r v “
Bladz.
VOORWERK.
NaamRjst van den Beschermheer en de honoraire leden , . I
Raad van Bestuur 1897—1898.............................................. E
Naamljjst der leden................. ....................................................^
Geschiedkundig overzicht. J.Tideman. . . ..................... XVII
HOOFDSTUK I.
BIVIEREN.
Beteekenis der rivierverbetering. G. van D i e s e n ..................3
Omvang der rivierverbetering. G. van D i e s e n ....................6
Boven-Rijn en Waal. R. J. Gasten dij k. (Flaat I.) ■ • ■ ■ ■ 3
De Merweden. G. B. S ch u u rm a n ..........................................9
Neder-Rjjn en Lek. A. Keurenaer en E. R. van Nes van
Meerkerk. (Plaat ü . ) ..................... -. . 12
De Nieuwe Waterweg längs Rotterdam naar Zee. W. F.
L e em a n s ............................................................................. . 13
Verbetering van den waterweg van Zwolle naar zee. A. A.
W. H. König. (Plaat HI.)......................... 16
Maas en Zuid-Willemsvaart, kanaal ter onderlinge verbinding.
A. B. Marinkelle. (Plaat IV.).............................................. 18
Verlegging van den Maasmond. De nieuwe rivier. W. K.
Behrens. (Plaat V .) .................................. 20
Verlegging van den Maasraond. Middelen van gemeenschap,
afwateringsbelangen enz. W. K. Behrens............................. 23
Usopruiming op rivieren en open houden bjj vorst, van den
toegang tot Amsterdam uit zee. W. F. Leemans . . . . 25
HOOFDSTUK II.
KANÄLEN EN SLÜIZEN.
Overzicht van de in het tijdvak 1847—1893 aangelegde kanalen.
J. M. F. Wellan . ................................................................ 81
Bladz.
De verbinding van Amsterdam met de Noordzee voor vÿftig
jaren en thans. Mr. A. J. Cohen Stuart.................................. 33
Schutsluis Willem HI aan de invaart van het Noordhollandseh
kanaal tegenover Amsterdam. J. F. W. Conrad. (Plaat VI.). 86
Bouw der nieuwe schutsluis te IJmuiden. W. K. du Croix . 38
Verbinding van Amsterdam met den Boven-Rijn voor vÿftig
jaren en nu. P. H. Kemper . . ..................; . . . . 41
Werken tot verbetering van het kanaal van Gent naar Ter
Neuzen ter uitvoering van de overeenkomst met Belgiö van
31 October 1879 en werken. tot uitvoering van de overeenkomst
van 29 Juni 1895. J. Nelemans. (Plaat VII.). . . . 43
Afdamming van het Sloe met de kanalen door Walcheren en
door Zuid-Beveland. W. F. Stoel. (Plaat VIII.)......................45
Kanaal Almelo—Nordhorn. H. Hendriks. (Plaat IX.) . . . . 47
Het Apeldoornsch kanaal. W. J. S. J. Blom (Plaat X.). . . . 49
De binnenscheepvaartkanalen in Znidholland. J. v an der
Ve g t .............................................................................. .... 51
De Zuidwillemsvaart in Noordbrabant met de Dieze. B. Hoog
e n b o om ...................................................................................
De afsluiting van de Maas bÿ Andel. F. Doffegnies en C. F.
M. H. Schnebbelie. (Plaat XI.) . ...................................58
HOOFDSTUK III.
SPOOBWEOEN, ENZ.
Overzicht van de ontwikkeling van het spoorwegnet in Nederland.
E. H. Stieltjes. (Plaat XII.)............................................63
De ontwikkeling van de tram wegen in Nederland. T. Sanders 72
De exploitatie der spoorwegen, in beheer bÿ de Maatschappÿ
tot exploitatie van Staatsspoorwegen en de Nederlandsche
Centraal-spoorwegmaatschappÿ. J. Th. Gerlings . . . . . 77
De Hollandsche Uzeren Spoorwegmaatschappÿ. A. K. P. F. R.
van Hasselt. (Plaat XIH.).....................................................82
Over den terminus der Hollandsche Uzeren Spoorwegmaat-
schappij. A. W. T. Kock. (Plaat XIV.) . .......................... 8*