jaren behandelt — is de oravang van.de waarnemingen zeer 1
aanmerkelijk uitgebreid.
In 1860 waren bij den Algemeenen Dienst de geregelde aan-
teekeningen voorhanden van 63 waarnemingspunten; in 1870
van 112, in 1880 van 165 en in 1896 van 17 2 . peilschalen in
Nederland, terwijl oök die van enkele voor ons land belangrijke
buitenlandsche waarnemingspunten zijn of worden opgenomen,
zooals die van Keulen sedert 1772.
Golden tot het jaar 1894 de verzamelde aanteekeningen in
hoofdzaak alleen de hoofdrivieren inet huune mondingon en
de zee, in dit jaar werden de waterwaarnemingen ook uitgebreid
tot de k le in e rivieren . Daartoe werden in de verschillende
riviertjes en beken, die tot het gebied der kleine rivieren be-
hooren, 62 peilschalen gesteld, die sedert ook geregeld worden
waargenomen.
Hoezeer het werk, door de waterwaarnemers verricht, moet
gewaardeerd worden, toch bleek ook hierbij de ontwikkeling
van de werktuigkunde verbetering te kunnen geven. Zoo werd
in 1862 te Helder de eerste z e lfr eg istr e e r en d e peilschaal
opgericht, welke allengs door meerdere werd gevolgd, totdat
thans de geregelde aanteekeningen van 66 registreerende peilschalen
worden verzameld.
Wel is waar zijn de kosten van het aanbrengen van dezewerk-
tuigen niet gering geweest, doch het nut is ook minstens daar-
mede geevenredigd toegenomen. Vooral aan zee en aan de
benedenrivieren geven zij het geheele verloop aan der getijlijnen,
hetgeen veel leerzamer is dan de enkele aanteekening van hoog- en
laagwater of van standen op bepaalde uren van den dag, die
van den waarnemer eener gevvone peilschaal kunnen worden
verkregen. Daarbij komt, dat men bij de aflezing van een vaste
peilschaal is overgelaten aan den goeden wil van den water-
waarnemer, die op koude winterdagen het somtijdsverkieslijker
vindt een fictief hoogwater op te teekenen, dan een langen
tocht over een modderigen dijk te doen om, bij de peilschaal
gekomen, geduldig te wachten tot het water den hoogsten stand
zal bereikt hebben. Kn zelfs met zijn goeden wil zijn de waarnemingen
aan gewone peilschalen, vooral wegens golfslag, minder
nauwkeurig dan de aanteekeningen der registreerende.
De bewerking van al deze aanteekeningen geschiedt op het
bureau van den Algemeenen Dienst van den Waterstaat.
Jaarlijks worden de verzamelingstabellen van de waterhoogten
volgens de bladen van de registreerende peilschalen en de gewone
peilschalen gedrukt, terwijl om de tien jaren het zoogenaamde
«Tienjarig Over zieht" verschijnt, een recapitulatie van de gemid-
delde, hoogste en laagste standen over verschillende tijdvakken
en groepen van tijdvakken.
De beschikbare ruimte laat ons niet toe bij de inrichting van
zoodanig «Tienjarig Overzicht» langer stil te staan. Echter
verdient het de aandacht, dat in het vierde «Tienjarig Overzicht.,
loopende van 1881—1890, een N o t a voorkomt omtrent de
waarde van de uitkomsten van een «Tienjarig Overzicht» van
de waargenomen waterhoogten, welke nota voor ieder, die van
dit onderwerp eene Studie maakt, veel wetenswaardigs bevat.
Evenmin achten wij het noodig de inrichting van de registreerende
peilschalen te beschrijven, daar deze in elk goed handboek
van de Waterbouwkunde te vinden is, terwijl voor elke bepaalde
peilschaal de gegevens i n h e t a r c h i e f van den Algemeenen Dienst
voorhanden zijn.
Beiangrijker komt het ons voor een Staat op te nemen van
alle peilschalen, waarvan de aanteekeningen met het jaartal van
den aanvang van de waarnemingen bij den Algemeenen Dienst
bekend zijn en in het Tienjarig Overzicht zijn opgenomen, opdat
ieder, die deze gegevens wenscht te raadplegen, wete over welk
materiaal kan worden beschikt.
