De gemeentelijke telefoondienst, de ondervinding in andere \ (
landen opgedaan zieh ten nutte makende, richtte zieh in naar
een geheel ander stelsel. Er is siechts één station (Raadhuis-
straat, hoek Singel) waar de verbindingen tusschen al de abonnés
worden geniaakt. Deze, over de geheele stad verspreid, worden
elk door dubbele bronzen luchtgeleidingen verbonden met het
naastbij gelegen opstijgpunt, dat met het station in verbinding
is door ondergrondsche kabels. Er zijn aanvankelijk 14 opstijg-
punten, waarvoor genomen zijn gemeentegebouwen, alwaar
op het dak een rek werd opgericht, waar de uiteindpunten
der luchtgeleidingen naar de abonnés en van de kabels naar
het station samenkomen. Deze laatsten zijn in Moniergoten
met afneembare deksels in de straten en längs de grachten
gelegd, en bevatten een even aantal koperen geleiddraden,
berekend voor een aantal abonnés gelijk aan de helft, zoodat
twee geleiders per hoofd komen. De aarde is dus als terugge-
leidster niet aangenomen.
In deze twee punten, namelijk : rechtstreeksche en geheel zelf-
standige verbinding van elken abonné met het station en do
dubbele bronzen en koperen geleiding, is de groote vôoruitgang
gelegen dien het telefonisch verkeer sedert den aanvang heeft
gemaakt. Daardoor wordt de verbinding sneller, het aantal verbindingen
per tijdseenheid grooter en de communicatie beter.
Een andere verbetering is gelegen in de inrichting van de com-
municatie-tafels op de stations. In den aanvang waren deze
zoodanig geconstrueerd, dat elke beambte een bepaald aantal
abonnés bediende, meestal 100. Communicatie tusschen deze
onderling werd spoedig door haar (in den regel een vrouwe-
lijke beambte) tot stand gebracht. Om echter twee abonnés te
verbinden, bij verschillende telefonisten thuis behoorende, was
het noodig dat deze hunne tafels met elkaar in gemeenschap
brachten. Het is duidelijk, dat deze handeling, hoe eenvoudig,
meer tijd nam dan voor het eerste geval, en dat het tusschen-
plaatsen van een nieuw toestel oorzaken tot storing meebracht.
Op de nieuwe tafels, zoogenaamd multiplex-tafels, heeft elke
beambte al de abonnés voor zieh. Bovendien heeft zij de uit-
einden van de leidingen naar 200 abonnés op haar tafel. Verlangt
een van deze verbinding, dan verraadt een neervallendgenummerd
klepje dezen wensch. De juffiouw, na op haar vraag welk nummer
opgeroepen moet worden, het antwoord te hebben ontvangen, heeft
dat nummer direct voor zieh en kan de verbinding zelfstandig tot
stand brengen zonder tusschenkomst van een persoon of een hulp-
toestel. Zij heeft alleen te onderzoeken of de opgeroepene niet
reeds in gesprek is, een onderzoek dat in een oogwenk is ge-
schied en door haar zelf, zonder tusschentoestel, wordt uitgevoerd.
Hieruit moge blijken dat ook door deze inrichting een veel
snellere en zekerder communicatie kan worden verkregen dan
door de vroegere toestellen.
Hieronder volgen eenige cijfers betreffende de telefonie:
Datum van de concessie Nederlandsche Bell-Telefoonmaat-
. schappij...........................................................7 SeptemberJLSSO.
Opening van den dienst . . . . . - 1 Juni
Einde » » * - • • |
. 31 October 1896.
A a n t a l s t a t i o n s v i e r :
1. Groote Club, hoek Kalverstraat en Dam.
2. Rapenburgerstraat.
8. Haarlemmer Houttuinen bij de Oranjestraat.
4. Kerkstraat bij de Vijzelstraat.
A a n t a l a b o n n é s .
1881.
U u n i 1881, 1 Jan. 1882 1888 1884 1885 1886 1887 1888
■ 533 847 1050 1136 1235 1291 1336
49
' 1 Jan. 1889
1408
31 Oct. 1896
1888
1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896
_ _ _ — — — - e n
1530 1563 1577 1659 1720 1788 1835
V e r b in d in g s li jn en.
Van h’et Centraal-bureau Dam naar Kerkstraat . . 20 lijnen
». » * » » « H. Houttuinen. 20 »
» a » » * » Rapenburg . . 20 »
» » » » Kerkstr. » " . . 6 »
» » » . » » H. Houttuinen. 6 »
» » » ». H.Houtt. » Rapenburg . . 5 »
G e l e g d e g r o n d - en w a t e r k a b e ls .
14183 M. met 566181 M. geleiding.
G em e e n t e l ij k e t e l e f o o n d i e n s t .
Opening van den dienst .
Aantal stations . . . .
1 November 1896
1 (Raadhuisstraat, hoek Singel).
