Naam en plaats -van vestiging der fabriek.
Jaar
' van
oprich-
ting.
Aantal
werklieden
in 1897.
Sepp en 0°., Enschede....................................... 1874 65
Koninklijke Maatschappij ,de Schelde, Scheepsbouw
eh Werktuigfabriek”, Vlissingen . . 1875 1100
G. W. van Westrhenen en C0., Nijmegen . . 1877 30
Botje, Ensing en O0., Groningen . . . . . . 1878 , 90
G. Dikkers en C°., Hengelo. . ....................... 1879 140
„Alkmaarsche IJzergieterij”, Alkmaar. . . . 1879 140
Ensink en C°., Hilversum............................... 1880 40
John Kievits en van Reede Czn., Papendrecht 1880 100
W. Hubert en C0., Sneek................................... 1880 20
Naamlooze Vennootschap „Electrotechnische
Industrie" voorheen Willem Smit en C0.,
Slikkerveer.................................................... 1880 90
de Vries Robbö en C0., Gorinchem . . . . . 1881 34
P. M. Duyvis en C°., Koog a/d Zaan . . . . 1885 24
Machinefabriek ,,de IJsel", W. E. Penning,
Kämpen......................................................... 1887 50
Löhnis en C°., Rotterdam............................... 1888 50
Utreehtsche machinefabriek, Louis Smulders
en 0°, Utrecht................................................ 1891 85
„Nederlandsche fabriek van Werktuigen en
Spoorwegmaterieel”, Amsterdam.................. 1891 1260
H. T. Wiegerink en C«., Nijmegen.................. 1895 120
Hierbij dient opgemerkt, dat ik mij niet gewend heb tot
firma’s, van wie het mij bekend was, dat zij zieh niet op de
vervaardiging van stoommachines, ketels en andere werktuigen
toelegden, terwijl andere firma’s, tot. wie ik mij wel richtte, mij
mededeelden, dat zij zieh niet met dezetakken van bedrijf bezig-
hielden. Hierdoor mist men enkele bekende namen van specia-
liteiten op het.gebied van bruggenbouw en spoorwegwagens.
. De namen van de overige firma’s, tot welke ik mij wendde,
maar waarvan ik geene mededeelingen ontving, zijn:
H. en J. Suyver . . ............................ Amsterdam.
Haarlemsche machinefabriek........................ Haarlem.
Pletterij, voorheen L. J. Enthoven en C9. . ’s Gravenhage.
Machinefabriek Reineveld...........................* - Delft.
Machinefabriek Delftshaven.........................Rotterdam.
Burgerhont en Zoon . . . . . . . . • Rotterdam.
J. en K. Smit ..............................Krimpen a'd Lek.
Rogier, Neuncx, R ich te r ..............................Bergen-op-Zoom.
Gebr. Deprez. . ....................................... Tilburg.
Vinkers en Stork . ; ..............................Helmond.
Henri Grasso. . . ....................................... ’s Hertogenbosch.
Arnhemsche Stoomsleephelling Maatschappij Arnhem.
Frans Smulders................................................. Utrecht.
D. W. van R e n n e s .................................... Utrecht.
IJzer- en Metaalgieterij «Sallandia» . . . Zwolle.
J. ten Horn . . . . . . . . . . . Veendam.
Gebr. Ledeboer ...................................Borne.
Mijn overzicht strekt zieh dus uit over 40 fabrieken met
bijna 10000 werklieden.
De machinebouw is in ons land geen hoofdtak van bedrijf en
wij-mochten dus onze verwachtingen omtrent het aantal van de
fabrieken en de daaraan verbonden werklieden niet te hoog spannen.
Toch zijn uit deze eerste cijfers bemoedigende conclusieen te
trekken. Reeds op den 30sten van Wiedemaand 1756 vinden
wij de oudste fabriek, die op dit oogenblik nog als eene bloeiende
en welbekende instelling door de firma N e r in g B ö g e l te Deventer
beheerd wordt. Eene van de jongste ondernemingen, de Neder-
landsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel te
Amsterdam, werd op de puinhoopen van eene in vroeger jaren
beroemde zaak gevestigd, die echter later van eene industrieele
in eene philantropische instelliug dreigde te ohtaarden, en
nu mögen wij het betreuren dat niet alleen de Koninklijke
Fabriek maar ook in de jaren tussohen 1880 en 1890 eene andere
bekende Amsterdamsche fabriek «de Atlas« te gronde ging, de
Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel
heeft het gemis van de beide vroegere zaken vergoed en is in de
körte jaren van haar bestaan op velerlei gebied een baanbreek-
ster en steun van de Nederlandsche machine-nijverheid geworden.