Ook' kan het bijgevoegde kaartje (plaat LVIII), waarop al deze
peilschalen alsmede die, welke tot het gebied van de kleine rivieren
behooren, staan aangeduid, een denkbeeid geven van de grondige
wijze, waarop getracht wordt tot de kennis van de waterstanden
en vau de getijverschijnselen te geräken; en kan het dichte
net van waarnemingspunten ons de welbehagelijke overtuiging
geven, dat wij ook in dit opzicht ons niet voor het buitenland
behoeven te schämen.
Vooral nu door de Nauwkeurigheidswaterpassingen de nul-
punten van de peilschalen met zorg aan het N.AP. zijn vastgelegd,
kan het geheele systeem van de waterwaarnemingen aanspraak
maken op den naam van afgerond g eh e e l, voldoende aan
de billijke eischen van de wetenschap.
Na deze uiteenzetting is het niettemin mogelijk, dat deze of gene,
die slechts aanziet wat voor oogen is, bij zichzelf de opmerking
maakt: «Nu ja, dat is alles heel interessant, maar is het nut
«van al die waarnemingen op die vele punten, gedurende al
«die jaren gedaan, wel evenredig met de kosten? Denk eens
«aan de honderdduizenden, die besteed zijn aan aahlegkosten
«van de gewone- en vooral van de registreerende peilschalen;
«aan de vele duizenden, die jaarlijks uitgegeven worden voor
«het onderhoud van al die voorwerpen, voor bezoldiging van
«waterwaarnemers, voor de duizenden kilo’s bladen en tabellen,
«die jaarlijks het archief van de waterwaarnemingen vergrooten,
«voor het laten drukken der Verzamelingstabellen en voor
«andere daarbij behoorende zaken! En welk resultaat ziet men
«daarvan?»
. Maar behalve dat zoo iemand, zooals in den aanvang van
dit opstel, kan gewezen worden op de ontelbaar vele openbare
werken, die berusten op de cijfers, door deze waterwaarnemingen
verkregen, kan hem ook worden geantwoord, dat vele resultaten
eerst kunnen worden gebouwd op langdiirige perioden van
waarneming.
Onze getijden bijvoo'rbeeld verloopen in een cyclus- van
nagenoeg 19 jaren, den duur van den omloopstijd van de pool
der maansbaan om de pool van de eeliptica. Voor een
nauwkeurige Studie van de getijden uit de waargenomen gegevens,
bijvoorbeeld voor het berekenen van getijtafels, is het
dus zeer nuttig, dat sedert negentien jaren de waarnemingen zijn
verricht; en wel in het bijzonder zullen die aan een registreerende
peilschaal daartoe bruikbaar zijn. En voor de bepaling van
den gemiddelden maandelijkschen zeestand, die zeer afhankelijk
is van den invloed van den wind, is zelfs een negentienjarig
tijdvak van waarneming aan een registreerende peilschaal nog
vrij kort.
Het behoeft dus niet te ‘ verwonderen, dat nog zoo weinig
wetenschappelijke Studien, gebaseerd op de waterwaarnemingen,
zijn openbaar gemaakt.
Doch naarmate de Serien getijlijnen der registreerende
peilschalen in lengte aangroeien, worden deze rijp voor
bewerking.
In de laatste jaren zijn dan ook van enkele havenplaatsen,
IJmuiden, Brouwershaven, Zierikzee, Hellevoetsluis, Hoek van
Holland getijtafels berekend. In het buitenland was men ons
hierin voor: daar werden jaarlijks getijtafels in het licht ge-
geven, en werd het nut daarvan, in de eerste plaats wel voor
de scheepvaart, algemeen erkend.
Doch dank zij onze registreerende peilschalen komt Nederland
ook langzamerhand in bezit van goede getijtafels. Het laat zieh
aanzien, dat behalve de genoemde ook voor andere aanzienlijke
havenplaatsen de getijtafels zullen berekend worden, eh zoo-
doende het nut van de waterwaarnemingen meer tastbaar
worden zal.
Want niet alleen voor de scheepvaart, maar ook voor de
landsverdediging, voor da marine, voor afwateringsbelangen,
zijn goede getijtafels van zeer veel dienst.
| En hiermede besluiten wij, met den wensch, dat vooral ook
in ingenieurskringen de beteekenis van het geringe in de waterwaarnemingen
meer algemeen möge worden gewaardeerd.