Aantal en plaats van de opstijgpunten : I. Station Raadhuisstraat;
II. Beurs; IH. Stadhuis; IV. School Waterlooplein;
V. Brandweerpost Kattenburg; VI. School Muidergracht; VII.
Muiderpoort; VIII. Politiepost Singel; IX. School Utrechtsche
dwarsstraat; X. Hoogere Burgerschool voor meisjes, Keizers-
gracht; XI. School Molenpad; XII.Burchtschool,Heerengracht;
yiTT. Brandweer Prinsengracht; XIV. Politiepost Noordermarkt.
Aantal abonnés: 1 N o v em b e r 1896,1813;lJanuari 1897,1908.
ELEKTRISCHE YERLICHTING.
A. Z e l f s t a n d i g e i n s t a l l a t i ë n .
Wanneer en waar de elektrische lamp het eerst in Amsterdam
haar licht verspreidde is niet kunnen worden nagegaan.
De eerste vergunñíng, door Burgemeester en Wethouders
voor elektrisch licht verleend, dagteekent van 30 September
1880, namelijk aan den ondernemer van het café Krasnapolsky. Dit
voorbeeld werd spoedig gevolgd en nog steeds worden vergun-
ningen verleend voor zelfstandige installatiën, zoowel voor woon-
huizen als voor fabrieken. Sinds de elektrische stroömlevering
een geregelde verzorging uitmaakt, zijn de installatiën voor
woonhuizen grootendeels vervallen; ze worden althans bij na
niet meer aangevraagd. Voor fabrieken en werkplaatsen blijft
de aanvraag echter-bestaan.
Het aantal vergunningen over de acbtereenvolgende jaren
verdeeld, is als volgt :
1880, ’81, ’82, ’83, _ _ ’8_4 , ’8—5 , ’—86 , ’8—7 , . ’8—8 , ’8—9, ’9—0, ’91— en
1 1 6 5 2 1 2 4 8 8 5 4
1892, ’9—3 , :94, ’95, ’96 á — - = totaal 102.
9 5 9 16 16
Daaronder zijn er, die uitbreiding of wijziging van vroeger
verleende inhouden. Niettegenstaande dat, geven de cijfers toch
een beeid van de geleidelijke ontwikkeling en bewijzenhet vertrau
wen van het publiek in de nieuwe verliebtingsWijze. De vrij
belangrijke stijging in 1888 en 1889 valt samen met het tijdstip,
waarop het verleenen van eene concessie voor de geheele stad
sterk op den voorgrond trad. In 1889 ppende «Electra» een
Station in de Kalverstraat. Daarna daalt het aantal vergunningen
tot 1892, toen Electra een nieuwe fabriek aan den Haarlemmer
weg opende. De aanvragen in 1895 en 1896 zijn weer
grooter dan ooit te voren. Deze zijn voor fabrieken en maga-
zijnen, die den stroom zelf produceeren voor eigen gebruik. Van
deze zelfstandige installatien zijn velen vervallen, bijvoorbeeld
door aansluiting aan Electra; anderen waren van tijdelijken aard,
zooals tentoonstellingen.
De toestand op 1 Januari 1897 wordt door onderstaande
cijfers aangegeven:
Aantal verleende vergunningen. . . .. • • • • • 81;
waarvan op 1 Januari 1897. nog aanwezig. . . - • 54.
Aantal. Vermögen,
(resp. capaciteit.)
Dynamo’s . . . . . . 92 1713 Kilo Watt.
Stoommachines . . . . 59- 3047* PK.
Gàskrachtmachines. . . 12 93s/i » -
Bntterij accumulatoren. . — 4447 Ampère uren.
Gloeilampen . . . . . . 13 997 —
Booglampen.................... . 390
B. Centrale lev ering van e lek tr isch en stroom.
Geschiedenis. De Gemeente heeft de levering van elektrir
citeit niet in eigen beheer genomen; ook voor eigen gebruik
voor een van hare diensten heeft zij tot op dit oogenblik geen
eigen inrichting.
Voor levering aan particulieren kwamen vele aanbiedingen in.
De eerste reeds in September 1881. Er waren reeds 14alvorens
in 1888 een beslissing werd genomen. Toen werd op 28 November
door den Raad goed gevonden twee vergunningen te verleenen,
op elk oogenblik opzegbaar en voor een bepaald aangewezen
stadsdeel.
Een van deze vergunningen viel aan Electra ten deel, die daar-
van oolc gebruik maakte. De tweede heeft geen levenskracht
getoond. Wel werden kort daarna meerdere soortgelijke vergun-
ningen op geheel gelijksoortige voorwaarden en elk voor een
afzonderlijk stadsdeel verleend, zonder dat daaraan gevolg werd
gegeven.
Voor dit onderwerp heeft alleen de vergunning aan Electra
waarde.
Deze had een centraal-station gevestigd in perceel Kalverstraat
36 en voorzag van daar uit hare in hetzelfde bouw-
blok gelegen buren van elektrischen stroom. Toen haar de
bovenbedoelde vergunning werd verleend breidde zij den kring
harer afnemers uit aan de overzijde der straat, en naar verder
gelegen punten binnen de grenzen van het haar toegewezen
stadsdeel. Al spoedig vroeg en kreeg zij uitbreiding daarvan,
zoodat het bedrijf belangrijker werd.