Er is een ander feit van beteekenis,
Ik heb gepoogd eene statistiek te verkrijgen van het aantal
werklieden, in de opeenvolgende tientallen vah jaren tusschen
1847 en 1897 in de verschillende fabrieken werkzaam.
Dit is mij niet geheel gelukt, maar. toch kon ik enkele
gegevens verzamelen. Raadpleegt men namelijk de hierv66r
gegeven tabel, dan ziet men, dat van de genoemde 39 fabrieken
bestonden:
in 1847 . . . 8 fabrieken met 3015 werklieden in 1897
» 1857 . . . 13 « » 4320 « • 1897
« 1867 . . . 17 » » 5600 » -»-1897
» 1877 . . . 26 » » 7560 « » 1897
» 1887 . . . 36 ■ • 8443 » • 1897
« 1897 . . . 40 » « 9858 » •» 1897 -
Er is dus gestadige vooruitgang geweest, die te meer opvalt,
als men weet, dat uit de gegevens omtrent een deel van de
genoemde fabrieken blijkt, dat het personeel voortdurend
aangroeide. Wij vinden toch volgens opgaaf:
van 9 fabrieken ( in 1867, 1877, 1887, 1897
aantal werklieden { 1552, 2103, 2174, 3671
van 15 fabrieken ( 1877, 1887, 1897
aantal werklieden j 2487, 3419, 5777
van 26 fabrieken I 1887, 1897_
aantal werklieden | 3935, 6585.
Sedert 1887 ontstonden nog 3 fabrieken met omstreeks 1400
werklieden in 1897.
Vooral de vermeerdering van 1887 tot 1897 is zeer opmerkelijk
en al mag daarbij zeker niet worden vergeten, dat op dit
oogenblik de machine-nijverheid allerwege een tijdperk van
grooten bloei doorleeft, de Nederlandsche gaat ontegenzeggelijk
goed vooruit.
Gaan wij thans na op welke takken van fabricage de hier-
genoemde fabrieken zieh toeleggen, dan vinden wij eenegroote
verscheidenheid van bedrijf. Voor specialiteiten, zooäls de groote
buitenlandsche industrie die kent, welke slechts 66n enkel
werktuig, of ook zelfs maar 66n enkele soort van werktuigen
vervaardigen, schijnt hier het terrein veelal te beperkt. Toch
gelukt het aan enkele fabrieken hoe langer zoo meer voor
sommige zaken voldoenden afzet te vinden om die met goed
gevolg als specialiteit te vervaardigen.
Ik heb getracht de verschillende fabrieken te rangschikken
naar enkele hoofdbedrijven en daarbij aan te geven, welke de
voornaamste werken zijn, in die bedrijven uitgevoerd.
Men inoet daarbij in het oog houden, dat de verschillende
fabrieken zieh niet zoo streng afgebakend aan enkele werkzaam-
heden houden als dat hier wordt voorgesteld. Verder dat ver-
scheidene, vooral van de grootere fabrieken mij geene inlichtingen
verstrekten over belangrijke door hen uitgevoerde werken. Einde-
lijk, dal bij vele kleinere fabrieken het reparatie-werk hoofdzaak is
en dat zij als reparatie-fabrieken op velerlei gebied werkzaam zijn.
De uitkomsten van de rangschikking doe ik hier volgen:
o. S t o o m k e t e l s , s t o o m m a c h in e s en d r ij fw e r k
w o r d e n v e r v a a r d ig d d o o r :
1. Boon, Molema en de Cock, Hoogezand, afgeleverd: 246
stoomketels en 240 stoommachines. (Zie ook letter m.)
2. Botje Ensingh en C°. Groningen. (Zie ook letter m.)
3. Diepeveen, Leis en Smit, Kinderdijk, stoommachines en
ketels van verschillende typen, maar vooral voor schcepsgebruik; \ (
afgeleverd: 355schroefmachines, 34 radermachines, 89 stationnaire
machines, 612 stoomketels. (Zie ook letter 5.)