F. L. ORTT.
Lijst van g ew o n e en r e g i s t r e e r e n d e peilschalen (*), met het jaartal sedert wanneer de waarnemingen
bij den Algemeenen Dienst van den Waterstaat bekend zijn.
Nummer. Plants van de peilschaal. Jaartal. 1 Nummer. Plaats van de peilschaal. Jaartal. Nummer. P laats van de peilschaal. Jaartal.
Z u tp h e n ....................................
N ijm e g e n ...............................
1765 67 1 Sliedrecht (Baanhoek) . . . 1868 109 H e d ik h u iz e n .......................... 1870
3
1772
1773
58
Crevecoeur...............................
H e d e l.........................................
1858—1881
1881
110
111
I J m u i d e n ...............................
Petten........................
1871
1871
Arnhem .....................’ ■ 1772 59 Paulownahoeve . . . . . 1858 112 B ro uw e rsh a v e n ..................... 1872
5 D o e s b u v g ............................... 1772 60 V e e n ......................................... 1860 113 G o ris h o e k ............................... . 1873
Go rinch cm.......................... • 1782 61 W o u d ric h em .......................... 1800 114 S ta v e n is s e ............................... 1872
? 1782 62 B i b u r g .................................... 1860 118 Zierikzee.................................... 1873
8 Tiel . .................................... 1787 68 Krimpen a/d Lek . . . . 1861 116 Oolijnsplaat............................... 1872
Deventer.................................... 1800 64 Muiden (binnenzijde) . . . 1861 117 V lie te p o ld e r........................... 1872
10 Asperen (boven de sluis) ■ 1810 65 Oud-Beierland.......................... . 1862 118 Burgh......................................... 1872
10(bis) Asperen (beneden de sluis) .
Hülhuizen . . . . . . .
1810
1814
60
67
Spijkenisse ...............................
Deen ep laa t...............................
1862
1862
119
120 W e s tk a p e l le .......................... 1872
D o rd r e c h t............................... 1814 68 Keizersveer. ■ ..................... 1862 121 Hoorn......................................... 1872
18
14
B ‘ 11 1814 69 Willemstad............................... 1862 122 N i jk e r k .................................... 1872
Westervoort (brug) . . . . 1814 70 Bergen op Zoom..................... 1862 IV D o rd r e c h t .......................... . 1878
K a t e r v e e r ............................... 1815 71 B a t h ......................................... 1862 V Moerdijk............................... 1873
1821 72 H a n sw e e rt............................... 1862 Va Keizersveer.......................... . 1873—189C
10 Maastricht (brug).................... 1824
73
T er Neuzen...............................
1862
123
Dodewaard..................... ..... .
1873
Moerdijk....................................
17 ■
1825
74
Bllewo u tsd ijk..........................
1862
124
Visé (boven de stuw) . . .
1874
18
M a a s tric h t...............................
19
Werkendnm (buitenzijde). . 1825 75 Breskens.................................... 1862 125 Vise (beneden de stuw) . . 1874
Z alt-B om m e l.......................... 1881 76 Y lis s in g en ............................... 1862 126 St. P i e t e r ............................... 1874
2 1 • Steenenhoek. . . . . . . 1834 77 K a tw i jk . . . . . . . . 1863 127 M a e s e y c k ............................... 1874
sa V r e e sw i jk ...............................
Gorinchem (Linge) . .
1834
1834 79
Hoek van Hol land. . . . .
Goedereede...............................
1864
1864
128
129
Maasbracht...............................
M a a s b a n d ............................... I
1874
1874
23(bis) - Gorinchem (Kanaal). . . . 1834 80 Puttershoek............................... 1865 180 Grevenbicht............................... 1874
Yenio 1841 81 den H e ld e r............................... 1865 181 Kessel.......................................... 1874
Vlaardingen............................... 1848 I den H e ld e r............................... 1865 132 A rc en .......................................... 1874
26
27
B o z en b u rg ...............................
Hardinxveld . . .“ • • •
1848
1861
82
88
L em m c r....................................
Stavoren. . . . . . . . .