De strijd om een concessie voor de geheele stad bleef echter
bestaan en eindigde eerst in September 1890. De gemeenteraad
had een cahier de charges vastgesteld, bevattende de voorwaarden
voor stroömlevering aan particulieren en de rechten en ver-
plichtingen zoo van den toekomstigen concessionaris als van de
gemeente. De prijs, waarvoor de elektriciteit zou worden gele-
verd, was daarin niet vermeld. Hij noodigde nu gegadigden
uit om op zeker tijdstip schriftelijk aan te bieden, voor welken
prijs per Kilo-Watt-uur zij genegen waren bedoelde concessie te
aanvaarden. Op den dag, voor de inschrijving vastgesteld, namelijk
1 September, bleken er slechts twee inschrijvers te zijn,
waarvan Electra de laagste aanbieding deed, namelijk voor
46 cent.
De concessie werd toen op den 24sten September 1890 aan
Electra verleend, en, hoewel zij geen monopolie inhoudt,
kan gezegd worden dat praktisch de strijd op dat oogenblik
eindigde.
De Maatschappij Electra ontwierp haar plannen voorstroom-
levering • voor de geheele stad, en opende in Juni 1892 een
tweede fabriek aan den Haarlemmerweg. De eerste fabriek
bleef nog körten tijd in werking tot de daarop aangesloten
verbruikers door de nieuwe fabriek konden worden bediend.
Daarna werd zij opgeheven en het gebouw van bestemming
veranderd.
Beschrij v in g van de s ta t io n s .
S ta tio n K a lv e r s tr a a t 36 (geopend 1 Februari 1889).
De ontwikkelde stroom was gelijkstroom van 65 Volten werd
opgewekt door twee langzaam draaiende dynamo’s (110 omwente-
lingen per minuut), elk gebouwd in het vliegwiel eener daarbij
behoorende horizontale compound tandem stoommachine van
120 PK. De machines werkten met condensatie, en, door de
uitzetting van stoom van 8 atmosferen, ontwikkeld in twee water-
pijpketels, elk van 125 M*. verwarmd oppervlak. Elke dynamo
was in Staat 1200 Ampère elektriciteit te ontwikkelen of een
vermögen van 78 Kilo-Watt. Het totale vermögen bedroeg dus
156 Kilo-Watt, overeenkomende met de behoefte voor 3120 gloei-
lampen van 50 Watt, zooals de gebruikelijke lampen van 16
nor maalkaarsen.
De elektriciteit werd door naakte koperen luchtkabels over
de huizen gespannen, naar de verbruikers geleid en aan de
huisinstallatién aangesloten. Het verbruik werd door een elektrici-
teitsmeter, systeem A r o n aangeteekend. De levering geschiedde
nominaal tegen een prijs van 40 cent per Kilo-Watt-uur. Accumu-
latoren werden niet toegepast.
Toen het verbruik aangroeide en uitbreiding van de installatie
noodig was, leidde de beperkte ruimtc der fabriek, ingeslotcn
tusschen woningen op grond van hooge waarde, er toe wissel-
stroom met hooge spanning toe te passen. Daartoe werd een
wisselstroomdynamo geplaatst, evenals de vorige direct gelcop-
peld aan een stoommachine. Deze was een vertikale snelloopende
compound machine van 160 PK., die 250 omwentelingen per
minuut maakte. De dynamo kon leveren in maximum 37.5
Ampère wisselstroom van 2000 Volt spanning en 40 periodes
per seconde, of 75 Kilo-Watt, benoodigd als boven voor 1500
gloeilampen.
Deze machine kan derhalve evenveel werk verrichten als één
van de gelij kstroo mdy namo’s, maar nam slechts de helft van de
oppervlakte in.
De wisselstroom werd door een ondergrondsch net van con-
centrische kabels naar de verbruikers geleid en aldaar, na tot
72 Volt getransformeerd te zijn, geleverd en door een meter
geregistreerd.
2000 Volt was voor dien tijd een zeer hòoge spanning, en
met niet minder spanning werd de uitkomst in technische
kringen afgewacht. De uitkomst heeft bewezen, dat bij goeden
aanleg en bedrijf er geen vrees behoeft te bestaan. Deze spanning,
toen de hoogste, is dit nu niet meer. De levering van
wisselstroom ving aan met 1 April 1890.
Zooals gezegd is bestaat dit station niet meer.
S t a t i o n H a a r l em m e r w e g (geopend 1 Juni 1892).
Het welslagen van het wisselstroomsysteem leidde er toe het
ook voor het nieuwe station aan te nemen. De fabriek bevat
een ketelhuis en machinekamer met annexe lokalen.
De stoomproduktie geschiedtin 8 waterbuizenketele, opgesteld
in 4 batterijen van 2 stuks, elk met 153 M*. oppervlak en
8.5 atmosfeer spanning.
De stoommachines zijn compound en horizontaal en drijven elk
rechtstreeks een daaraan gekoppelden dynamo. De hooge- en de