld kunnen worden.
Een van de eigenaardigste onderdeelen der verlichting vormen
de flikkerlichten, die aan de uiteinden van de toevoeringskanalen
geplaatst zijn en uit groepen van gloeilampen bestaan, die af-
wisselend gedurende 5 seconden licht geven en duister zijn.
Dit laatste wordt verkregen door een uurwerk, waaraan een
contact verbonden is, zoodanig dat de stroom in de leiding
naar de flikkerlichten gedurende de vereischte periode onder-
broken en gesloten is.
K a b e ln e t . De landkabels zijn kabels.met dubbele lood-
mantels, die in kanalen van u-ijzer zijn gelegd en met geribd
ijzeren platen zijn afgedekt.
Als systeem van stroomverdeeling is het drieleidernet aan-
genomen, en daarbij zijn de motoren met eene spanning van
220 Volt tusschen de buitenleidingen geschakeld, terwtjl-de
verlichtingstoestellen met 110 Volt tusschen middel- enbüiten-
leidingen liggen.
C e n t r a a l s t a t i 0 n. Voörloopig is te IJmuiden een tijde-
lijk machinestation ingericht, bevattende twee stoomketels, twee
stoommachines van 25 en 90 PK. en drie daarbij passende
dynamo’s.
Het ligt echter in de bedoeling, zoodra met de uitvoering
van de overige bewegingswerktuigen wordt aangevangen, een defi-
nitief Station te bouwen, waarin twee stoommachines met ketels
en dynamo van 100 PK. en een zeer groote accumulatoren-
batterij zullen worden opgesteld.
Het gebruik van accumulatoren is te IJmuiden, met het oog
op het äfwisselend bedrijf, volstrekt noodig, daar men anders
genoodzaakt zou zijn den geheelen dag, ook wanneer slechts
zeer weinig schepen geschut worden, de ketels onder stoom te
houden en ook genoodzaakt zou zijn, een geheel dubbel per-
soneel te hebben.
Door de’batterij wordt het mogelijk gemaakt het geheel zonder
nachtdienst in het machinegebouw te stellen.
De inrichtingen van het definitieve Station zullen zoodanig
gemaakt worden, dat het mogelijk is, de elektrische installatie,
zoowel voor verlichting als voor krachtsoverbrenging, nog aan-
merkelijk uit te breiden.
F. C. DUFOUR.