1865
1865
183
134
Well . ....................................
Afferden.................................... 1874
Vijfsluizen ............................... 1861 84 H a r lin g e n ............................... 1865 135 Mook .......................................... 1874
29 Arkelscho dam (Linge). . 1851 85 Nieuwe Bildt . . . . . . 1865 136 B a v e s te in ............................... 1874
80 Vianen ( L e k ) .......................... 1851 86 Z o u tk am p ............................... 1865 187 Qjjw ■ • ...............................
1874
81 Steenenhoek (kanaal) - . . . 1851 87 D e l f z ij l.................................... 1865 188 G ee rtruidenbe rg.....................
B o e rm o n d ............................... 1851 88 Nieuw Staten zijl..................... 1865 189 Alb la sse rd am .......................... 1874
33 S l ie d r e c h t............................... 1853 89 Lobith. . .......................... 1866 140 ’s G ra v e n d e e l.......................... 1874
Grebbe . . . . . • • • 1854 90 Gouda.......................................... 1866 V I Willemstad............................... 1874
36
Wijhe . . . .
St. Andries (Waal) . . . .
1854
ÌS54
91
92
Diercn...............................
Walsoorden...............................
1866
1866
141
i «
Steenbergsche Vliet. . . .
Bruinisse....................................
- 1874
1874
87 Bemmerden............................... 1854 n Schutsluis Willem I I I . . . 1866 v n Brouwershaven . . . . ■ • 1874
88 W ijk bij Duurstede. . • • 1854 93 Schutsluis Willem I I I . . . 1S66 143 Öuddorp.................................... 1874
Culemborg............................... 1854 '94- Helsluis (buitenzijde) . . . 1867 144 B e p a r t .................................... 1874
40 Schoonhoven .......................... 1854 95 Helsluis (binnenzijde) . . . 1867 145
| Annapolder............................... 1874—18!
41 B o tte rd am ............................... 1854 96 Jaarsveld. ............................... 1867 1 Cortgene.................................... 1889
Boxmeer. ............................... 1854 97 Lek kerkerk ............................... 1867—1881 146 W n a r d e .................................... 1874
43 G e n n e p .................................... 1854 S t r e e f k e rk ............................... 1881 147 Ho ed ekenskerke..................... 1874
Blauwe s l u i s .......................... 1854 I I I Hoek van Holland . . . . 1867 148 Z u id -K ra a ije r t...................... 187
W illem sd o rp .......................... 1854 93 Werkendam (binnenzijde). . 1867 V I I I Z a lt-B om m e l.......................... 1875
46 Hellevoetsluis« . . . . . 1854 99 Ottersluis (binnenzijde). . . 1867 IX Puttershoek............................... 1875
*7
S c h o k la n d ...............................
1854
1854
100
101
T h o l e n ....................................
We meldin g e ..........................
1867
1867
X
X I
Spijkenisse............................... 1875
1875
- 49 Muiden (buitenzijde). . . . 1855 103
Sas van G o e s .......................... 1S67—1884 ra B o t te rd am ............................... 1875
1856 Oost-Beveland.......................... 1884 x n i B o z en b u rg ............................... 1875
61 Arkelsche dam (Zederik) . . 1856 103 Lek sk en sv e er.......................... 1868 149 O l s t ..................... ..... . . ., 1875
Vianon (Zederik)..................... 1866 104
Noordbank (Scheur). . . . 1868—188
m r ’
K a t e r v e e r ............................... 1875
53 Ameide (Zederik).....................
Ameide (L e k ) ..........................
1856 Bozenburg (schutsluis). . . 1385 XV . K äm p en .................................... 1875
53(bis)
54
1856 106 B o r s e l e .................................... 1868 XVI S c h o k la n d ............................... 1875
L i t h ......................................... 1857 106 Ho ofd p laa t............................... 1868 150 I Kraggenburg 1875;
St. Andries (Maas) . . . . 1367 107 E z um a z ijl............................... 1868 X V II K a tw i jk ..................................... 1875
5 . Medemblik............................... 1867 108 Heu sd e n .................................... 1869 1 x v m ü r k ......................................... 1875
(*) Do ambiscile cijfers duiden de gewone en de rotneinsche cijfers de registreerende peilschalen aan.