4. Van Dorsser en ter Horst, Dordrecht. (Zie ook letter &.)
5. P. M. Duyvis en C°-r Koog a/d Zaan, machinefabricage,
(Zie ook letter ,e.)
6. W. HubertenC#.,Sneek, machinefabricage. (Zie ookletterc.)
7. W. H. Jacobs, Haarlem, ketelmakerij en machinefabricage,
onder anderen alle ketels voor de J. G. C. A. Linnseusstraat,
Amsterdam. (Zie ook letter e.)
8. H«.-Jonker en Zn., Amsterdam. (Zie ook letter e.)
9. John Kievits en van Reede Czn., Papendrecht. (Zie ook
onder letter m.)
10. Koninklijke Maatschappij «de Schelde», scheepsbouw en
werktuigenfabriek, Vlissingen. Belangrijkst werk op dit gebied;
in 1884: eerste triple compoundmachine 12001.PK., 150 ft stoom-
druk voor mailstoomer; in 1887: eerste quadruple compoundmachine
1600 I.PK. met stoomketels op 250 ft stoomdrukking
voor passagiersboot; in 1887: eerste zesvoudige compoundmachine
250 I.PK. met ketel op 250 ft* stoomdrukking voor passagiersboot;
in 1896: tien waterpijpketels van gezamenlijk 5000 I.PK.
met een stoomdruk van 200 ft aan boord van het SS. «Willem
Prins van Oranje» van de stoomvaartmaatschappij «Zeeland».
Wegens hare ligtheid was vooral belaDgrijk de uitvoering in
1889/1890 van: de torpedobootmachines met locomotiefketels
voor de torpedobooten type «Laraongan» van de Nederlandsche
Marine, die bij een gewicht van 19 467 KG. van machines met
ketels, met inbegrip van water, ontwikkeldhebben 8661.PK., dus
wogen: 22.5 KG. per I.PK. of ontwikkelden 44'/, I.PK. per
ton gewicht. (Zie ook letter m.)
11. Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij, Leiden. (Zie ook
letters k, m.en /.)
12. Koninklijke Nederlandsche Machinefabriek, voorheen E.
H. Begemann, Helmond. (Zie ook letters b, h en k.)
13. D. H. Landeweer en Zonen, Martenshoek. (Zie ook
- letters | en e.)
14. Löhnis en C"., Rotterdam, afgeleverd: 52 stoommachines,
waarvan 40 voor binnenland en 12 voor buitenland voor booten
en grondverplaatsingswerktuigen; 57 scheepsketels, 6 landketels.
15. Machinefabriek «Breda», Breda, afgeleverd: 700 stoommachines,
omstreeks 1000 stoomketels. (Zie ook letters b en j.)
16. Machinefabriek «de IJssel», W. E. Penning, Kämpen.
(Zie letters k, l en m.)
17. Maatschappij «de Maas», Rotterdam, scheeps- en landmachines
en stoomketels. (Zie ook letters e en w.)
18. Maatschappij «IJzergieterij de Prins van Oranje»,’s Gravenhage,
landmachines en ketels. (Zie ook letters b en k.)
19. Maatschappij voor Scheeps-enWerktuigbouw «Fijenoord»,
Rotterdam, scheeps- en landmachines en ketels, onder anderen
voor:
Joar. ' Vermögen.
H. M. fregatschip T r om p . 1875 3500 I.PK.
« de Ruyter . . . . 1879 3500 »
» Johan Willem Friso 1S82 3500 »
de S.S. V e en d am ..................................... 1889 3300 I.PK.
» Didam . 1889 2500 »
» Dubbeldam...................................... 1889 2500 »
» Amsterdam ................................. 1892 2500 »
» Obdam........................................... 1894 2500 »
(Zie ook letters b, l en m.)
20. Machinefabriek «Katendrecht», Rotterdam, stoommachines
en ketels, onder anderen in 1893: 2 stoommachines (compound-
systeem), samen 550 I.PK., 9 atmospheren stoomdruk van het
S.S. Oud- en Nieuw-Gastel. (Zie ook letter d.)
21. Naamlooze Vennootschap «Machinefabriek voorheen onder
de firma B. Wilton», Rotterdam, scheepsmachines en ketels.
(Zie ook letter m.)
22. Gebr. Merx, Tilburg. Landmachines, omstreeks 80 stuks
afgeleverd, waaronder verschillende compoundmachines van
150 I.PK. (Zie ook letter e.)
23. Naamlooze Vennootschap «Electrotechnische Industrie,
voorheen Willem Smit en O.», Slikkerveer, kleinere stoommachines
voor elektrisch licht. (Zie letter A.)
24. Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel,
Amsterdam, land- en scheepsmachines en ketels;
afgeleverd: 164 stoommachines met een gezamenlijk vermögen
van ruim 32 000 I.PK., 155 stoomketels met een gezamenlijk ver-
warmingsoppervlak van ongeveer 16 500 M’.; specialiteit : Sulzer-
stoommachines; belangrijkste werken: 4 triple-compound-ma-
chines met vierstalen stoomketels, ontwikkelend samen 59001.PK.
met alle toebehooren, ten behoeve van H. M. pantserdektoren-
schip «Koningin Wilhelmina der Nederlanden» (1891—1894);
2 triple-compound-machines met twee cylindrische en acht
waterpijpketels, samen ongeveer 10000 I.PK. ontwikkelende,
met al haar toebehooren, ten behoeve van H. M. pantserschip
«Holland» (1895—1896). (Zie ook letters d en j.)
25. J. L. Nering Bögel en C°., Deventer. (Zie ook letter n.)
26. Penn en Bauduin, Dordrecht, land- en scheepsmachines.
(Zie ook letters k en i.) »
27. Utreehtsche Machinefabriek Smulders en C°., Utrecht,
landmachines. (Zie ook letters b en e.)
28. Sepp en C°., Enschede, landmachines en ketels. (Zie ook
letters c en e.)
29. E J. Smit en Zoon, Hoogezand, land- en scheepsmachines
en ketels. (Zie ook letters b en m.)
30. L. Smit en Zoon, Kinderdijk, scheepsmachines tot ongeveer
300 I.PK. (Zie ook letters l en m.)
31.-A. F. Smulders, Utrecht, Slikkerveer en Grace Berleur,
bij Luik, scheepsmachines en ketels. (Zie ook letter l.)
32. Gebr. Stork en C9., Hengelo, inrichtingen voor denbouw
van Cornwall- en andere landketels van alle afmetingen en
stoomspanningen ; bootketels tot 130 M*. verwarmings-oppervlak;
vervaardigd werden omstreeks 1500 stoomketels, land- en scheepsmachines
; specialiteiten : klepmachines met asregulateurs volgens
P r ö l l ’s patent, onder anderen: eene triple-compound-machine
van 1000 I.PK. voor de Naamlooze Vennootschap Stoomspinnerij
«ßamshoeve» te Enschedé; stoommachines voor elektrisch licht-
bedrijf, onder anderen: alle machines voor het centraal station
voor elektrische stroomlevering, te ’s Gravenhage ; vervaardigd
werden ongeveer 1050 stoommachines. (Zie ook letters b, c en d.)
33. G. J. Wispel wey en C°., Zwolle. (Zie ook letters e, k en n.)
b. P om p w e r k t u ig e n .
1. Diepeveen, Leis en Smit, Kinderdijk, stoom-, centrifugaal-
en duplexpompen.
2. G. Dikkers en C0., Hengelo, stoom- en transmissiepompen
voor ketelvoeding en dergelijke doeleinden.
3. Koninklijke Nederlandsche Machinefabriek, voorheen E. H.
Begemann, Helmond, centrifugaalpompen en polderbemaling,
onder anderen 1888/89: direetwerkende compound-centrifugaal-
pompmachine van 233 waterpaardekrachten voor Groot-
Mijdrecht; 1889/90 : dubbel stoom werktuig van 240 waterpaardekrachten
voor Rijnland.
4. D. H. Landeweer en Zoon, Martenshoek, polderbemaling,
onder anderen : stoomgemaal den Ruijenbil bij Willemstad.
5. Maatschappij de IJzergieterij «Prins van Oranje», ’s Gravenhage,
polderbemaling; vervaardigde omstreeks 200 stoom-
gemalen, 600 schepraderen, enz.
6. Maatschappij voor Scheeps-en Werktnigbouw «Fijenoord»,
Rotterdam, vervaardigde hoogdrukwaterleidingen voor Apeldoorn,
Rotterdam en Tilburg.
7. Penn en Bauduin, Dordrecht, polderbemaling.
8. Machinefabriek «Breda», Breda, hoogdrukwaterleidingen.
9. Utreehtsche Machinefabriek Louis Smulders en C°., Utrecht,